Aan de orde is de voortzetting van de behandeling van:

het wetsvoorstel Rijksbrede aanpassing van regels omtrent de reductie en vereenvoudiging van vergunningen teneinde de regeldruk te verminderen (Verzamelwet vereenvoudiging vergunningen) (30959).

De beraadslaging wordt hervat.

Staatssecretaris Heemskerk:

Voorzitter. Ik feliciteer de heer Asscher met zijn maidenspeech in deze Kamer. Het doet mij deugd, zeker in mijn hoedanigheid van staatssecretaris van Economische Zaken, dat een ondernemer met zo veel publieke nevenactiviteiten in Amsterdam in de Eerste Kamer zit. Volgens mij heeft de familie Asscher in die stad buitengewoon nuttige en goede werkzaamheden verricht. De heer Asscher eindigde met een zeer aansprekend credo. Hij zei een samenleving te wensen die uitgaat van vertrouwen en die het niet nodig maakt voor bijna elke handeling een vergunning te vragen. Daartoe zal hij in deze Kamer regelgeving en wetten toetsen. Dat is een prachtige samenvatting van hetgeen in het coalitieakkoord staat. In goed Nederlands heet dat een "high trust"-benadering. Uitgangspunten daarbij zijn vertrouwen, waarbij er streng gestraft mag worden als dat geschaad wordt, en merkbaar minder regeldruk.

De heer Asscher verwijt mij dat ik wellicht een weinig ambitieuze staatssecretaris ben. Mij wordt veel verweten, maar gebrek aan ambities hoor ik niet zo vaak noemen. Mijn voorganger die dit wetsvoorstel voor een belangrijk deel heeft vormgegeven, kan men een gebrek aan ambitie allerminst verwijten. Dit kabinet is buitengewoon ambitieus. Waar het vorige kabinet gestopt is, gaan wij opnieuw 25% reduceren. Hierbij stellen wij de problemen van ondernemers en merkbare maatregelen voorop. Wij halen niet alles overhoop, maar behouden een heleboel dingen uit de aanpak van het vorige kabinet die goed waren. Ik noem kwantitatieve, meetbare doelstellingen en het college van Actal, dat een kritische waakhond is en blijft en af en toe dingen zegt waarmee het kabinet niet altijd blij is. Wij gaan niet dweilen met de kraan open, maar werken met een bedrijfseffectentoets, waarin alle nieuwe maatregelen worden meegenomen.

Aan de dingen die wij behouden, voegen wij een aantal zaken toe, zoals een belevingsmonitor. Ondernemers worden actief benaderd en geënquêteerd over hun beleving. Wij gaan ook de nalevingskosten meten. Wat kost het een bedrijf om aan de regels te voldoen? Daarnaast zetten wij zwaar in op samenwerking met andere overheden en toezichthouders. Een van de eerste dingen die collega De Jager en ik samen hebben gedaan, is het samenvoegen van de twee directies die bestonden, een bij Economische Zaken en een bij Financiën. Deze directies bleken in hoge mate aan hetzelfde te werken. Wij kregen dubbele nota's met slechts een andere oplegger. Wij hebben gekozen voor één directie, de Regiegroep Regeldruk. De koppeling met de begrotingscyclus die het vorige kabinet hanteerde, wordt in stand gehouden. De minister-president zit de Ministeriële Stuurgroep Regeldruk voor. Op alle niveaus toont het kabinet zich dus betrokken.

De Kamer heeft gevraagd in hoeverre de lex silencio positivo past in het wetsvoorstel. Voordat ik inga op het voorstel zelf, zal ik deze vraag beantwoorden. Daarna zal ik de rol van de gemeenten aan de orde stellen en vervolgens de overige vragen beantwoorden. Eerlijk gezegd wist ik niet dat de heer Terpstra reeds in 2004 de lex silencio positivo te berde heeft gebracht. Volgens mij gaat het hierbij om een Spaanse uitvinding. In goed Nederlands betekent het "geen nieuws, goed nieuws". Zoals ook blijkt uit het coalitieakkoord, ambieert dit kabinet een ruimere toepassing van de lex silencio positivo. In december 2007 is het kabinetsstandpunt hierover naar de Eerste en de Tweede Kamer toegestuurd. Als de Eerste Kamer dit wetsvoorstel aanvaardt, blijven er nog steeds vergunningenstelsels over.

