Aan de orde is de stemming over de motie-Platvoet c.s. inzake de definiëring van Roma en Sinti als nationale minderheid (26389, A).

(Zie vergadering van 30 november 2004.)

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf.

De heer Dölle (CDA):

Mevrouw de voorzitter. Het aanmerken van een groep als nationale minderheid is een gewichtige zaak. Dat is de reden waarom de CDA-fractie in het verleden, toen het ging om het terechte voorstel van de regering om het aantal van zo'n kleine zestig groepen daartoe te benoemen, terug te brengen tot één groep, heeft gezegd: dat kan niet zomaar, dat moet via de Tweede Kamer. Dat is ook de reden waarom wij hebben gevraagd om opname bij wet in formele zin. Dat is toegezegd. Gelet op de stellingname van de Tweede Kamer ten opzichte van de vijf criteria die de minister haar heeft aangeboden, zien wij uiteraard geen vrijheid om over de rug van de Tweede Kamer heen samen met de minister groepen tot nationale minderheid op te waarderen of af te waarderen, hoe men het ook wil noemen. Wij zullen dus tegen deze motie stemmen.

In stemming komt de motie.

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, GroenLinks, de SP en de OSF voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

Naar boven