Vragen van het lid White (GroenLinks-PvdA) aan de Minister van Economische Zaken over het bericht dat ondernemende vrouwen en migranten hard nodig zijn wil Nederland economisch leidend zijn (ingezonden 14 augustus 2024).

Antwoord van Minister Beljaarts (Economische Zaken) (ontvangen 1 oktober 2024). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 2483.

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Wil Nederland economisch leidend zijn, dan zijn ondernemende vrouwen en migranten hard nodig»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Hoe gaat u bijdragen aan het verbeteren van de toegang tot financiering voor vrouwelijke en migrantondernemers, gezien de huidige onderfinanciering zoals vermeld in het onderzoek van ABN Amro en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)?

Antwoord 2

De Rijksoverheid heeft een uitgebreid instrumentarium beschikbaar om de toegang tot financiering te vergroten voor alle bedrijven. Via Qredits worden directe leningen verstrekt aan bedrijven die niet bij een financier in aanmerking komen voor financiering. Ook via garanties zoals de Borgstelling MKB-kredieten (BMKB) wordt de toegang tot financiering vergroot voor bedrijven met te weinig zekerheden. Daarnaast werkt het kabinet momenteel aan de Financieringshub bij de KVK waar ondernemers informatie en ondersteuning kunnen krijgen bij een financieringsvraag.

Vraag 3

Wat zijn concrete maatregelen die u neemt om de barrières voor ondervertegenwoordigde groepen te verlagen en hun toegang tot financiering te verbeteren?

Antwoord 3

De Rijksoverheid heeft een breed instrumentarium voor financiering, voor zowel het brede als het innovatieve mkb (inclusief startups). Deze instrumenten zijn onder gelijke voorwaarden toegankelijk voor alle ondernemers in Nederland, zonder onderscheid des persoons. Daarbij heeft het Ministerie van Economische Zaken oog voor initiatieven die zich richten op diversiteit en inclusiviteit.

Zo steunt mijn ministerie Code-V (een stichting met het doel om vrouwelijk ondernemerschap te stimuleren en vrouwelijke ondernemers meer toegang te bieden tot financiering en essentiële kennis) met een eenmalige startsubsidie. Daarnaast is diversiteit een belangrijke pijler in het vormgeven van adviescommissies waarbij wordt gestreefd naar een man/vrouw-verhouding van 50/50. Diversiteit wordt als nadrukkelijk criterium meegewogen bij regelingen zoals de Seed Capital-regeling. Veel fondsen die gebruikmaken van deze regeling hebben zich daarnaast geconformeerd aan het Fundright initiatief, een initiatief van Techleap (zie het antwoord op vraag 11).

Met betrekking tot Tech startups en scale-ups kan men zich aansluiten bij het Diverse Leaders in Tech (DLiT) community, een initiatief ontstaan uit Techleap, dat door EZ wordt gesubsidieerd. DLiT is een community voor ondernemers, bestuurders en talent die zich identificeren als iemand met een diverse achtergrond. Via deze community krijgt men toegang tot een breed netwerk en gerichte programma’s.

Vraag 4

Wat zijn de stappen die worden genomen om ervoor te zorgen dat meer dan 2 procent van het durfkapitaal naar vrouwelijke oprichters gaat, zoals nu het geval is volgens Techleap?

Antwoord 4

Zie het antwoord op vraag 3.

Vraag 5

Gaat u ook de slechte financiering van zwarte oprichters aanpakken? Zo ja, hoe?

Antwoord 5

Zie het antwoord op vraag 3, 7 en 8.

Vraag 6

Gaat u inclusieve financiering opnemen in het Nationaal Convenant MKB-Financiering, zoals is voorgesteld door Koningin Máxima en benadrukt in het rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR)? Zo ja, hoe?

Antwoord 6

Het Nationaal Convenant MKB Financiering is een initiatief van de sector en als zodanig gaat de sector dan ook primair over de inhoud van het convenant en hoe daar uitwerking aan wordt gegeven met de Gezant MKB-Financiering. In de werkgroepen onder leiding van de Gezant is gesproken over het belang van inclusieve financiering en is met aandacht onder andere naar Code-V gekeken en hoe de link kan worden gelegd tussen inclusieve financiering en de Financieringshub. De Financieringshub beoogt immers financiering voor alle ondernemers toegankelijker te maken. In zijn recent aan MEZ aangeboden tussenrapport doet de Gezant eveneens de aanbeveling en de oproep aan Stichting MKB Financiering om de ondertekening door non-bancaire financiers van Code-V te stimuleren

Vraag 7

Welke specifieke beleidsmaatregelen overweegt u om diversiteit in ondernemerschap (in bredere zin dan financiering) te bevorderen?

