Aan de orde is de behandeling van:

het wetsvoorstel Wijziging van de Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer, van de Wet vergoedingen leden Eerste Kamer en van de Wet schadeloosstelling, uitkering en pensioen leden Europees Parlement (wijziging bedragen schadeloosstelling en vergoedingen) (25160).

De voorzitter:

Er hebben zich geen sprekers aangemeld. Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring.

De heer De Boer (GroenLinks):

Voorzitter! Ik ben mij ervan bewust, de Kamer te hebben verrast met het vragen van een stemming, want dat gebeurt bijna nooit. Af en toe moet je de obligate zin vervangen door een echte.

Voorzitter! Omdat mede door toedoen van het zittende kabinet en de partijen die dat steunen, de verschillen tussen arm en rijk schrijnender zijn geworden, de positie van de minimuminkomens onder druk staat en de WW en de nabestaandenwet zijn verslechterd, vindt de fractie van GroenLinks dit niet het juiste moment om de inkomenspositie, met name de wachtgeld- en pensioen voorzieningen van parlementariërs, sterk te verbeteren. Wij hebben dan ook geen behoefte aan dit wetsvoorstel en zullen tegenstemmen.

De voorzitter:

Ik stel voor, te stemmen bij zitten en opstaan.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de SP en het lid Bierman tegen dit wetsvoorstel hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is aangenomen.

Ik stel vast, dat het wetsvoorstel is aangenomen met een tweederde meerderheid, waarmee aan de wettelijke voorschriften is voldaan.

Naar boven