Men kan hierbij drie "smaken" onderscheiden, allereerst vergunningen die men kan omzetten in algemene regels. Hierbij wordt het vergunningensysteem geschrapt. Daarnaast kan men vergunningen hebben waarmee zorgvuldig dient te worden omgesprongen. Deze worden toegewezen. De laatste categorie is een vergunning die men vanzelf ontvangt zodra er een termijn is verstreken waarin men niets heeft vernomen. Tussen de tweede en de derde categorie zit wel een duidelijk onderscheid. Zo komt de bouw van een kerncentrale niet direct in aanmerking voor de lex silencio positivo. Het verstrekken van een vergunning moet in dit geval immers zeer zorgvuldig overwogen worden. Daarentegen is het onproblematisch om een vergunning voor een zomercamping te verlenen volgens het principe "geen bericht, goed bericht". Komende zomer worden de resultaten verwacht van de peilingen van de departementen over deze aanpak.

Met de Verzamelwet vereenvoudiging vergunningen wordt een aantal vergunningen en wetten ingetrokken. Dat doen wij niet zo vaak, in dit huis noch in de Tweede Kamer. Het is de kunst van het loslaten. Dankzij deze verzamelwet hoeven er bijna 70.000 minder vergunningen worden aangevraagd, worden de administratieve lasten met ruim 2,6 mln. verminderd en geven burgers en bedrijven bijna 4 mln. minder aan leges uit. De Tweede Kamer heeft dit voorstel in juni 2007 aangenomen. Het is nu januari 2008. Dat is natuurlijk toch wel weer een redelijke termijn, maar ik hoop dat wij er vanavond uitkomen.

De heer Asscher leek mij een beetje te verwijten dat er volgens hem in de sommetjes sprake was van een staatsrechtelijk mosterd na de maaltijd. Boeken wij al cijfers in die wellicht pas via deze wet tot stand komen? Nee, dat doen wij niet. Wij doen het staatsrechtelijk heel zuiver. Ik ben dol op sommetjes, dus ik maak de som nog even voor de heer Asscher. In 2005 is het gehele rijksvergunningsysteem doorgenomen. Gebleken is dat er ruim 1000 stelsels waren. Voor die 1000 stelsels werden jaarlijks bijna 3 miljoen vergunningen afgegeven. Ik tel de kentekenbewijzen, de APK-vergunningen en de rijbewijzen even niet mee, want dat zijn er nog eens 11 miljoen. Wij hadden dus bijna 3 miljoen vergunningen in 1000 stelsels. In de doorlichting is bepaald dat ruim 20% van die stelsels geschrapt kan worden alsmede 40% van de vergunningen. Van dat deel is nu 70 à 80% gerealiseerd. Met deze wet komt er nog eens bijna 5% bij. Ik rond af: 67.000 vergunningen op 1,2 miljoen.

De heer Asscher vroeg naar de horecaondernemer die met veel wetten en inspecties te maken heeft en hier zo weinig van merkt. Ik heb deze week daarover nog een rapport van EIM op de nieuwjaarsbijeenkomst van het Actal in ontvangst genomen. EIM heeft nagekeken wat er allemaal aan regelgeving aankomt voor ene heer Bakker met een broodjeszaak en ene heer Pietersen met een fietsenwinkel. Dat is veel, maar ik benadruk dat wij zo veel mogelijk doen om de regeldruk merkbaar te verminderen, al zal Nederland nooit een grote regelvrije zone worden. Wij hebben een klein land en wonen daarin met veel mensen. Zij stellen strenge eisen op het terrein van veiligheid en sociale voorwaarden. Daar heb je regels voor nodig. Ik wil ondernemers dus niet de valse hoop bieden dat zij nooit meer met een regel te maken zullen hebben. De horecaondernemer blijft met maatregelen te maken hebben, al proberen wij alles zo praktisch mogelijk in te vullen. Zo wordt er in 2009 een omgevingsvergunning ingevoerd. De algemene plaatselijke verordening is voorts aangepast en biedt een goed resultaat. Bovendien is getracht om de Drank- en Horecawet te vereenvoudigen. Wij gaan hiermee door. Denk ook aan de terrasvergunningen en aan geïntegreerd toezicht op horecabedrijven. Wij hebben zelfs complimenten mogen ontvangen van de Koninklijke Horeca Nederland. Dat is een onverdachte bron.