Antwoord 7

Met het bedrijfsleven en innovatiebeleid beogen we het verdienvermogen van Nederland te versterken, oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen te ontwikkelen en op te schalen en de economische weerbaarheid van Nederland te vergroten. Om dit te bereiken zet het kabinet in op een ondernemende en innovatieve samenleving met gelijke kansen voor iedereen.

Het rapport OECD Missing Entrepreneurs 20232 laat zien dat onder vrouwen en allerlei groepen met een diverse achtergrond een onbenut ondernemerspotentieel zit. We zijn erbij gebaat als meer mensen uit deze groepen gaan ondernemen en gelijke kansen hebben, bijvoorbeeld in de toegang tot financiering. Recent onderzoek3 laat zien dat de populatie ondernemers inderdaad meer divers wordt. Zo steeg het percentage ondernemers met een niet-Nederlandse herkomst (eerste en tweede generatie) van 17% in 2010 tot 28% in 2023.

Vraag 8

Hoe gaat u de ongelijke startposities van vrouwelijke en migrantondernemers aanpakken zodat zij dezelfde kansen krijgen als andere ondernemers in Nederland?

Antwoord 8

De Rijksoverheid streeft ernaar dat iedere ondernemer in Nederland dezelfde kansen krijgt in zowel de start als doorgroei van zijn of haar bedrijf. Uit CBS-data blijkt dat in 2023 35,7% van startende MKB-ondernemers een eerste- of tweedegeneratie migratieachtergrond heeft, ten opzichte van 20,3% in 2010. Hiermee komt het totale aandeel van MKB-ondernemers met een niet-Nederlandse achtergrond in 2023 op 22,1%, ten opzichte van 14% in 20104.

Een voorbeeld van een beleidsinterventie is de Taskforce Diversiteit & Inclusie. Hierin werken bedrijfsleven, overheid, kennisinstellingen en andere belanghebbenden aan meer diversiteit en inclusie in de digitale sector. Een van de doelen van het initiatief is om pariteit in de man-vrouw verdeling te realiseren in 2030.

Met de talentpool in de Tech is de verwachting dat ook het aantal Founders met een diverse achtergrond zal toenemen, gezien het vliegwieleffect zoals omschreven in de Kamerbrief over startups en scale-ups als motor voor transities en groei5.

Tevens bestaat de in antwoord 3 omschreven DLiT community. Vanuit de community, die bedoeld is voor zowel de leiders als talent, wordt onder andere het belang voor het onderwerp onder de aandacht gebracht en ondersteuning geboden aan ondernemers die zich identificeren als Founder met een zogeheten diverse achtergrond. Concrete voorbeelden van hun interventies zijn leerprogramma’s, mentorships en gerichte netwerkgelegenheden. Hiernaast krijgen de leden best practices tot hun beschikking. Het doel van de DLiT Community is om de leden zich thuis te laten voelen in de Tech sector.

Hiernaast ondersteunt mijn ministerie geregeld private initiatieven met (opstart)subsidies. Een voorbeeld hiervan is Code-V, dat gericht is op het versnellen van vrouwelijk ondernemerschap.

Graag benadruk ik de dwarsdoorsnijdende prioriteit die het thema heeft. Zo worden adviescommissies van regelingen divers ingedeeld (zie het antwoord op vraag 3) en is diversiteit een van de rangschikkingscriteria in subsidies zoals de Seed Capital regeling (zie het antwoord op vraag 11).

Vraag 9

Welke initiatieven worden er genomen om het aantal startups met diverse oprichters te vergroten en hoe gaat u ervoor zorgen dat het Nederlandse startup-ecosysteem hierop aansluit?

Antwoord 9

Zie het antwoord op vraag 8.

Vraag 10

Welke specifieke ondersteuning en financiering wordt geboden aan startups en innovatieve bedrijven die al worden geleid door ondervertegenwoordigde groepen en hoe wordt het succes van deze bedrijven gemonitord en gestimuleerd?

