Vragen van het lid Eerdmans (JA21) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de voornemens van het kabinet tot asielopvang in Albergen (ingezonden 15 juni 2023).

Antwoord van Staatssecretaris Van der Burg (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 10 oktober 2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 3165.

Vraag 1

Hoe is het door u te verklaren dat er op 16 augustus 2022 door het kabinet met stoom en kokend water werd besloten om door middel van het ruimtelijk ordeningsinstrumentarium dwang toe te passen en een opvanglocatie voor 300 asielzoekers aan te wijzen in Albergen met als excuus de druk op Ter Apel, terwijl er ruim negen maanden na dato nog steeds geen opvang in het voormalig hotel in Albergen is?

Antwoord 1

Er zijn onverminderd plekken nodig. Op 16 augustus 2022 is in overeenstemming met de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening afgesproken een besluit te nemen op de vergunningsaanvraag van het COA voor een door hen aangekocht object in Albergen in de gemeente Tubbergen. Hierbij heb ik aangegeven altijd in contact te willen blijven met de gemeente Tubbergen. Voordat het ruimtelijk ordeningsinstrumentarium daadwerkelijk ingezet zou worden, is er overeenstemming bereikt met de gemeente Tubbergen om in de betreffende locatie 150 asielzoekers op te vangen. Om deze reden is de mogelijkheid om vanuit het rijk de vergunning te verlenen voor de opvang van asielzoekers uiteindelijk niet ingezet. Dat er na negen maanden geen asielzoekerscentrum in gemeente Tubbergen is, komt door meerdere factoren, waaronder de duur van het vergunningentraject en het sluiten van de financiële regeling.

Vraag 2 en 3

Deelt u de conclusie dat het toepassen van het ruimtelijk ordeningsinstrumentarium een ongepaste zet was en dat u de lokale overheid die normaal gesproken het bevoegd gezag is onnodig buitenspel heeft gezet? Zo nee, waarom niet?

Had de inzet van het ruimtelijk ordeningsinstrumentarium destijds enkel en alleen het doel om middels machtsvertoon een voorbeeld te stellen om andere gemeenten te bewegen tot extra inzet met betrekking de opvang van asielzoekers? Zo nee, welk doel had het dan wel?

Antwoord 2 en 3

Ik had in die tijd onverminderd hard plekken nodig. Eerder heb ik in mijn brief van 25 mei1 en 9 augustus 20222 aangegeven dat ik over zou kunnen gaan tot het inzetten van het RO-instrumentarium om op korte termijn opvangplekken te realiseren. In die Kamerbrief staan mijn overwegingen om toentertijd het RO-instrumentarium in te zetten.

Vraag 4

Kunt u zich voorstellen dat Albergen zich, terugkijkend op deze gang van zaken en de huidige situatie in ogenschouw nemend, misbruikt voelt? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

Ik begrijp dat het College, de Raad en de inwoners van de gemeente Tubbergen zich overvallen voelden door deze maatregel. Er was echter niet de luxe om langer af te wachten. Tegelijkertijd is er sinds april op zowel bestuurlijk als ambtelijk niveau op verschillende momenten contact geweest met de gemeente Tubbergen over de mogelijke opvang van asielzoekers in Hotel ’t Elshuys in Albergen. Er is gewezen op het voornemen van het kabinet om indien nodig het juridisch instrumentarium in te zetten, en dat de mogelijke toepassing van het instrumentarium voor deze locatie nader onderzocht zou worden.

Vraag 5

Kunt u bevestigen dat het toepassen van het ruimtelijk ordeningsinstrumentarium van vorig jaar augustus de enige keer is geweest met betrekking tot het forceren van asielopvang? Overweegt u dit in de toekomst opnieuw te gaan doen? Zo ja, waarom?

Antwoord 5

Zoals hiervoor aangegeven is het ruimtelijk ordeningsinstrumentarium uiteindelijk niet ingezet omdat er met de gemeente, het COA en het Rijk overeenstemming is bereikt over de komst van de opvang. Om in de toekomst inzet van het Ruimtelijk Ordening instrumentarium te voorkomen heb ik bij de Tweede Kamer het wetsvoorstel «Wet gemeentelijke taak mogelijk maken asielopvangvoorzieningen» ingediend. Deze wet moet mogelijk maken om voldoende opvangplekken te realiseren. Het wetsvoorstel is op 26 en 27 september door de Tweede Kamer behandeld. Op 10 oktober wordt er gestemd over het voorstel.