Mevrouw Sylvester vroeg of wij de reductie en vereenvoudiging van vergunningen evalueerden. Het antwoord daarop is ja. De resultaten van de geschrapte of de vereenvoudigde vergunningen zullen in de voortgangsrapportage in het Programma Regeldruk Bedrijven staan, die twee keer per jaar verschijnt.

De heer Terpstra vroeg of het doorlichten van regels per bedrijfstak wenselijk is. Ook daarop is het antwoord ja. Ik denk dat wij van regeldruk praktische voorbeelden moeten hebben, ook kwantitatief. Die verzinnen wij niet alleen maar achter deze tafel; er zijn mensen voor nodig die met de uitwerking van de regels te maken hebben. Zo heb ik een commissie gestart die kijkt naar de regeldruk in de bouw, onder voorzitterschap van mevrouw Sybilla Dekker. Wij zijn ook bezig met regeldruk binnen de transportsector; dat doet de heer Noordzij. Het plan van aanpak "Regeldruk bedrijven" bevat een werkprogramma met zo veel mogelijk concrete maatregelen.

Deze commissies zullen over enkele maanden met hun eindrapportage komen. Ook zij moeten weer lijsten en voorbeelden geven waarmee zij laten zien hoe goedbedoelde regelgeving in de praktijk buitengewoon complex kan uitpakken of een opeenstapeling vormt. Zo wordt zichtbaar waar wij verder kunnen vereenvoudigen. Andere sectoren in het werkprogramma waarmee wij doorgaan, zijn de metaalsector en de zorginstellingen. Specifieke aandacht gaat uit naar het midden- en kleinbedrijf, bijvoorbeeld naar de aanpak van de certificering en normalisatie, zodat deze minder belastend wordt voor het mkb. De procedures rond het aanbesteden proberen wij mkb-vriendelijker in te richten. De zelfstandigen zonder personeel worden een specifieke doelgroep binnen de aanpak om merkbaar minder regeldruk voor bedrijven te bereiken.

Het is niet mogelijk om een experiment te starten waarbij voor wetten het vergunningstelsel tijdelijk wordt afgeschaft, want de wet is de wet. Wel nemen wij zo veel mogelijk concrete maatregelen om de regeldruk voor mkb-bedrijven en voor zzp'ers te verminderen.

De heer Van den Berg vroeg tevens of het niet mogelijk is om standaardsituaties door middel van algemene regels af te dekken en complexe situaties door middel van een vergunning. Ook daarop is het antwoord "ja". Voor standaardgevallen volstaan algemene regels en voor complexe situaties is inderdaad de vergunning het meest geschikte instrument. Bijvoorbeeld het milieubeleid is op deze principes gebaseerd. Voor de standaardsituaties geldt het activiteitenbesluit, waarin de algemene regels zijn opgenomen, en voor de complexe inrichtingen geldt een milieuvergunning. Op termijn zal die overigens opgaan in de omgevingsvergunning; ook daarbij proberen wij dus te komen tot één vergunning.

Bijna alle vier sprekers vroegen aandacht voor de regeldruk bij de gemeenten. Ook daarvoor is een commissie aan de slag gegaan, onder leiding van de heer Wallage. Als je bij gemeenten komt, zeggen zij vaak dat het Rijk voor zo veel regels zorgt; het Rijk geeft vaak weer de schuld aan de gemeente, die het allemaal zo ingewikkeld maakt. Het belangrijkst is dat wij hierover in ieder geval met elkaar blijven praten. Morgenmiddag zit ik bijvoorbeeld met een groot aantal wethouders Economische Zaken van de 31 grootste gemeenten aan tafel. Bij zo'n gelegenheid zitten zij een beetje tegen elkaar op te bieden: de een heeft het nog efficiënter of nog ondernemersvriendelijker viaéén loket geregeld heeft dan de ander. Vaak verlaten zij zo'n zaal met nog meer ambities, omdat zij van die goede voorbeelden van elkaar hebben geleerd. Ook de VNG is actief. Zij heeft haar model van de Algemene Plaatselijke Verordening gedereguleerd. De VNG gaat dit ook doen met andere modelverordeningen, bijvoorbeeld de ventvergunning.

