Vragen van het lid Mohandis (PvdA) aan de Minister voor Langdurige Zorg en Sport over de oplopende kosten bij verpleeghuizen (ingezonden 13 oktober 2022).

Antwoord van Minister Helder (Langdurige Zorg en Sport) (ontvangen 31 oktober 2022).

Vraag 1

Heeft u de uitzending van EenVandaag gezien waarin zorgbestuurders aandacht vragen voor de grote zorgen die er zijn over de oplopende kosten voor verpleeghuizen? Wat is uw reactie?1

Antwoord 1

Ja, ik heb de genoemde uitzending van EenVandaag gezien.

Vraag 2

Op welke manier moeten zorginstellingen de gestegen kosten voor voeding, energie, verwarming en wasserij gaan opvangen? In hoeverre zijn de tarieven nog toereikend?

Antwoord 2

Via mijn brief van 17 oktober3 over de inventarisatie van energiekosten in de (semi-)collectieve sector op VWS-terrein heb ik gereageerd op de zorgen bij bestuurders over de oplopende energiekosten. Zoals aangegeven in deze brief vindt nu een inventarisatie plaats van de (maatschappelijke) gevolgen van de hoge energiekosten. Op basis van deze inventarisatie beoordeel ik samen met het kabinet of er aanvullende maatregelen nodig zijn om de continuïteit van zorg te borgen. Bovendien heb ik uw Kamer in september4 geïnformeerd over mijn verzoek aan de NZa om de tarieven voor 2023 te actualiseren op basis van de loon- en prijsontwikkelingen uit de Macro-Economische Verkenning (MEV) van het Centraal Planbureau (CPB).

Door de tarieven voor 2023 tussentijds te verhogen op basis van de MEV wordt voorkomen dat zorgaanbieders en de budgethouders in de Wlz en de Zvw pas vanaf 2024 worden gecompenseerd voor de thans voorziene stijging van lonen en prijzen in 2022 en 2023.

Vraag 3

Deelt u de mening dat de medewerkers in deze zorginstellingen ook geconfronteerd wordt met inflatie en gestegen kosten voor levensonderhoud en dus meer salaris zouden moeten krijgen?

Antwoord 3

Medewerkers in verpleeghuizen hebben net als alle andere Nederlanders te maken met inflatie en gestegen kosten. Daarom heeft het kabinet een omvangrijk pakket aan maatregelen genomen om de koopkracht van burgers te ondersteunen. Hier profiteren ook zorgmedewerkers van. Daarnaast zijn in de cao VVT door sociale partners afspraken gemaakt over cao-loonstijgingen in 2022 en 2023.

Vraag 4

Hoe kunnen zorginstellingen met deze kostenstijgingen nog overgaan tot loonsverhoging?

Antwoord 4

Jaarlijks stelt het kabinet de overheidsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling (de ova) beschikbaar. Daarbij geldt dat de stijgende inflatie zich vertaalt in hogere looneisen en hogere cao-lonen in de markt. Deze hogere lonen worden conform de in het ova-convenant vastgelegde rekenregels automatisch vertaald in een hogere ova om ook in de zorg die hogere loonstijging mogelijk te maken. Voor 2022 bedroeg de ova 2,2 miljard euro en voor 2023 bedraagt deze 3 miljard euro.

Vraag 5

Welke ruimte hebben zorginstellingen nog voor investeringen in medewerkers, capaciteitsuitbreiding of innovatie?

Antwoord 5

Zoals aangegeven bij antwoord 2 inventariseer ik op dit moment de gevolgen van de hoge energiekosten.

Vraag 6

Bent u bereid te besluiten tot een eenmalige compensatie van zorgorganisaties voor de hogere inflatie voor de verpleeg-, verzorgingshuizen en thuiszorg, zodat een dreigend begrotingstekort over 2022 voorkomen kan worden en zorginstellingen niet in de kou komen te staan? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe en wanneer gaat u hier duidelijkheid over bieden?

Antwoord 6

Zoals aangegeven bij antwoord 2 inventariseer ik op dit moment de gevolgen van de hoge energiekosten.

Vraag 7

Wilt u deze vragen beantwoorden vóór de behandeling van de begroting van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport in de week van maandag 17 oktober 2022?

Antwoord 7

Het is helaas niet gelukt om deze vragen te beantwoorden vóór de behandeling van de begroting.

Ik hoop u met mijn hiervoor genoemde brief van 17 oktober op hoofdlijnen reeds voldoende te hebben geïnformeerd in het licht van de vragen in dit stuk.


X Noot
1

EenVandaag, 12 oktober 2022.

X Noot
3

Kamerstuk 36 200-XVI, nr. 32.

X Noot
4

Kamerstuk 29 689, nr. 1168.

Naar boven