Vragen van de leden Mohandis (GroenLinks-PvdA) en Van Nispen (SP) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de gestegen prijzen van zwemles (ingezonden 15 mei 2024).

Antwoord van Minister Helder (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 27 juni 2024). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 1918.

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Zwemles steeds duurder, experts vrezen voor zwemveiligheid» van Nieuwsuur van 11 mei jl.?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Hoeveel gezinnen zijn financieel ondersteund bij het financieren van de zwemles door het Jeugdfonds Sport en Cultuur in 2024?

Antwoord 2

Het Jeugdfonds Sport en Cultuur geeft aan dat in 2023 in totaal 20.707 kinderen financieel ondersteund zijn om zwemles te kunnen volgen. In het eerste kwartaal van 2024 waren dat er 5.387.

Het totale bedrag dat het Jeugdfonds Sport en Cultuur in 2023 uitgaf aan ondersteuning van zwemles2 betrof 7,8 miljoen euro. Dat is ongeveer 2,5 miljoen euro meer dan gemiddeld in de jaren 2018–2022.

Vraag 3

Hoeveel gezinnen hebben een aanvraag gedaan voor ondersteuning bij de financiering van zwemles in 2024?

Antwoord 3

Van 2024 zijn nog geen volledige cijfers bekend bij het Jeugdfonds Sport en Cultuur. Van 2023 zijn deze cijfers er wel. In dat jaar zijn er 24.993 aanvragen ingediend voor de financiering van zwemles. Daarvan zijn er 4.286 afgewezen omdat niet aan (alle) voorwaarden werd voldaan. Het Jeugdfonds Sport en Cultuur heeft daarmee bijna 83 procent van de aanvragen kunnen honoreren.

Vraag 4

Hoeveel kinderen zijn er in arme gezinnen die nu geen zwemdiploma hebben?

Antwoord 4

Het exacte aandeel van kinderen in arme gezinnen is niet bekend. Het Mulier Instituut rapporteerde in 20233 dat tussen 2018 en 2022 een kwart van de kinderen uit de laagste inkomensgroep geen diploma heeft.

Vraag 5

Hoeveel geld is er binnen het Jeugdfonds Sport en Cultuur beschikbaar voor zwemles voor kinderen uit gezinnen met weinig geld? Is dat geld specifiek voor zwemles geoormerkt of is dat ook bedoeld voor andere activiteiten?

Antwoord 5

Bij het Jeugdfonds Sport en Cultuur is geen specifiek budget geoormerkt voor zwemmen. Voor het Jeugdfonds is het kunnen «meedoen» voor kinderen van belang. Dat kan een lidmaatschap zijn voor de sportclub, maar ook dans- of muziekles en dus ook zwemles.

Vraag 6

Worden ouders met weinig geld actief benaderd met financiële ondersteuning voor zwemles? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe?

Antwoord 6

Het Jeugdfonds zorgt op diverse manieren voor bekendheid om ouders met geldzorgen ervan op de hoogte te brengen dat zij de zwemlessen kunnen betalen als daar niet genoeg geld voor is. Dit gebeurt onder andere generiek via de website van het Jeugdfonds met een speciale pagina over zwemles en wordt gebruik gemaakt van social media. Hiervoor worden ook de kanalen van partners en clubs (waaronder ook zwembaden en zwemscholen) gebruikt.

Daarnaast maakt het Jeugdfonds ook gebruik van diverse flyers, folders en banners. Deze zijn specifiek gericht op ouders uit de doelgroep, om hen attent te maken op de mogelijkheden van het fonds. Deze worden verspreid door de lokale afdelingen van het Jeugdfonds bij intermediairs zoals welzijnswerk, wijkcentra, bibliotheken en clubs.

In sommige gemeenten zijn vergelijkbare regelingen als het Jeugdfonds. Via de website www.kieseenclub.nl worden ouders doorverwezen naar deze regelingen.

Vraag 7

Hoeveel geld is er nodig om zwemles voor alle kinderen uit gezinnen met weinig geld te betalen?

