Vragen van het lid Pierik (BBB) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over de situatie in Sluiskil (ingezonden 16 augustus 2024).

Mededeling van Minister Madlener (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 5 september 2024).

Vraag 1

Zijn u en de Staatssecretaris op de hoogte van de wateroverlast die de bewoners van Sluiskil ervaren?

Vraag 2

Bent u ervan op de hoogte dat Rijkswaterstaat zich niet aansprakelijk acht voor de door bewoners geleden schade ten gevolge van wateroverlast?1

Vraag 3

Zo ja, wat vindt u hiervan? Bent u het eens met Rijkswaterstaat? Zo ja, waarom?

Vraag 4

Bent u van mening dat de oorzaken van de wateroverlast niet louter te danken zijn aan de staat, ouderdom/gebreken van de woningen?

Vraag 5

Wat vindt u ervan dat veel van de inwoners jarenlang verteld is dat de overlastwel door gebreken aan het huis komt en zij daardoor kostbare aanpassingen hebben moeten doen zonder gewenste resultaten?

Vraag 6

Vindt u, gezien de omvang van de problemen waarmee de inwoners van Sluiskil geconfronteerd zijn, het proportioneel dat er qua compensatie alleen gekeken wordt naar vrijblijvend bouwkundig advies, het faciliteren van leningen en een aanpak van collectieve problemen, ondanks de investeringen die veel inwoners al hebben gedaan?

Vraag 7

Zullen met deze oplossingsrichtingen de inwoners geholpen zijn?

Vraag 8

Waarom heeft u ervoor gekozen om tot op heden geen juridische basis te scheppen, het ontbreken waarvan geldt als argument om niet tot compensatie over te gaan, zodat de inwoners wel gecompenseerd kunnen worden en welke ruimte is hiervoor?

Vraag 9

Heeft Rijkswaterstaat nalatig gehandeld? Zo nee, waarom niet?

Vraag 10

Zijn de damwanden in zijkanaal B bij Sluiskil, waaraan in 2018 onderhoud is gepleegd en waarvan in 2023 bleek dat ze niet lek zijn, diep genoeg? En is er bij de constructie en het onderhoud rekening gehouden met de complexe opbouw van de bodem en zijn de functionele eisen waaraan de damwand moet voldoen hiervoor ook geschikt?

Vraag 11

Bent u bekend met de oplossingsrichtingen uit het rapport «Oorzaken en oplossingsrichtingen grondwateroverlast in Sluiskil», zoals een drainage?2 Welke ondersteuning is er vanuit het Rijk in de uitvoering?

Vraag 12

Erkent u dat, ondanks dat de voorgestelde oplossingen de oorzaak van wateroverlast aanzienlijk kunnen reduceren, de inwoners zullen blijven zitten met schade aan woningen en gedane investeringen om een probleem op te lossen dat niet op te lossen viel door de inwoners zelf?

Vraag 13

Op welke wijze kunnen de getroffen bewoners financieel schadeloos worden gesteld, gezien de investeringen die zij zelf hebben moeten doen en de maatregelen die zij hebben moeten nemen, en waar liggen mogelijke obstakels om dit resultaat te bereiken?

Mededeling

Op 16 augustus jl. heeft het lid Pierik (BBB) schriftelijke vragen gesteld over de situatie in Sluiskil (kenmerk 2024Z12415).

Zoals aangegeven bij de eerdere beantwoording van vragen van het lid Stoffer (Aanhangsel Handelingen, 2021–2022, nr. 2786) zijn er diverse bevoegde gezagen betrokken: het Rijk via Rijkswaterstaat, de provincie Zeeland, de gemeente Terneuzen en het waterschap Scheldestromen.

Voor beantwoording van de vragen is afstemming met de (lokaal) betrokken partijen nodig. Vanwege de recesperiode vergt dit helaas meer tijd. Het lukt daarom niet om de vragen binnen de gestelde termijn te beantwoorden.

Ik zal u de antwoorden zo spoedig mogelijk doen toekomen.


X Noot
2

Bijlage bij Kamerstuk 36 200 A, nr. 64

Naar boven