Aan de orde zijn de stemmingen in verband met de wetsvoorstellen Wijziging van de Ziekenfondswet, de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en enkele andere wetten, in verband met herziening van het overeenkomstenstelsel in de sociale ziektekostenverzekering alsmede enkele andere wijzigingen (Wet herziening overeenkomstenstelsel zorg) (28994); Wijziging van de Wet tarieven gezondheidszorg in verband met experimenten, prestatiebekostiging en enige andere maatregelen (WTG ExPres) (29379), en over:

- de motie-Schouw c.s. over de invoering van Diagnose Behandel Combinaties (DBC's) (28994,29379, I).

(Zie vergadering van 30 november 2004.)

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf.

De heer Hamel (PvdA):

Voorzitter. Mijn fractie had en heeft twijfels over de doelmatigheid van de wetsvoorstellen Herziening overeenkomstenstelsel zorg en WTG ExPres. Daarmee heeft zij ook zorg over onnodige prijsstijging. Een belangrijk onderdeel hierbij is de voorgestane marktwerking. De minister heeft in het debat ook de beperkingen van de gezondheidszorg voor marktwerking aangegeven. Hij heeft beklemtoond dat het vooral gaat om prikkels die tot doelmatig gedrag leiden en de competitie tussen de aanbieders bevorderen. Bij een niet redelijke prijsstijging zal worden ingegrepen. Tevens zijn voorzichtige stappen aangegeven voor de eerste fase. De omvang van de introductie van het nieuwe systeem blijft beperkt tot 10% van het zogenaamde B-deel. Toegezegd is dat verdere stappen pas gezet kunnen worden als de evaluatie van de eerste fase heeft plaatsgevonden. De motie-Schouw c.s. geeft daarvoor een goede kaderstelling. Afgesproken is dat de patiëntenkracht bij de Ziektekostenwet verder uitgewerkt zal worden. Waar het gaat om de privacy, is toegezegd dat het wetsvoorstel alsnog voor advies zal worden voorgelegd aan het CPB en dat, indien het advies daar aanleiding toe geeft, de wet- en regelgeving zal worden aangepast.

De toezeggingen van de minister in het debat en de motie-Schouw geven ons de mogelijkheid, over onze twijfels voor de eerste fase heen te stappen en de uitkomsten in de praktijk af te wachten. Wij zullen dan ook voor beide wetsvoorstellen alsmede de motie stemmen.

In stemming komt wetsvoorstel 28994.

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks en de SP tegen dit wetsvoorstel hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is aangenomen.

In stemming komt wetsvoorstel 29379.

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks en de SP tegen dit wetsvoorstel hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is aangenomen.

De heer Schouw (D66):

Ik wil nog een korte toelichting geven op mijn motie. De minister was buitengewoon positief over deze motie die ik vorige week heb ingediend, zij het onder de conditie dat de termijn zou worden veranderd van "twee maanden" in "vier maanden". Overleg met de griffier heeft opgeleverd dat de tekst van de motie hiervoor niet gewijzigd behoeft te worden, maar dat de wijziging met deze opmerking kan worden doorgevoerd.

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf over de aldus gewijzigde motie.

Mevrouw Swenker (VVD):

Voorzitter. De VVD-fractie heeft de motie niet ondertekend. Nu de termijn evenwel is veranderd van twee maanden in vier maanden, is ook de VVD-fractie buitengewoon geïnteresseerd in de evaluatiecriteria en het evaluatiekader. Zij zal nu dan ook vóór de motie stemmen.

In stemming komt de motie-Schouw c.s. (28994, 29379, I).

De voorzitter:

Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

Naar boven