Vragen van de leden Albert deVries (PvdA) en AgnesMulder (CDA) aan de Minister van Economische Zaken over het bericht dat NLVOW de gedragscode windenergie niet ondertekent (ingezonden 28 augustus 2014).

Antwoord van Minister Kamp (Economische Zaken), mede namens de Minister van Infrastructuur en Milieu (ontvangen 10 november 2014). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2013–2014, nr. 2938.

Vraag 1

Kent u het bericht «Vergoeding omwonenden windpark»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Bent u het er mee eens dat het zeer onwenselijk is dat de Nederlandse Wind Energie Associatie (NWEA) (eenzijdig) een gedragscode heeft vastgesteld zonder overeenstemming te bereiken met bewoners verenigd in de Nederlandse Vereniging Omwonenden Windturbines (NLVOW)?

Antwoord 2

De NLVOW heeft op 29 augustus 2014 eenzijdig een gedragscode vastgesteld. De NWEA heeft samen met Stichting Natuur & Milieu, Stichting De Natuur- en Milieufederaties en Greenpeace Nederland op 3 september 2014 een gedragscode vastgesteld. Ik ben het met de leden eens dat het bestaan van meerdere gedragscodes naast elkaar geen wenselijke ontwikkeling is. Ik roep partijen op met elkaar in gesprek te blijven.

Vraag 3

Bent u bereid om een bemiddelende rol te spelen om te bevorderen dat er alsnog een gemeenschappelijke gedragscode kan worden opgesteld? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

De verantwoordelijkheid voor de totstandkoming van een gezamenlijke gedragscode ligt bij de betrokken private partijen en niet bij de overheid. De gedragscode van NWEA en de natuur- en milieuorganisaties zie ik als een eerste stap in de goede richting. Deze gedragscode bindt de leden van NWEA vanaf heden. Ook de natuur- en milieuorganisaties zeggen in deze gedragscode toe het draagvlak voor individuele windenergieprojecten actief te bevorderen. Ik roep alle partijen, inclusief NLVOW, op om een tweede stap te zetten. Bepalend hierbij is niet de bemiddelende rol van de overheid, maar de wil bij alle betrokken partijen om er samen uit te komen.

Vraag 4

Deelt u de mening dat er een vorm van compensatie of participatie voor direct omwonenden nodig is voor meer draagvlak voor windenergie?

Antwoord 4

Participatie is iets anders dan compensatie. Participatie is het betrekken van omwonenden bij een project. Ik vind dit van groot belang. Het vanaf een vroeg stadium laten meepraten van omwonenden komt het draagvlak en de kwaliteit van een plan of project ten goede. Deze zogenaamde planparticipatie maakt onderdeel uit van de Rijkscoördinatieregeling. In het wetsvoorstel Omgevingswet, dat bij uw Kamer is ingediend (Kamerstuk 33 962), wordt deze vorm van participatie verder wettelijk verankerd.

De betrokkenheid van omwonenden wordt ook vergroot door hen mede-eigenaar te maken van een project of anderszins financieel te laten participeren in een project. Deze financiële participatie is niet wettelijk geregeld. Het is aan partijen om te bezien of financiële participatie in een specifiek geval wenselijk is en welke vorm het best past bij het project.

Tot slot is er compensatie. Compensatie is wettelijk geregeld. Een omwonende die in zijn fysieke leefomgeving schade lijdt als gevolg van een bestemmingswijziging, heeft onder voorwaarden recht op planschadevergoeding. Dit betekent bijvoorbeeld dat een omwonende van een windturbinepark recht kan hebben op een schadevergoeding voor de waardedaling van zijn huis. Het staat private partijen vrij om los van wettelijke planschadevergoeding een vergoeding met omwonenden overeen te komen.

Vraag 5

Deelt u tevens de mening dat het wenselijk is dat ook overheden een belangrijke rol hebben bij de participatie, communicatie, vergunningverlening en daarmee het maken van ruimtelijke afwegingen over windenergieprojecten? Zo ja, op welke manier wordt dan vorm en inhoud gegeven aan deze rol en is dat voldoende om een stevig draagvlak te krijgen voor de energietransitie?

Antwoord 5

Ja, als bevoegd gezag gaat de overheid primair over de ruimtelijke afweging voor een windenergieproject en over de vergunningverlening. Het organiseren van participatie en de communicatie over die ruimtelijke afweging en vergunningverlening maken onderdeel uit van deze wettelijke procedures. Naast deze rol bij individuele windenergieprojecten, voeren de verschillende overheden beleid om draagvlak voor de energietransitie te vergroten. De belangrijkste uiting hiervan is de totstandkoming van het Energieakkoord, waarbij de nationale doelstellingen voor duurzame energie in gezamenlijkheid met tientallen partijen zijn uitgewerkt naar concrete maatregelen. Alle betrokken partijen werken hier hard aan.

Vraag 6

Bent u bereid of van plan om de gedragscode, of onderdelen daarvan, verplicht te stellen voor ontwikkelaars van windenergieprojecten zoals de initiatiefnemers van de gedragscode u hebben verzocht?

Antwoord 6

Nee. De waarde van een gedragscode is erin gelegen dat de betrokken partijen hem willen naleven, omdat zij het nut en het belang van de eigen afspraken inzien. Het verplicht stellen van overheidswege doet hier geen recht aan. Ook doet het geen recht aan de diversiteit in de windsector. Bij veel projecten nemen de bewoners van een gebied zelf de ontwikkeling van een windpark ter hand. Zij organiseren draagvlak en participatie op hun eigen wijze. In het wetsvoorstel Omgevingswet is bewust gekozen participatie verplicht te stellen, maar geen regels te stellen aan de manier waarop dat gebeurt. Zo blijft er ruimte voor maatwerk. Ik zie geen grond om voor de windsector een uitzondering te maken op dit principe.

Naar boven