Aan de orde zijn de stemmingen in verband met de wetsvoorstellen:
- Vaststelling van titel 7.4 (Huur) van het Burgerlijk Wetboek (26089);
- Integratie van de Huurprijzenwet woonruimte en
de Wet op de huurcommissies in een uitvoeringswet huurprijzen woonruimte onder
gelijktijdige overheveling van een deel van de tekst van de Huurprijzenwet
woonruimte naar de nieuwe titel 7.4 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek
(Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte) (26090);
- Vaststelling van afdeling 7.4.6 van het Burgerlijk Wetboek (huur van bedrijfsruimte)
(26932).
De voorzitter:
Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf.
Mevrouw Broekers-Knol (VVD):
Voorzitter. Het zal duidelijk zijn dat de VVD-fractie, ondanks alles wat
daarover is gezegd en geschreven, grote bezwaren blijft houden, met name met
wetsvoorstel 26089. De VVD-fractie is dan ook verheugd dat de regering heeft
toegezegd om aan de twee belangrijkste bezwaren, namelijk die inzake de artikelen
215 en 244, die bijna kamerbreed in de Eerste Kamer leven, tegemoet te komen
door een nieuw wetsvoorstel in te dienen. Wij twijfelen niet aan de goede
intentie van de regering en zien de spoedige indiening van dit wetsvoorstel
gaarne tegemoet.
Niettemin is er op dit moment geen enkele garantie dat dit wetsvoorstel
de Eerste Kamer zal bereiken. Evenmin valt met zekerheid te zeggen hoe het
er precies uit zal zien en wat het uiteindelijke resultaat zal zijn van de
vier met elkaar samenhangende wetsvoorstellen. Daarom blijft onze fractie
de mening toegedaan dat het in dit geval de koninklijke weg is om alle wetsvoorstellen
aan te houden. Wij betreuren het dat de minister van Justitie zich daar zo
tegen verzet. De regering heeft toegezegd dat de voorliggende wetten niet
in werking zullen treden zolang niet de door de Eerste Kamer gewenste en door
de regering toegezegde wetswijzigingen zijn aangebracht. Voorzitter. Wij houden
de regering aan haar woord.
Dit gezegd zijnde, kunnen wij instemmen met de wetsvoorstellen.
In stemming komt wetsvoorstel 26089.
De voorzitter:
Ik constateer dat het aanwezige lid van de fractie van de OSF tegen het
wetsvoorstel heeft gestemd en de aanwezige leden vanVoorzitter de overige
fracties ervoor, zodat het is aangenomen.
In stemming komt wetsvoorstel 26090.
De voorzitter:
Ik constateer dat het aanwezige lid van de fractie van de OSF tegen het
wetsvoorstel heeft gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ervoor,
zodat het is aangenomen.
In stemming komt wetsvoorstel 26932.
Het wetsvoorstel wordt met algemene stemmen aangenomen.
De voorzitter:
Ik feliciteer de minister met deze uitslag. Hij deelde mij zojuist mede
dat het wetsvoorstel dat aanhangig moet worden gemaakt in de ministerraad,
daar aanstaande vrijdag al aan de orde is.