Antwoord 7

Het antwoord op deze vraag niet eenduidig aangezien de situatie per gemeente, per gezin en zelfs per kind kan verschillen. Denk hierbij aan de voorwaarden die gemeenten kunnen stellen aan aanvragen voor financiële ondersteuning, de mogelijkheden per gezin om vervoer van en naar de zwemles te regelen en het aantal lessen dat per kind benodigd is.

Maar op basis van de kerncijfers «kinderen in armoede», en «kosten van een gemiddeld zwemdiploma A» kan wel een grove inschatting gemaakt worden van de totale kosten om alle kinderen uit gezinnen met weinig geld te financieren. Om dubbeltellingen te voorkomen – een zwemdiploma hoeft immers maar één keer gehaald te worden – baseer ik mij in deze schatting op de groep 6-jarigen, die jaarlijks bestaat uit ongeveer 177.000 kinderen.

  • In ons land leeft 6,6 procent van alle kinderen met een armoederisico. Dit betekent dat er ongeveer 11.500 6-jarigen zijn die in een gezin wonen onder de lage-inkomensgrens4.

  • De gemiddelde kosten van een gemiddeld zwemdiploma A lopen volgens het Mulier Instituut sterk uiteen van grofweg 300 tot 900 euro5. Op basis van een uitvraag van Nieuwsuur onder circa 30 gemeenten lopen deze kosten inmiddels uiteen van ongeveer 540 tot 720 euro.

Uitgaande van de cijfers van het Mulier Instituut zou dit beteken dat een volledige vergoeding van zwemdiploma A voor alle 6-jarigen in armoede jaarlijks ongeveer 3,5 tot 10,5 miljoen euro zou kosten.

Vraag 8

Welke financiële regelingen zijn er voor ouders naast het Jeugdfonds Sport en Cultuur? Hoe weten ouders op welke regelingen zij allemaal recht hebben?

Antwoord 8

Zoals ik eerder aangaf in de antwoorden op Kamervragen over de uitvoering moties sportbeleid6 doet het Mulier Instituut op mijn verzoek onderzoek naar het aanbod en gebruik van financiële ondersteuningsregelingen voor sportdeelname (jeugd en volwassenen) en zwemles (jeugd). Ik verwacht dat dit rapport eind september opgeleverd wordt, waarna ik het aan uw Kamer zal toesturen.

Vraag 9

Bent u bereid om concrete en realistische doelen te stellen om het aantal kinderen zonder zwemdiploma te laten af nemen? Zo ja, naar welk percentage kinderen zonder zwemdiploma streeft u voor het einde van dit jaar? En per wanneer acht u het realistisch dat alle kinderen een zwemdiploma kunnen halen?

Antwoord 9

Het behalen van zwemdiploma’s door kinderen is primair een verantwoordelijkheid van de ouders. Waar mogelijk werk ik samen met de branche hard aan het wegnemen van drempels om zwemles te volgen. Enkele voorbeelden hiervan zijn het terugdringen van wachtlijsten, bieden van financiële ondersteuning en specifieke aandacht voor kader. Maar aangezien ouders uiteindelijk anders kunnen beslissen kan ik mij niet aan een bepaald aantal of percentage verbinden.

Voor een sluitend aanbod van zwemles verwijs ik graag naar het onderzoek dat verricht gaat worden naar de verschillende scenario’s van schoolzwemmen, waar ik op verzoek van uw Kamer opdracht toe geef7. De uitkomsten van dit onderzoek kunnen mogelijk gebruikt worden om dit te bewerkstelligen.


X Noot
1

NOS, 11 mei 2024, «Zwemles steeds duurder, experts vrezen voor zwemveiligheid», (Zwemles steeds duurder, experts vrezen voor zwemveiligheid (nos.nl))

X Noot
3

Mulier Instituut, 2023, «Zwemvaardigheid 2022. Inzicht in zwemdiplomabezit van kinderen».

X Noot
5

Mulier Instituut, 2022, «Zwemles voor kinderen die opgroeien in armoede».

X Noot
6

Kamerstukken II 2023/24, 30 234, nr. 389.

X Noot
7

Kamerstukken II 2023/24, 36 410 XVI, nr. 135.

Naar boven