Aan de orde zijn de stemmingen over de wetsvoorstellen Algehele herziening van de Vreemdelingenwet (Vreemdelingenwet 2000) (26732), en Invoering van de Vreemdelingenwet 2000 en daarmee verband
houdende wijziging van diverse wetten alsmede intrekking van de Wet gemeentelijke
zorg voor houders van een voorwaardelijke vergunning tot verblijf (Invoeringswet
Vreemdelingenwet 2000) (26975).
(Zie vergadering van 14 november 2000.)
De voorzitter:
Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen.
De heer Kohnstamm (D66):
Voorzitter! Ik ben mijn tweede termijn geëindigd met de mededeling
dat ik mijn fractie zou adviseren om niet tegen de wet te stemmen. Ik heb
er toen echter direct voor gewaarschuwd dat het een stelletje eigenwijze types
is. Wij hebben er vanochtend weer uitvoerig over gesproken. Het is een lastige
beslissing geweest voor de fractie, vooral omdat er elementen in de wet zitten
die ons niet zinnen. Dat geldt met name voor het afschaffen van de bezwaarfase.
Wij moeten echter toegeven dat die elementen in het regeerakkoord staan en
daaraan hebben wij ons gebonden.
Er zit een aantal elementen in het wetsvoorstel die ook overigens niet
zonder problemen zijn. Maar ere wie ere toekomt: het debat dat door de staatssecretaris
is gevoerd, was overtuigend. Er is een belangrijke toezegging gedaan op de
uitleg van de artikelen 30 en 31 van de Vreemdelingenwet. Mijn fractie zal
haar steun dan ook niet aan het wetsvoorstel onthouden.
Mevrouw Timmerman-Buck (CDA):
Voorzitter! De CDA-fractie heeft een aantal bezwaren tegen de voorstellen
voor de Vreemdelingenwet 2000 en de Invoeringswet Vreemdelingenwet 2000. De
twee meest fundamentele daarvan zijn de volgende. Het eerste bezwaar betreft
de grote risico's die kleven aan de uniforme status en de gelijkschakeling
van het voor- zieningenniveau voor alle statushouders. Het tweede bezwaar
betreft de voorgestelde wettekst met betrekking tot het veiligelandenbeleid,
aangezien deze tekst strijdig is met het Vluchtelingenverdrag. De CDA-fractie
zal dus tegen beide wetsvoorstellen stemmen.
Mevrouw Le Poole (PvdA):
Mijnheer de voorzitter! De PvdA-fractie had over de Vreemdelingenwet 2000
een groot aantal zorgen en vragen. De voornaamste daarvan betroffen het ontbreken
van een criterium voor versnelde afdoening van asielzaken, de vraag of de
invulling van het begrip "veilige landen" in overeenstemming is met het Vluchtelingenverdrag
en het EVRM, en de uitwerking van de rechtspositie van de zogeheten reguliere
vreemdelingen in het Vreemdelingenbesluit.
In de loop van de schriftelijke beantwoording hebben sommige vragen al
een bevredigend antwoord gekregen en zijn onze zorgen over de uitvoering van
de wet in de praktijk verminderd. Door zijn heldere beantwoording in het plenaire
debat en de toezeggingen gedaan omtrent de inhoud van de lagere regelgeving
heeft de staatssecretaris de nog bestaande twijfels voldoende weggenomen en
onze gehele fractie uiteindelijk overtuigd, unaniem voor deze wet te stemmen.
Wij hopen hierdoor bij te dragen aan een zo groot mogelijk draagvlak voor
deze belangrijke wet, die een betere en snellere afdoening van procedures
in vreemdelingenzaken mogelijk moet maken.
De heer Holdijk (SGP):
Voorzitter! Als woordvoerder van de fracties van de SGP en RPF/GPV ben
ik de vorige week dinsdag de tweede termijn van de behandeling van de Vreemdelingenwet
in deze Kamer geëindigd met twijfel uit te spreken over het effect van
de wet. Persoonlijk had ik mijn standpunt toen al wel bepaald. Nader beraad
in beide fracties heeft ertoe geleid dat zij voor beide wetsvoorstellen zullen
stemmen, omdat ze deze per saldo toch het voordeel van de twijfel gunnen.
In stemming komt wetsvoorstel nr. 26732.
De voorzitter:
Er zal worden gestemd bij hoofdelijke oproeping.
Vóór stemmen de leden Ginjaar, Hessing, Van Heukelum, Holdijk,
Jaarsma, De Jager, Jurgens, Ketting, Kneppers-Heijnert, Kohnstamm, Luijten,
Lycklama à Nijeholt, Meindertsma, Le Poole, Rabbinge, Rensema, Roscam
Abbing-Bos, Rosenthal, Schuurman, Schuyer, Stekelenburg, Swenker, Tan, Terlouw,
Van Thijn, Varekamp, Ter Veld, Veling, De Vries, Witteveen, Wolfson, Wöltgens,
De Beer, Van den Berg, Bierman, Bierman-Beukema toe Water, De Blécourt-Maas,
Van den Broek-Laman Trip, Van Bruchem, Castricum, Dees, Doesburg,
Dupuis en de voorzitter.
Tegen stemmen de leden Eversdijk, Van Gennip, Hofstede, Van den Hul-Omta,
Van der Lans, Van Leeuwen, Lemstra, Van der Linden, Lodders-Elfferich, Pastoor,
Pitstra, Platvoet, Ruers, Van Schijndel, Schoondergang-Horikx, Stevens, Timmerman-Buck,
Walsma, Werner, Woldring, De Wolff, Baarda, Van de Beeten, Bemelmans-Videc,
De Boer, Boorsma, Braks en Dölle.
De voorzitter:
Ik constateer, dat het wetsvoorstel met 44 tegen 28 stemmen is aangenomen.
In stemming komt wetsvoorstel 26975.
De voorzitter:
Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, GroenLinks
en de SP tegen dit wetvoorstel hebben gestemd en die van de overige fracties
ervoor, zodat het is aangenomen.
De vergadering wordt enige ogenblikken geschorst.