Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Invoering van de Zorgverzekeringswet en aanpassing van overige wetten aan die wet (Invoerings- en aanpassingswet Zorgverzekeringswet) (30124),

- over:

- de motie-Slagter-Roukema c.s. inzake de mogelijkheden van gemeenten om betalingsproblemen van onverzekerden op te lossen (30124, E).

(Zie vergadering van 27 september 2005.)

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.

De heer Hamel (PvdA):

Mevrouw de voorzitter. In juni stemde deze Kamer over een verre van volmaakte Zorgverzekeringswet. Nu stemt deze Kamer over de Invoerings- en aanpassingswet, een wet die juist een soepele introductie van het nieuwe stelsel mogelijk moet maken. Wij constateren dat belangrijke knelpunten nog niet zijn opgelost, zoals een deugdelijke regeling voor de onverzekerdenproblematiek, een vrije artsenkeuze voor iedereen, de medezeggenschap van verzekerden en de bescherming van persoonsgegevens.

Bij de behandeling van de Zorgverzekeringswet hebben wij al aangegeven te twijfelen aan het onderliggende mechanisme van het stemmen met de voeten. Nu bij de Invoerings- en aanpassingwet de klemtoon komt te liggen bij de restitutiepolis en in grote mate gebruik zal worden gemaakt van collectieve contracten weten wij dit zeker! Daarnaast zullen de kosten voor het nieuwe stelsel waarschijnlijk hoger uitvallen dan de kosten van het huidige stelsel en is geen sprake van een budgettair neutrale operatie.

Het is een dure en ingrijpende operatie, zonder garantie dat de beoogde verbeteringen ook zullen worden gerealiseerd. Zwaar weegt de te snelle introductie van deze wet waardoor de burger wordt overvallen met een nieuw stelsel zonder het waarom te kennen en dus te begrijpen. Een regeling die voorziet in een zo belangrijk goed als de gezondheidszorg mag geen onzekerheden oproepen, vooral niet bij hen die er afhankelijk van zijn. Het zijn wel de kwetsbare groepen en de minder draagkrachtigen die de consequenties van deze te snelle introductie het meest zullen ervaren. Mijn fractie zal daarom tegen het wetsvoorstel stemmen!

Mevrouw Slagter-Roukema (SP):

Voorzitter. Verleden week heb ik al gezegd dat mijn fractie deze wetgeving en met name deze Invoerings- en aanpassingswet een sprong in het duister vindt. Er zijn te veel onzekerheden om nu al van start te gaan, zoals collega Hamel net nog zo duidelijk heeft toegelicht. Wij willen daar ook geen verantwoordelijkheid voor nemen en zullen daarom tegen dit wetsvoorstel stemmen.

Een van de problemen was dat van de onverzekerden en daarnaast van de groepen die betalingsproblemen zullen krijgen. Wij zijn bang dat die problemen op het bordje van de gemeenten komen. Dat was ook de reden voor de motie die wij verleden week hebben ingediend. Tijdens de discussie hebben wij gesproken over een risicopot, is er een werkgroep naar voren geschoven en heeft de minister een toezegging gedaan over ernstig onvoorziene en onaanvaardbare consequenties van de wet. Er zou aandacht voor komen en er zouden wellicht substantiële stappen worden gezet. Wij willen de resultaten van die werkgroep en de invulling van die toezegging afwachten en willen dan ook deze motie aanhouden.

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Slagter-Roukema stel ik voor, haar motie op stuk nr. 30124, E van de agenda af te voeren.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Er is verzocht om hoofdelijke stemming over dit wetsvoorstel.

In stemming komt het wetsvoorstel.

Vóór stemmen de leden: Dupuis, Engels, Essers, Franken, Van Gennip, De Graaf, Van Heukelum, Hoekzema, Ten Hoeve, Holdijk, Kalsbeek-Schimmelpenninck van der Oije, Ketting, Klink, Van Leeuwen, Lemstra, Luijten, Van Middelkoop, Nap-Borger, Van den Oosten, Pastoor, Rosenthal, Russell, Schouw, Schuurman, Schuyer, Swenker, Terpstra, Timmerman-Buck, Vedder-Wubben, Wagemakers, Walsma, Werner, Woldring, Van de Beeten, Van den Berg, Bierman-Beukema toe Water, Biermans, Broekers-Knol, Van den Broek-Laman Trip, Van Dalen-Schiphorst, Doek, Doesburg en Dölle.

Tegen stemmen de leden: Eigeman, Hamel, Jurgens, Leijnse, Linthorst, Maas-de Brouwer, Meindertsma, Meulenbelt, Middel, Noten, Pormes, Putters, Van Raak, Rabbinge, Slagter-Roukema, Sylvester, Tan, Thissen, Westerveld, Witteman, Witteveen en De Wolff.

De voorzitter:

Ik constateer dat het wetsvoorstel met 43 tegen 22 stemmen is aangenomen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.