Vraag 6

Bent u zich bewust van de impact die de beslissing om dwang toe te passen heeft en heeft gehad, op de inwoners van Albergen, op het bestuur van de gemeente Tubbergen, op de verhouding tussen inwoner en de overheid en het vertrouwen van de inwoner in de overheid, en kunt u in al deze vier opzichten reflecteren op de gevolgen van de keuze om dwang toe te passen door middel van het ruimtelijk ordeningsinstrumentarium?

Antwoord 6

Ik wil benadrukken dat ik het bij de inzet van dit instrumentarium van groot belang vind om zo goed als mogelijk met (het bestuur van) de gemeente samen te werken, en om de gemeenteraad en omwonenden goed bij dit besluit te betrekken. Gelukkig zijn de gemeente, het COA en ik alsnog tot overeenstemming gekomenen.

Vraag 7

Hoe loopt het huidige proces dat het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) samen met de gemeente Tubbergen en commissies bestaande uit omwonenden en andere betrokkenen doorloopt, en kunt u aangeven of dit ook naar tevredenheid verloopt volgens de gemeente Tubbergen en de eerdergenoemde commissies?

Antwoord 7

Het is een doorlopend proces, dat het ene moment intensiever is dan het andere moment. Tussen het COA en de gemeente Tubbergen is in principe wekelijks overleg.

Vraag 8

Bent u bereid op uw schreden terug te keren en het plan voor asielopvang in Albergen van tafel te halen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 8

Nee, ik ben niet van plan daarop terug te komen. Er is in overeenstemming met gemeente Tubbergen, COA en het Ministerie van Justitie en Veiligheid nu een financiële regeling gesloten. Ook heeft het COA op dit moment alle plekken nodig, ook de overeengekomen 150 plekken in gemeente Tubbergen.

Vraag 9 en 10

Kunt u bevestigen dat de eerder met de gemeente Tubbergen overeengekomen einddatum van 1 november 2032 gehandhaafd blijft en dat deze opgenomen wordt in de nog op te stellen bestuursovereenkomst tussen de betrokken partijen?

Kunt u bevestigen dat er na de eerder met de gemeente Tubbergen overeengekomen einddatum van 1 november 2032 geen opvang van asielzoekers en statushouders meer zal plaatsvinden in het voormalige hotel in Albergen?

Antwoord 9 en 10

Met het college van Tubbergen is afgesproken dat de bestuursovereenkomst na 10 jaar eindigt. De letterlijke tekst betreft: «De einddatum wordt vastgesteld op 10 jaar, dus sluiting op 1 november 2032». Het is aan het dan zittend college, de dan zittende gemeenteraad en het COA om te bezien of er nieuwe afspraken worden gemaakt.

Vraag 11

Kunt u bevestigen dat de eerder met de gemeente Tubbergen overeengekomen afspraak dat er maximaal 100 asielzoekers en maximaal 50 statushouders, in plaats van maximaal 300 asielzoekers, opgevangen zullen worden gehandhaafd blijft en dat deze opgenomen wordt in de nog op te stellen bestuursovereenkomst tussen de betrokken partijen?

Antwoord 11

Ja, die afspraak bevestig ik.

Vraag 12

Kunt u bevestigen dat de eerder met de gemeente Tubbergen overeengekomen afspraak dat zowel de inwoners van de gemeente Tubbergen als de gemeente Tubbergen zelf geen financiële hinder zullen ondervinden van de asielopvang gehandhaafd blijft en dat deze opgenomen wordt in de nog op te stellen bestuursovereenkomst tussen de betrokken partijen?

Antwoord 12

Met de gemeente Tubbergen is afgesproken dat derden geen aanspraak kunnen maken op de financiële regeling. De gemeente Tubbergen en het dorp Albergen als zodanig zullen mede door de afgesloten financiële regeling geen financiële nadelen van asielopvang ondervinden.

Vraag 13

Kunt u bevestigen dat de eerder met de gemeente Tubbergen overeengekomen afspraak dat er niets gebouwd wordt als aanvulling op de bestaande bebouwing gehandhaafd blijft en dat deze opgenomen wordt in de nog op te stellen bestuursovereenkomst tussen de betrokken partijen?

Antwoord 13

In augustus 2022 is de mogelijkheid overwogen om tijdelijke woonruimtes te plaatsen op het perceel waarop het Elshuys is gelegen. Met de gemeente Tubbergen is afgesproken om maximaal 150 bewoners te plaatsen op deze locatie, waardoor het plaatsen van aanvullende bebouwing niet noodzakelijk is.


X Noot
1

Kamerstuk 19 637, nr. 2901.

X Noot
2

Kamerstuk 19 637, nr. 2950.

Naar boven