Met het plan van aanpak "Regeldruk bedrijven" doen wij er ook vanuit het Rijk zo veel mogelijk aan om gemeenten te stimuleren. Wij zetten daarvoor verschillende instrumenten in. Wij hebben natuurlijk het bestuursakkoord, waarin afspraken zijn gemaakt. Wij zetten daar ook wat geld tegenover: de voucherregeling. Via deze regeling kunnen gemeenten een bureau inhuren om hen te helpen bij het doorlichten van hun plannen. Eind 2007 hadden ongeveer 200 gemeenten al een beroep gedaan op die voucherregeling. Gemeenten zijn inderdaad heel belangrijk. De gemeente is vaak het eerste overheidsloket voor de ondernemer. Denk daarbij bijvoorbeeld aan het toezicht op de brandveiligheid.

Enkele gemeenten zijn echt goed bezig. Eindhoven heeft 120 vergunningstelsels teruggebracht tot 40. "Naming and shaming" behoort tot de instrumenten die wij daarvoor inzetten, maar ook: belonen. Ik ga binnenkort een taart uitdelen in de gemeente Heemskerk, mijn naamgenoot, omdat die zo vooroploopt. Staatssecretaris De Jager, met wie ik dit onderwerp samen doe, is in Goes geweest om de gemeenteraad te belonen. Zo krijg je niet alleen negatieve energie maar ook positieve energie om dienstverlening voor bedrijven te verbeteren. Er is een grote groep voorhoedegemeenten die onder leiding van de heer Wallage aan de slag gaat. Kortom, er worden tal van instrumenten ingezet om ook de gemeenten zo veel mogelijk erbij te betrekken.

De heer Van den Berg vroeg of ik bereid ben om een regiobrede afstemming van vergunningverlening te bevorderen. Als gemeenten op een aantal terreinen samenwerken, juich ik dat zeker toe. Ik kan dat natuurlijk niet afdwingen. Wel ontstaan er bovenregionale platforms om goede ervaringen uit te wisselen, bijvoorbeeld via de Kamers van Koophandel. De commissie-Noordzij is bezig om de logistiek te vereenvoudigen door de venstertijden voor bevoorrading tussen de gemeenten beter op elkaar aan te laten sluiten.

De heer Asscher gaf het voorbeeld van de gemeente Amsterdam, waar tien van de veertien stadsdelen een verschillende boomverordening hebben. Je kunt daar lacherig over doen, maar dit is een nuttig voorbeeld van hoe gemeenten dingen verschillend aanpakken omdat zij niet voldoende bij elkaar meekijken. Ik zeg hierbij toe dat ik de gemeente Amsterdam zal benaderen – ik vermoed dat ik wethouder Asscher moet hebben – om te vragen hoe het precies zit met die bomen. Ik weet niet of het politieke klimaat inmiddels veranderd is, want er schijnt één boom te zijn in Amsterdam die in ieder geval moet blijven staan. Een voorbeeld als dit is goed om iedereen bij de les te houden. Ik zal de gemeente Amsterdam, voor zover zij dat nog niet weet, attenderen op het feit dat verschillende deelgemeenten dit allemaal anders aanpakken.

Overigens wil ik de gemeente Amsterdam ook prijzen, bijvoorbeeld op het gebied van de horeca. In Amsterdam bestaat het project Horeca 1, waarbij ondernemers in de horeca direct op internet kunnen zien welke vergunningen zij nodig hebben. Ook wordt het aanvragen en afhandelen van zo'n vergunning via internet in steeds meer gevallen mogelijk. Amsterdam maakt dus werk van dienstverlening aan en merkbaar minder regeldruk voor bedrijven.

