Aanhangsel van de Handelingen
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2023-2024 | 2555 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2023-2024 | 2555 |
Bent u bekend met het bericht «Commerciële dierenartsketens zetten onderzoek naar hoge rekeningen naar hun hand»?1
Kunt u verklaren waarom uw ministerie ervoor koos om de commerciële partijen die werden onderzocht invloed te laten hebben op het onderzoek, voordat u begon met het uitvoeren van de motie van het lid Beckerman c.s. (Kamerstuk 36 200 XIV, nr. 28)?
Betrokkenheid van belanghebbenden is een wezenlijk onderdeel bij het maken van beleid binnen de Rijksoverheid. Voor het opstellen van deze specifieke onderzoeksvragen is het van belang inzicht te hebben in de dagelijkse praktijk. Deze betrokkenheid voorafgaande aan het onderzoek, was vormgegeven in een eenmalig stakeholdersoverleg met de Faculteit diergeneeskunde, de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde (KNMvD), het Collectief Praktiserende Dierenartsen (CPD) en de ketens Evidensia, Anicura en CVS. In het stakeholdersoverleg is een eerste concept van de onderzoeksvragen gepresenteerd om de belanghebbenden de gelegenheid te geven op feitelijke onjuistheden te kunnen reageren en te reflecteren op de vragen. Er is dan ook geen sprake van invloed op het onderzoek, wel betrokkenheid. Mijn voorganger heeft uiteindelijk, als opdrachtgever van het onderzoek, bepaald welke onderzoeksvragen aan het onderzoeksbureau zijn gegeven als opdracht.
Deelt u de mening dat de onafhankelijkheid en betrouwbaarheid van het onderzoek door de actieve inbreng van grote dierenartsenketens worden geschaad, waarbij zij zelf het onderwerp van de casus zijn?
Nee, die mening deel ik niet. Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 2 is de inbreng van belanghebbenden beperkt tot een reactie op het concept van de onderzoeksvragen. Mijn voorganger heeft, als opdrachtgever van het onderzoek, bepaald welke onderzoeksvragen aan het onderzoeksbureau zijn gegeven als opdracht.
Ook bij de uitvoering van het onderzoek is de onafhankelijkheid en betrouwbaarheid van het onderzoek geborgd. Het is staande praktijk dat bij onafhankelijke externe onderzoeken een stuur- en klankbordgroep worden ingesteld. De stuurgroep draagt de verantwoordelijkheid voor het bewaken van de voortgang en het beheren van risico's om ervoor te zorgen dat het project succesvol wordt uitgevoerd en de beoogde resultaten worden behaald. De KNMvD en CPD zijn als belangenbehartiger van de veterinaire beroepsgroep onderdeel van de stuurgroep, naast een hoogleraar Bedrijfseconomie van de Wageningen University & Research (WUR). Ketens zijn niet vertegenwoordigd in deze stuurgroep.
De klankbordgroep bestaat uit belanghebbende partijen waarvan verwacht wordt een bijdrage te leveren aan het onderzoek. In de klankbordgroep van dit onderzoek hebben de Faculteit diergeneeskunde, KNMvD het CPD, Caring Vets en de ketens Evidensia, Anicura, CVS en Ranzijn Dierenarts zitting. De opdrachtnemer, in dit geval het onafhankelijk onderzoeksbureau Ecorys, is verantwoordelijk voor de inhoud en betrouwbaarheid van het onderzoek en de resultaten.
Na afloop zijn de gemaakte afspraken per mail gecommuniceerd met de deelnemers aan het overleg.
De ketens hebben, naast de KNMvD, CPD en de Faculteit diergeneeskunde deelgenomen aan één stakeholdersoverleg, zoals verwoord in mijn antwoord op vraag 2. Hier is uitleg gegeven over het proces van voorbereiding en opstarten van het onderzoek. Daarnaast zijn partijen geïnformeerd over de inrichting van een stuurgroep, waarin in ieder geval LNV, KNMvD en CPD zitting hebben. Verder is toegelicht dat er een klankbordgroep wordt ingericht, waarin ook de ketens zitting kunnen nemen, en is gevraagd een bijdrage te leveren aan het onderzoek.
