Vragen van de leden Daniëlle Jansen (Nieuw Sociaal Contract) en Krul (CDA) aan de Minister van Buitenlandse Zaken en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het evenement «Navigating Nicotine Regulation: Insights from Sweden», 26 maart 2024 in Nieuwspoort (ingezonden 22 maart 2024).

Antwoord van Staatssecretaris Van Ooijen (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 19 april 2024).

Vraag 1

Ben u op de hoogte van het evenement «Navigating Nicotine Regulation: Insights from Sweden», georganiseerd door Business Sweden en de ambassade van Zweden in Nederland?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Bent u bekend met het artikel waarin vermeld staat dat Tweede Kamerleden zijn uitgenodigd voor een lobbybijeenkomst over «harm reduction», waarbij de sprekers banden hebben met de tabaksindustrie en producenten van nicotineproducten?2

Antwoord 2

Ja.

Vraag 3

Hoe beoordeelt u dit evenement? Deelt u de zorgen zoals beschreven in het artikel van Tabaknee, dat dit een poging van de tabaks- en nicotine-industrie zou kunnen zijn om via Business Sweden en de Zweedse ambassade het Nederlandse tabaksontmoedigingsbeleid te beïnvloeden?

Antwoord 3

Ik ben geen voorstander van dit evenement. Integendeel. Ik deel de zorgen en het Nederlandse tabaksontmoedigingsbeleid zal worden voortgezet. Voor beïnvloeding door de tabaksindustrie is hierin geen plaats.

Vraag 4

Kunt u bevestigen dat er geen wetenschappelijk bewijs is dat wijst op voordelen van het gebruik van snus of nicotinezakjes, maar dat wetenschappeijk bewijs juist het tegendeel aantoont?

Antwoord 4

Ik ben niet op de hoogte van overtuigend wetenschappelijk bewijs dat wijst op voordelen van het gebruik van snus of nicotinezakjes. Wel is wetenschappelijk bewezen dat nicotine schadelijk is omdat nicotine de bloeddruk verhoogt en schade aan de vaatwanden aanbrengt en daarnaast verslavend is. Om die reden wil de Nederlandse regering het gebruik van nicotinezakjes zoveel mogelijk beperken, met name voor jongeren.

Vraag 5

Deelt u de opvatting dat het onwenselijk is dat buitenlandse mogendheden proberen invloed uit te oefenen op Nederlandse parlementariërs, vooral wanneer dit wordt gedaan ten behoeve van de tabaksindustrie die een schadelijk product onder de aandacht wil brengen? Zo niet, waarom niet? Zo ja, welke stappen onderneemt u om dit tegen te gaan?

Antwoord 5

Ik ben het met u eens dat het onwenselijk is dat er met deze boodschap, die haaks staat op het Nederlandse tabaksontmoedigingsbeleid, getracht wordt invloed uit te oefenen op Nederlandse parlementariërs. Tegelijkertijd heeft de Kamer, binnen de Nederlandse constitutionele verhoudingen, een eigen verantwoordelijkheid voor wat betreft contacten met de tabaksindustrie.

Vraag 6

Bent u bereid om met uw Zweedse collega en de Zweedse ambassadeur in gesprek te gaan over dit onderwerp? Zo niet, waarom niet?

Antwoord 6

Ik heb contact opgenomen met de Zweedse ambassade. De Zweedse ambassade heeft mij te kennen gegeven dat de verantwoordelijkheid van dit evenement bij Business Sweden ligt. Het evenement was een initiatief van Business Sweden.

Vraag 7

Deelt u de opvatting dat producten zoals snus en nicotinezakjes geen plaats hebben in het Nederlandse tabaksontmoedigingsbeleid? Bent u bereid om dit standpunt aan uw Zweedse collega toe te lichten?

Antwoord 7

Ik ben van mening dat snus en nicotinezakjes geen plaats hebben in het Nederlandse tabaksontmoedigingsbeleid. Het gebruik van tabak voor oraal gebruik (snus) is ingevolge de Tabaksproductenrichtlijn verboden in heel Europa. Omdat het gebruik van snus in Zweden een culturele status heeft, is Zweden uitgezonderd van dit verbod. Overeenkomstig het Europese verbod op het gebruik van snus is de Nederlandse regering van mening dat ook nicotinezakjes (zonder tabak) in Nederland verboden moeten worden. Snus en ook nicotinezakjes zijn zeer verslavend en schadelijk voor de gezondheid. Het gebruik van snus kan bijvoorbeeld mondkanker veroorzaken. Bovendien zijn deze producten met name aantrekkelijk voor jongeren, vanwege het onzichtbare gebruik onder de (boven)lip. Daarnaast is het risico op nicotineverslaving zowel bij snus als bij nicotinezakjes groot en dat maakt de stap naar het roken van sigaretten mogelijk kleiner. Ik vertrouw erop dat Kamerleden deze boodschap aan de Zweden kenbaar hebben gemaakt.

Vraag 8

Ziet u in deze bijeenkomst een schending van artikel 5.3 van het VN-Kaderverdrag inzake Tabaksontmoediging – dat stelt dat overheden geen contact onderhouden met de tabaksindustrie met betrekking tot tabaksontmoedigingsbeleid – door de Zweedse overheid? Zo niet, waarom niet? Zo ja, bent u bereid om Zweden, als verdragspartner, hierop aan te spreken?

Antwoord 8

Ik heb mijn zorgen over de bijeenkomst, waarvoor ook Nederlandse parlementariërs zijn uitgenodigd, besproken met de Zweedse ambassade. De organisatie en eindverantwoordelijkheid van dit evenement ligt bij Business Sweden. De Tweede Kamer heeft (binnen de Nederlandse constitutionele verhoudingen) een eigen verantwoordelijkheid voor wat betreft contact met de tabaksindustrie en het Presidium van de Kamer heeft eerder te kennen gegeven dat de aanwijzingen van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport niet van toepassing zijn op de Kamer.3 Ik vertrouw erop dat Kamerleden elkaar aanspreken wanneer sprake is van contact met de tabaksindustrie.


X Noot
1

Tabaknee, 18 maart 2024, «Tweede Kamerleden uitgenodigd voor lobbymiddag over «harm reduction»» (https://www.tabaknee.nl/nieuws/item/2963-tweede-kamerleden-uitgenodigd-voor-lobbymiddag-over-harm-reduction) 

X Noot
2

Tabaknee, 18 maart 2024, «Tweede Kamerleden uitgenodigd voor lobbymiddag over «harm reduction»» (https://www.tabaknee.nl/nieuws/item/2963-tweede-kamerleden-uitgenodigd-voor-lobbymiddag-over-harm-reduction) 

X Noot
3

Kamerstuk 32 793, nr. 457.

Naar boven