Dit kabinet en deze staatssecretaris hebben een buitengewoon grote ambitie om merkbaar minder regeldruk voor bedrijven te creëren. Wij gaan door op de slotstand van het voorgaande kabinet. Er moet weer 25% vanaf. De systematiek die goed gewerkt heeft, waar wij internationaal voor geprezen worden, behouden wij. Er worden een aantal extra elementen aan toegevoegd. De heer Van den Berg of de heer Terpstra vroeg of het verminderen van de regeldruk wel in gezamenlijkheid ging. Het woord "samen" is mij dierbaar. Het betekent dat het debat niet alleen gevoerd moet worden met de woordvoerders van Economische Zaken, die er misschien alert op zijn, maar ook met andere departementen. Het betekent ook dat het debat in de Eerste zowel als in de Tweede Kamer gevoerd moet worden, want amendering die erbovenop gedaan zou worden, zou leiden tot extra regeldruk. Bovendien zijn de bedrijven broodnodig om ons te blijven laten voelen hoe wellicht goedbedoelde regelgeving in de praktijk volstrekt onpraktisch kan uitpakken. Ik zie zeer uit naar verdere debatten met collega's over de vraag of de vormgeving van de regelgeving zo efficiënt en praktisch mogelijk is ingericht.

De heer Asscher (VVD):

Voorzitter. De geachte afgevaardigde Van den Berg van de SGP-fractie vroeg zich af of de heer Terpstra mij wellicht rechts ging inhalen. Degenen die goed geluisterd hebben naar mijn credo, weten dat ik daar geen enkel bezwaar tegen zou hebben en dat ik hem daarvoor alle ruimte biedt.

Na mijn speech feliciteerde de staatssecretaris mij en zei: u bent de eerste die mij een gebrek aan ambitie verwijt. Ik wilde echter alleen de lat hoog leggen om de staatssecretaris en het kabinet te stimuleren. Hij zei verder dat mijn credo helemaal past bij het grote vertrouwen dat in het coalitieakkoord wordt uitgesproken in de burger. De staatssecretaris zal echter wel begrijpen dat het vertrouwen van de VVD-fractie in dit kabinet niet als groot kan worden omschreven, maar als gemiddeld.

De staatssecretaris heeft met een groot aantal voorbeelden laten zien hoezeer hij en zijn collega's hun best doen en hoe de gemeenten hiermee omgaan. Ik vind het natuurlijk prachtig dat hij de gemeente Amsterdam en de mij bekende wethouders op enkele omissies wil wijzen. Het is dan ook met grote vreugde dat ik zeg dat de VVD-fractie er blijkbaar in is geslaagd deze staatssecretaris te stimuleren. Ik beschouw dit als het moment waarop het kabinet de goede weg is ingeslagen. Mijn fractie steunt dit wetsvoorstel dan ook van harte.

Mevrouw Sylvester (PvdA):

Voorzitter. Ik bedank de regering namens de fracties van de PvdA en D66 voor haar beantwoording in eerste termijn.

De heer Asscher zegt de lat hoog te willen leggen. Ik kan mij voorstellen waarom hij naar deze beeldspraak grijpt. Hij zit inmiddels in het bestuur van het Olympisch Stadion. Mijn fracties vonden de beantwoording van de staatssecretaris namelijk bijzonder aardig. Zo zei hij dat het aantal regels in deze regeerperiode met 25% wordt verminderd en dat op alle niveaus aandacht zal worden geschonken aan deze problematiek. Verder zullen de resterende vergunningen gaan vallen onder de "lex silencio positivo", hetgeen betekent dat een aantal vergunningen omgezet wordt in algemene regels, dat vergunningen zorgvuldig worden toegewezen en dat men in principe een vergunning toegewezen heeft gekregen als men niets heeft gehoord. Dat laatste gaat natuurlijk niet op in het geval van een kerncentrale, maar dat snapt iedereen!

Ik beklemtoon dat de fracties van de PvdA en D66 voluit instemmen met het wetsvoorstel. Ik wens de regering dan ook succes met haar beleid. Wij delen immers allemaal het doel van het wetsvoorstel: het afschaffen van overbodige regels.