Antwoord 10

De Rijksoverheid heeft een goed functionerend instrumentarium voor durfkapitaal, dat aansluit bij verschillende ontwikkelingsfases van startups en scale-ups. Al deze instrumenten zijn beschikbaar voor alle ondernemers in Nederland. Er is aandacht voor diversiteit bij de aanvragers, en ook bij de samenstelling van de verschillende adviescommissies die aanvragen beoordelen (zie het antwoord op vraag 11).

Tevens ondersteunt de DLiT community deze groep van ondernemers (zie het antwoord op vraag 8).

Vraag 11

Gaat u de Seed Capital-regeling aanscherpen en beter monitoren om de kracht van diversiteit en inclusie beter te benutten? Zo ja, hoe? Wat is de status van de publieke presentatie van de resultaten van deze regeling? Kunt u hierbij specifiek ingaan op de toevoeging van het vierde subcriterium van de regeling met betrekking tot diversiteit?

Antwoord 11

Op dit moment wordt er binnen de Seed Capital-regeling al veel aandacht besteed aan inclusie en diversiteit. Vanaf 2020 wordt gevraagd aan fondsen om diversiteit op te nemen in hun fondsplan, en sinds 2021 wordt diversiteit meegenomen in de rangschikkingscriteria die de adviescommissie hanteert (als onderdeel van relevante ervaring en deskundigheid van de fondsdeelnemers). Daarbij gaat het zowel om diversiteit in het fondsmanagement als om diversiteit bij de bedrijven waar men in investeert. Het merendeel van de gehonoreerde aanvragers sinds 2021 bestaat uit diverse investeringsteams en een aanzienlijk deel heeft zich ook geconformeerd aan het Fundright initiatief. Dit ziet RVO ook terug in de managementteams van de startups, al kan dit wel sterk verschillen per sector waarin wordt geïnvesteerd. Diversiteit wordt daarnaast als standaard onderdeel meegenomen in de monitorgesprekken met de Seedfondsen.

Feit is dat de adviescommissie van de Seed Capital-regeling bestaat uit 4 vrouwen en 5 mannen, om op dat niveau tevens diversiteit te bevorderen. Naast de reguliere monitoringsgesprekken wordt op dit moment tevens onderzocht of er een monitoringssysteem kan worden vormgegeven waarin per fonds bijgehouden kan worden hoeveel vrouwen en mannen er werkzaam zijn. Op wwww.bedrijvenbeleidinbeeld.nl is informatie over doelen en beleidsinterventies, kernindicatoren, evaluaties en analyses openbaar beschikbaar.

Vraag 12

Hoe kan inclusief ondernemerschap worden ingezet om de economische doorwerking van het slavernijverleden tegen te gaan en ziet u mogelijkheden om hiervoor gebruik te maken van de inzichten uit de internetconsultatie van de subsidieregeling Maatschappelijke Initiatieven Slavernijverleden Europees Nederland?

Antwoord 12

Voor een antwoord op deze vraag verwijs ik u naar de Kamerbrief van 22 april jl. «Vervolgtraject excuses slavernijverleden» (Kamerstuk II 36 284, nr. 39 ). In de brief is terug te lezen waar de subsidieregeling voor bedoeld is, namelijk het ondersteunen van maatschappelijke initiatieven vanuit de gemeenschappen met een trans-Atlantische slavernijverleden.


X Noot
1

De Volkskrant, 4 augustus 2024, «Opinie: Wil Nederland economisch leidend zijn, dan zijn ondernemende vrouwen en migranten hard nodig» (Opinie: Wil Nederland economisch leidend zijn, dan zijn ondernemende vrouwen en migranten hard nodig | de Volkskrant)

X Noot
3

Bijna 1 miljoen ondernemers erbij sinds 2010, CBS: https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2024/32/bijna-1-miljoen-ondernemers-erbij-sinds-2010

X Noot
4

Op basis van CBS data (CBS StatLine): Ondernemers (startend); herkomst, bedrijfstak: https://mkbstatline.cbs.nl/#/MKB/nl/dataset/48090NED/table?ts=1725971630202

X Noot
5

Kamerstuk 32 637, nr. 567

Naar boven