In het stakeholdersoverleg is verder toegelicht dat:
• het onderzoek gaat kijken naar de ontwikkeling van kosten en van de tarieven in de diergeneeskundige zorg, in vergelijking met het algemene prijspeil.
• het onderzoek zich niet richt op een oordeel over rechtvaardiging van de prijs.
• de verkenning naar de mogelijkheden van de overheid om prijsstijgingen te beperken buiten het onderzoek valt en wordt uitgevoerd samen met het Ministerie van EZK.
• partijen uit het stakeholdersoverleg nog schriftelijke reactie kunnen leveren n.a.v. het overleg van 11 juli 2023.
Wat waren de oorspronkelijke concept onderzoeksvragen en wat zijn de definitieve onderzoeksvragen van het onderzoek?
Tijdens het stakeholderoverleg op 11 juli 2023 zijn de volgende concept onderzoeksvragen besproken:
Onderzoeksvragen:
• Wat zijn de prijsontwikkelingen van dierenartstarieven sinds 1990 in hoogte en componenten?
• Is er een relatie tussen prijsontwikkelingen van dierenartstarieven en de ontwikkelingen in de diergeneeskundige zorg (vraag en antwoord) sinds 1990?
• Wat zijn de ontwikkelingen aan vraag en antwoordkant
• Wat is de invloed van overnames en samenwerkingsverbanden van dierenartspraktijken op de organisatie en bedrijfsvoering van de diergeneeskundige zorg?
• Wat zijn de economische en juridische kaders rond de tariefstelling van diergeneeskundige kosten?
• Welke mogelijkheden liggen er bij de beroepsgroep om tariefstijgingen te beperken?
• Heeft een dierhouder voldoende inzicht in de tariefstelling van verschillende zorgaanbieders zodat hij op basis van transparantie keuzes kan maken?
Deelvragen
• Wat zijn de zorginhoudelijke ontwikkelingen in de diergeneeskundige zorg sinds 1990?
• Wat zijn de bedrijfsmatige ontwikkelingen in de diergeneeskundige zorg sinds 1990?
• Leidt een toegenomen mondigheid van de diereigenaar tot meer diergeneeskundige zorg?
• Hoe heeft de vraag naar diergeneeskundige zorg zich in de tijd ontwikkeld?
• Hoe is de prijsontwikkeling per component: consult, spoed, 1e lijn, 2e lijn, medicatie?
• Is er in relatie tot de ontwikkelingen in de diergeneeskundige zorg een parallel te trekken met een meebewegende prijsvorming?
• Hoe is de spoedzorg georganiseerd anno 2023?
• Welke rol spelen de dierzorgverzekeraars in de diergeneeskundige zorg, wat zijn de trends?
• Zijn er mogelijkheden voor de beroepsgroep om de prijs te kunnen reduceren?
• Heeft de Overheid instrumenten om prijzen voor diergeneeskundige zorg te reguleren? (juridische kaders)
Naar aanleiding van dit overleg, intern overleg en in voorbereiding op de aanbestedingsprocedure, is de vraagstelling meermaals aangescherpt. Zo is tijdens het overleg door stakeholders aandacht gevraagd voor de verschillende kostencomponenten van een gemiddelde praktijk voor gezelschapsdieren, zoals diagnostiek en loonkosten. Daarnaast is door verschillende stakeholders benadrukt dat naast de vraag ook het aanbod is gewijzigd. Dit heeft tot de onderstaande definitieve set onderzoeksvragen geleid.
Definitieve onderzoeksvragen:
1. Wat is de prijsontwikkeling van dierenartstarieven voor diergeneeskundige zorg vanaf 1990?
A. Wat is de prijsontwikkeling van tarieven in deze periode van:
a. Consult, spoed-, avond- nacht- en weekeindeconsult
b. Diagnostiek
c. Vaccinatie
d. Medicatie
e. Eenvoudige medicatie 1e lijn
B. Hoe verhoudt zich de prijsontwikkeling van dierenartstarieven vanaf 1990 zich tot die van het algemeen prijspeil in die periode? Onderscheid hierin de belangrijkste effecten zoals inflatie en prijselasticiteit.
C. Hoe verhouden de kosten voor diergeneeskundige zorg voor een consument zich tot de totale levenskosten van een dier in de tijd.
D. Hoe heeft de aangeboden diergeneeskundige zorg zich inhoudelijk ontwikkeld in deze periode? En hoe verhoudt zich de prijsontwikkeling tot deze inhoudelijke veranderingen van de aangeboden diergeneeskundige zorg?
E. Hoe heeft de zorgvraag zich ontwikkeld in deze periode? En hoe verhoudt zich de prijsontwikkeling van de diergeneeskundige zorg tot deze inhoudelijke veranderingen van die zorgvraag?
2. Wat zijn de belangrijkste oorzaken van eventuele prijsveranderingen in deze periode?
A. Zijn er veranderingen in de opbouw van kosten? Zo ja: hoe zijn in deze periode de veranderingen in de opbouw van de kosten van een dierenartspraktijk, toegespitst op;
a. Arbeid (dierenarts, paraveterinair, overig)
b. Materiaal & apparatuur
c. Huisvesting, voorzieningen
d. Overhead
B. Hoe verhoudt zich de prijsontwikkeling van de diergeneeskundige zorg in de genoemde periode tot de kostenopbouw?
C. Hoe verhouden de kosten van arbeid zich in relatie tot de totale kosten van een praktijk en is deze verhouding veranderd in de genoemde periode? Zo ja: hoe en wat zijn de oorzaken?
D. Is er verandering van invulling van arbeidstijd (Eigenaarschap, Loondienst, Deeltijd, Nachtdienst) en heeft deze invloed op de kostprijsontwikkeling?
E. Hoe verhouden zich de praktijkkosten in de tarieven en de uiteindelijke zorgkosten voor dierenzorg in de tijd.
F. Welke rol spelen dierzorgverzekeraars in de diergeneeskundige zorg, en hebben deze een relatie met de prijsontwikkeling van diergeneeskundige zorg? Wat zijn de trends?
3. Hoe zijn ketens en dergelijke samenwerkingsverbanden in de diergeneeskundige zorg juridisch en bedrijfseconomisch georganiseerd?
A. Zijn er juridische en economische verbintenissen tussen ketens en overige dierzorg gerelateerde ondernemingen?
B. Zijn die van invloed op de tarieven van diergeneeskundige zorg?
C. Is er invloed van deze ketenvorming en vergelijkbare samenwerkingsverbanden op:
a. Zorgaanbod
b. Zorgaanbod spoed
c. Praktijkkosten
d. Kosten voor diergeneeskundige zorg voor de consument
D. Hoe groot is het marktaandeel van ketens in de totale aangeboden en gevraagde diergeneeskundige zorg voor gezelschapsdieren?
4. Wat zijn de mogelijkheden van de sector zelf om kosten van diergeneeskundige zorg te beperken?
Winst kan een factor zijn bij prijsstijgingen. In het huidige onderzoek analyseert Ecorys expliciet de verhouding tussen de prijsontwikkeling van diergeneeskundige zorg en de ontwikkeling van de kostenstructuur. Daarnaast onderzoekt Ecorys ook hoe bepaalde ketens en samenwerkingsverbanden zich bedrijfseconomisch hebben georganiseerd en of dit invloed heeft op de kostenopbouw en tarieven. Door deze twee aspecten te onderzoeken, zal het onderzoek inzicht bieden of de tarieven in de diergeneeskundige zorg in lijn zijn met de ontwikkeling van het algemeen prijspeil.
Deelt u de mening dat alle relevante aspecten moeten worden meegenomen in een onafhankelijk onderzoek en dat deze niet op voorhand buiten beschouwing kunnen worden gelaten?
Waarom heeft u de kritiek op de opzet van het onderzoek van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde (KNMvD) genegeerd?
De KNMvD heeft in haar reactie op de concept onderzoeksvragen waardevolle aanbevelingen gedaan om de vragen aan te scherpen. In dit geval zijn de aanbevelingen van de KNMvD mede reden geweest voor aanpassing van een onderzoeksvraag die ziet op de kostenaspecten en de impact van ketenvorming op de gestegen tarieven. Hierbij is de keuze om een lange periode te onderzoeken in stand gehouden om de mogelijke invloed van het afschaffen van minimumtarieven in 1998 en de invoering van een BTW-plicht voor dierenartsen op de prijs mee te nemen. Zoals in het antwoord op vraag 7 is aangegeven, wordt het rendement ontsloten door enerzijds naar de kosten en anderzijds naar de opbrengsten te kijken. De KNMvD heeft ook aanbevelingen aangedragen die zien op het rendement van een praktijk en de bestemming daarvan. Aanvullend is aan de KNMvD toegelicht dat het onderzoek de prijsontwikkeling van tarieven in de diergeneeskundige zorg in beeld brengt, maar het onderzoek zich niet richt op een oordeel over rechtvaardiging van de prijs of de bestemming van het rendement. Tenslotte is in reactie op de aanbevelingen van de KNMvD toegelicht dat samen met de Minister van EZ een verkenning uitgevoerd wordt naar de mogelijkheden die de overheid heeft om prijzen te reguleren.
Waarom krijgen de ketenpartijen wel de uitkomsten van de eerste bevindingen en de Kamer niet, gezien uw antwoord op eerdere vragen hierover was: «Het economisch onderzoek naar de prijzen in de dierenzorg is complex. Het is van belang eerst een goed en objectief beeld te krijgen van de prijsontwikkeling in de diergeneeskundige zorg en de oorzaken daarvan. Ik wil de eindresultaten van het onderzoek afwachten voor een compleet beeld. Tussentijdse (onvolledige) bevindingen rapporteren is in dat licht niet zin vol en niet opportuun»?
Bij dit soort onderzoeken is het gebruikelijk om de voorlopige resultaten te agenderen in een klankbordgroep om stakeholders de kans te geven op feitelijke onjuistheden te reageren. De eindverantwoordelijkheid voor het onderzoek ligt bij Ecorys als opdrachtnemer. Ecorys bepaalt wat er met de input uit de klankbordgroep wordt gedaan. Ik verwacht u dit najaar te kunnen informeren over het definitieve rapport.
Bent u bekend met het feit dat Evidensia minder open gaat in Drenthe en Groningen en haar dierenzorg verder afbouwt na eerdere sluitingen in Zuid-Holland?2
Ik heb dit via de media vernomen. Er worden op dit moment geen data gerapporteerd van het aantal, de soort en de vestigingsplaats van dierenklinieken in Nederland en de diensten die zij verlenen.
Hoe ziet u als bevoegd gezag toe op voldoende aanbod van betaalbare en bereikbare dierenzorg?
In de Wet dieren is in artikel 4.2 beschreven dat een dierenarts een zorgplicht heeft. Het is aan de beroepsgroep hoe zorg, waaronder de spoedhulp, ingericht wordt en toegankelijk blijft. Bij een recent voorbeeld in Den Haag, waar de beschikbaarheid van de spoedzorg in de vakantieperiode onder druk stond, heeft er op initiatief van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde (KNMvD) een gesprek plaatsgevonden met betrokken zorgaanbieders in de regio zodat deze partijen zelf tot een gezamenlijke oplossing kunnen komen. Ik ondersteun dit soort initiatieven vanuit de beroepsgroep van harte.