De heer Terpstra (CDA):

Voorzitter. Ik ben de staatssecretaris voorlopig eeuwig dankbaar voor zijn beantwoording.

In mijn uitgebreide eerste termijn heb ik als norm voor de beoordeling van de staatssecretaris de vraag geformuleerd of dit wetsvoorstel het begin is van zijn bemoeienis met vergunningen of het einde. Hij heeft duidelijk gemaakt dat het het begin is. Hij begint dus vanaf dit moment aan zijn vliegende doorstart.

Ik vind de driedeling in de verlening van vergunningen – de omzetting in algemene regels, verlening en de "lex silencio positivo" – een geweldige gedachte. Ik ga thuis zeker vertellen dat een idee van mij uit 2004 nu eindelijk is gerealiseerd, want dat komt bijna nooit voor.

Ook het omzetten van milieuregels in omgevingsvergunningen is positief. De gedachte om per bedrijfstak te werken steun ik. Ik heb overigens inmiddels van de staatssecretaris begrepen dat mijn motie onuitvoerbaar is. Ik houd haar dan ook aan. Verder vind ik de aanpak per commissie een positief punt. Ik hoop dat er heel veel uit mag komen. Veel succes!

De heer Van den Berg (SGP):

Voorzitter. De staatssecretaris eindigde zijn bijdrage met een soort hommage aan dit kabinet. Over zichzelf zei hij dat hij een staatssecretaris is die absoluut op een enthousiaste wijze de kar wil trekken en zijn departement wil leiden. Het merkwaardige in de politiek is dat politici zichzelf altijd op de borst kloppen. In dit geval was dat niet nodig geweest, want ik had het willen doen. Met andere woorden: de staatssecretaris had beter even kunnen wachten, want dan zou ik hetzelfde hebben gezegd. Maar bij dezen: hartelijk dank voor de beantwoording.

Ik heb begrepen dat de twee commissies over enkele maanden gereed zijn met de fundamentele verkenning. Wij zijn zeer benieuwd hoe dat zal gaan en wat eruit zal komen. Het is fijn dat de brede doorlichting van vergunningen aan de orde is; niet alleen gericht op het schrappen van administratieve verplichtingen, maar gebaseerd op het uitgangspunt dat er ruimte moet komen voor eigen initiatief en voor vertrouwen in plaats van dat de ondernemer met wantrouwen wordt benaderd. Ik ben blij met deze toezegging. Dit geeft moed en het is goed voor onze samenleving en voor de ondernemers. Ik vind dat wij een plezierig en positief debat hebben gehad. Graag tot de volgende keer met deze staatssecretaris.

Ik heb de opmerking gemaakt dat de heer Terpstra de heer Asscher rechts had ingehaald. Ik zou dat niet als SGP'er gezegd durven hebben, maar omdat ik mede namens de fractie van de ChristenUnie het woord voerde, had ik die vrijmoedigheid wel. Vandaar deze opmerking.

Staatssecretaris Heemskerk:

Voorzitter. Ik dank de leden voor hun inbreng. Tegen de heer Van den Berg zeg ik: ik wilde niet de indruk wekken dat ik mijzelf op de borst stond te kloppen. Wel wilde ik laten blijken dat het kabinet ambities heeft. Ik was blij dat hij zei dat hier een enthousiaste staatssecretaris staat. Het onderwerp administratieve lasten of regeldruk werd de laatste jaren nogal klagerig en kwantitatief behandeld. Ik zou dat graag willen veranderen. Wij blijven meten, maar het debat moet niet alleen over kwantiteit gaan, maar ook over de kwaliteit van de uitwerking van de regelgeving. De inzet is dat dit niet alleen klagerig gebeurt, maar dat het ook gaat leiden tot enthousiaste wethouders, waar dan ook in het land, staatssecretarissen en ministers, die de publieke dienstverlening zo goed mogelijk willen maken.

Ik dank de heer Asscher voor de steun en voor het vertrouwen. Of het nu high trust of medium trust is; zolang het maar geen motie van wantrouwen wordt.

De beraadslaging wordt gesloten.

Het wetsvoorstel wordt zonder stemming aangenomen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven