Vragen van het lid Boswijk (CDA) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en voor Rechtsbescherming over het bericht «Universiteit: anderhalf miljoen euro schade na studentenprotesten» (ingezonden 23 mei 2024).

Antwoord van Minister Van Weel (Justitie en Veiligheid), mede n amens de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (ontvangen 13 augustus 2024). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 1973.

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Universiteit: anderhalf miljoen euro schade na studentenprotesten»?1

Antwoord 1

Ja, ik ben bekend met het bericht.

Vraag 2

Deelt u de mening dat het zeer onwenselijk is dat relschoppers tijdens deze demonstraties vernielingenaanrichten, schade veroorzaken en geweld gebruiken tegen hulpverleners?

Antwoord 2

Die mening deel ik zeker. De protestacties gingen gepaard met volstrekt onacceptabel en strafbaar gedrag. Demonstraties dienen vreedzaam te zijn en te verlopen conform de geldende wet- en regelgeving. Daar was zeker niet op elk moment sprake van.

Vraag 3

Wat is de totale omvang van de schade aan de verschillende universiteitsgebouwen die de afgelopen tijd te maken hebben gehad met rellen en demonstraties?

Antwoord 3

De schade van de protesten verschilt per universiteit. De Universiteit van Amsterdam heeft op haar website laten weten dat het schadebedrag van de protesten op 7 en 8 mei wordt geschat op anderhalf miljoen euro.2 Hierbij is de latere ontstane schade op een andere locatie van de Universiteit van Amsterdam nog niet meegerekend. De Erasmus Universiteit schat dat de kosten voor de vernielingen boven de 100.000 euro uitkomen.3 De Universiteit Utrecht geeft op haar website aan dat de schade door de bezittingen beperkt is gebleven.4 De koepelorganisatie van Universiteiten heeft mij laten weten dat de totale omvang van de schade op alle universiteiten op dit moment nog niet in te schatten is, omdat deze uiteen valt in verschillende elementen. Zo zijn er vanwege het bekladden of het vernielen van inboedel (personeels)kosten gemaakt voor bijvoorbeeld het weghalen van verf of het herstellen van sloten.

Vraag 4

Hoeveel demonstranten zijn er aangehouden door de politie naar aanleiding van de rellen bij de universiteitenen hoeveel van de aangehouden demonstranten worden of zijn door het Openbaar Ministerie vervolgd?

Antwoord 4

Het is niet mogelijk om betrouwbare landelijke cijfers te geven van het aantal aangehouden of vervolgde personen naar aanleiding van de rellen bij de universiteiten. Bij de politie en het OM wordt geregistreerd op delict, zoals brandstichting, mishandeling, vernieling, bedreiging, huisvredebreuk en niet op een label zoals universiteitsprotest. De gedragingen bij de universiteiten kunnen vanwege verschillende omstandigheden van het geval onder verschillende delictsomschrijvingen worden geregistreerd. Hierdoor kunnen de politie en het OM niet geautomatiseerd en nauwkeurig de gevraagde landelijke aantallen aanleveren.

Er zijn wel cijfers beschikbaar over het aantal aangehouden en vervolgde personen naar aanleiding van de studentenprotesten in Amsterdam. De burgemeester van Amsterdam heeft bij brief van 10 mei 2024 namens de driehoek de gemeenteraad van Amsterdam geïnformeerd over onder andere het aantal aanhoudingen door de politie: op 6 mei zijn er 164 personen aangehouden en op 7 en 8 mei zijn er 36 mensen aangehouden.5 Het OM heeft mij op 3 juni 2024 laten weten dat er op dat moment in totaal 22 verdachten waren voorgeleid bij de rechter-commissaris en dat er nog onderzoeken liepen naar aanleiding van de gebeurtenissen tijdens deze demonstraties.

Vraag 5

Is het snelrecht ingezet bij relschoppers die de wet hebben overtreden tijdens de demonstraties en zo ja, in hoeveel gevallen?

Antwoord 5

Het OM heeft mij laten weten dat het waar mogelijk overweegt om snelrecht in te zetten in zaken die voortkomen uit de protesten bij universiteiten. In een aantal van deze zaken heeft het OM reeds snelrecht ingezet. Het inzetten van snelrecht is in dit type zaken niet altijd mogelijk. In het geval van snelrecht komt een verdachte binnen 17 dagen voor de rechter voor een vergrijp. In sommige van de zaken die voortkomen uit de protesten bij universiteit neemt aanvullend onderzoek door de politie of onderbouwing van een vordering tot schadevergoeding door een slachtoffer meer tijd in beslag.

Vraag 6

Klopt het dat van verschillende verwijderde demonstranten geen gegevens zijn genoteerd door de politie en zo ja, waarom niet?

Antwoord 6

Het klopt dat niet altijd van alle verwijderde demonstranten gegevens kunnen worden genoteerd. Het noteren van gegevens kost tijd en capaciteit en het lokale gezag kan de keuze maken om – bijvoorbeeld in gevallen waarin sprake is van relatief minder zware feiten – de capaciteit anders in te zetten.

Vraag 7

Op welke manier(en) kan de schade worden verhaald op individuele relschoppers, zodat de universiteiten er niet zelf voor op te hoeven draaien?

Antwoord 7

Schade kan op verschillende manieren worden verhaald. In de eerste plaats kan mogelijk een beroep worden gedaan op verzekeraars indien de betreffende universiteiten een polis hebben afgesloten. Verzekeraars kunnen vervolgens een civiele procedure starten om zo te proberen het door hen uitgekeerde bedrag te verhalen op de dader via het zogenaamde regresrecht.

Een vordering tot schadevergoeding kan ook tussen veroorzaker en gedupeerde onderling worden afgehandeld. Een civielrechtelijke procedure kan worden gestart als partijen er onderling niet uitkomen. Als de dader strafrechtelijk wordt vervolgd, kan een benadeelde partij zich met zijn schade voegen in het strafproces. De strafrechter beslist dan over de ingediende schadevordering.

Voorwaarde voor het verhalen van schade is in alle gevallen dat duidelijk is wie welke schade heeft aangebracht.

Vraag 8

Kunnen deze personen hoofdelijk aansprakelijk gesteld worden via een civielrechtelijke procedure, zodat zij zelf de schade moeten vergoeden?

Antwoord 8

Als meerdere personen verantwoordelijk kunnen worden gehouden voor toegebrachte schade, kan iedere deelnemer van die groep voor de hele schade aansprakelijk worden gesteld.

Vraag 9

Welke maatregelen gaat u nemen om het verhalen van schade bij individuele relschoppers beter vorm te geven, om te voorkomen dat net zoals bij de coronarellen veel schade na lange tijd nog steeds niet is vergoed?

Antwoord 9

Naar aanleiding van de motie van de leden Van Nispen en Knops voor de oprichting van een landelijk fonds waarin veroordeelden geld zouden moeten storten ter vergoeding van schade aan gedupeerden, ben ik bezig met een verkenning naar de mogelijkheden.6 Zie hierover bijlage 2 van het Eerste Halfjaarbericht politie 2023.7

Vraag 10

Staat het delen van (persoons)gegevens in de weg om een relschopper civielrechtelijk aansprakelijk te kunnen stellen van veroorzaakte schade tijdens wanordelijkheden?

Antwoord 10

Voorwaarde voor het kunnen verhalen van schade op de dader, is dat de dader bekend is. Ik heb geen signalen dat het delen van (persoons)gegevens in de weg staat aan aansprakelijkstelling. Zoals in het antwoord op vraag 7 aangegeven, kan een benadeelde partij zich voegen in het strafproces om schade te verhalen als de dader strafrechtelijk wordt vervolgd. Dit is een eenvoudige en laagdrempelige procedure. Een partij kan er ook voor kiezen om schade te verhalen via de civiele rechter. Zowel voor de politie als het OM is er een wettelijke grondslag om onder omstandigheden over te gaan tot het delen van beperkte informatie met derden buiten de strafrechtketen ten behoeve van deze civiele procedure.8

Vraag 11

Welke concrete acties heeft de regering ondernomen om de pakkans van daders bij rellen te vergroten, in lijn met de aangenomen motie-Knops/Michon-Derkzen uit 2022 (Kamerstuk 29 628, nr. 1148)?

Antwoord 1

Voor een antwoord hierop verwijs ik u naar bijlage 2 van het Eerste Halfjaarbericht politie 2023, waarin ik inga op deze motie.9 In aanvulling hierop merk ik op dat ik samen met de Minister van Binnenlandse Zaken recent aankondigde de mogelijkheden voor een versteviging van het handelingsperspectief en voor de bestendigheid van het wettelijke kader bij protestacties te laten onderzoeken.10

Vraag 12

Kunt u bovenstaande vragen beantwoorden vóór het commissiedebat Strafrechtelijke onderwerpen op 18 juni 2024?

Antwoord 12

De Kamervragen zijn helaas niet binnen de gebruikelijke termijn beantwoord, doordat het ophalen van alle benodigde informatie lang duurde. Ik heb mijn best gedaan om de Kamervragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


X Noot
1

NOS, 11 mei 2024, Universiteit: anderhalf miljoen euro schade na studentenprotesten (https://nos.nl/artikel/2520078-universiteit-anderhalf-miljoen-euro-schade-na-studentenprotesten).

X Noot
6

Kamerstuk 36 200 VI, nr. 68.

X Noot
7

Kamerstukken II,Eerste halfjaarbericht politie 2023, 29 628, nr. 1174, bijlage 2.

X Noot
8

Artikel 19 Wet politiegegevens en artikel 39f Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens.

X Noot
9

Kamerstukken II,Eerste halfjaarbericht politie 2023, 29 628, nr. 1174, bijlage 2.

Naar boven