De Kamer is op 23 december 2022 geïnformeerd over de uitkomsten van het onderzoek naar de positie en de rol van de dierenarts en de kwaliteitsborging van de diergeneeskundige beroepsuitoefening (Berenschot) en het arbeidsmarktonderzoek (SEO)3. Naar aanleiding van deze twee rapporten is in juli 2023 een proces gestart met de betrokken partijen uit het veterinaire veld. Op 19 juli jl. heb ik de Kamer geïnformeerd4 over het feit dat een visiedocument voor de toekomst van de beroepsgroep is opgesteld en gepubliceerd voor versterking van het veterinaire beroep en het ontwerp van een nieuwe en slagvaardige beroepsorganisatie voor de veterinaire professie5. De verwachting is dat na de zomer een kwartiermaker start met de ontwerpfase. Een sterke en goed georganiseerde beroepsgroep kan acteren op alle relevante maatschappelijke thema’s, waaronder dierenwelzijn, kwaliteitsborging, arbeidsmarkt, maar ook toegankelijke zorg en prijsontwikkeling in de diergeneeskundige zorg.
Bent u bereid de motie van het lid Beckerman c.s. (Kamerstuk 36 200 XIV, nr. 28) alsnog goed en geheel uit te voeren door met een echt onafhankelijk onderzoek te komen?
Het onderzoek naar de prijsontwikkeling wordt onafhankelijk uitgevoerd door het externe bureau Ecorys zoals nader toegelicht in de antwoorden op de vragen 2, 3, 5 en 10. Dit geeft invulling aan genoemde de motie, dat verzocht om onderzoek naar de prijsontwikkeling in de dierenzorg. Daarnaast wordt invulling gegeven aan de overige moties zoals toegelicht in mijn brief aan de Kamer van 10 juni jl.6.
Wat is de ambitie van het nieuwe kabinet, gezien het feit dat de Kamer zich in meerderheid heeft uitgesproken voor het aan bandenleggen van de macht van private ketens in de dierenartszorg, teneinde het dierenwelzijn te borgen en de aangenomen motie van het lid Beckerman c.s. (Kamerstuk 36 410 XIV, nr. 63) om te komen met maatregelen en/of wetgeving rondom kosten van behandelingen bij dierenartsen?
Ik verwacht dat de Kamer dit najaar geïnformeerd kan worden over zowel de uitkomsten van het onderzoek naar de prijsontwikkeling, de buitenlandanalyse, als de stand van zaken van de verkenning naar de mogelijkheden die de overheid heeft om prijzen en ketenvorming te reguleren. Deze uitkomsten zijn van belang om te bepalen welke vervolgstappen gezet kunnen worden. Op basis van de resultaten zal worden bezien of en zo ja, welke maatregelen nodig en effectief kunnen zijn. Daarbij worden ook de mogelijkheden die de overheid heeft om prijzen en ketenvorming te reguleren meegenomen.
NRC, 17 juli 2024, «Commerciële dierenartsketens zetten onderzoek naar hoge rekeningen naar hun hand» (https://www.nrc.nl/nieuws/2024/07/17/commerciele-ketens-zetten-onderzoek-naar-hogere-rekening-dierenarts-naar-hun-hand-a4860034)
Dagblad van het Noorden, 13 juli 2024, «Huisdier ziek? Dan moet je mogelijk verder reizen voor een dierenarts. Evidensia sluit gedeeltelijk dierenartsenpraktijken Stad tot Wad» (https://dvhn.nl/groningen/Evidensia-sluit-gedeeltelijk-dierenartsenpraktijken-Stad-tot-Wad-29133137.html)
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20232024-2555.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.