Vragen van het lid Agema (PVV) aan de Minister van Langdurige Zorg en Sport over welke huidige Minister politiek verantwoordelijk is voor de Mondkapjesdeal (ingezonden 8 juni 2023).

Antwoord van Minister Helder (Langdurige Zorg en Sport) (ontvangen 27 juni 2023).

Vraag 1

Bent u bekend met uw antwoorden in eerder gestelde Kamervragen over wie staatsrechtelijk politiek verantwoordelijk is voor de Mondkapjesdeal?1, 2, 3, 4, 5

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Bent u bekend met uw eerdere antwoord waarin u aangaf dat de oud-minister voor Medische Zorg en Sport, de heer Van Rijn, verantwoordelijk was voor het sluiten van de Mondkapjesdeal omdat hij staatsrechtelijk verantwoordelijk was voor de inkoop van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) waaronder mondkapjes, maar dat u staatrechtelijk niet de opvolger bent van de oud-minister voor Medische Zorg en Sport?

Antwoord 2

Ja.

Vraag 3

Bent u bekend met uw eerdere antwoord dat de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de heer Kuipers, nu verantwoordelijk is voor het beleid betreffende persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) waaronder mondkapjes en niet u?

Antwoord 3

Ja.

Vraag 4

Als u niet de staatrechtelijke opvolger bent van de oud-minister voor Medische Zorg en Sport, de heer Van Rijn, die verantwoordelijk was voor PBM/mondkapjes/Mondkapjesdeal, en u niet de huidige Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport bent, maar de heer Kuipers, die nu verantwoordelijk is voor PBM/mondkapjes, waarom bent u nu dan de politiek verantwoordelijke Minister voor de Mondkapjesdeal?

Antwoord 4

Zie hiervoor mijn beantwoording van Kamervragen van de PVV-fractie van 6 april jongstleden6 en van 1 juni jongstleden7

Zoals ik daarnaast ook in mijn brief aan uw Kamer van 19 juni jongstleden heb laten weten ben ik als Minister voor Langdurige Zorg en Sport (hierna: LZS) verantwoordelijk voor het proces «coördinatie verantwoording COVID-19» bij VWS.8 Daaronder valt ook het door de toenmalig Minister voor Medische Zorg en Sport ingestelde aanvullende onderzoek naar de inkoop van persoonlijke beschermingsmiddelen (hierna: het onderzoek naar de inkoop van PBM).9 Dientengevolge is het debat over het door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (hierna: VWS) ingestelde onderzoek naar de inkoop van PBM terecht met mij gevoerd.

Vraag 5

Bent u de huidige ministerieel verantwoordelijke Minister die verantwoordelijk is voor het sluiten van de Mondkapjesdeal waarmee € 100,8 miljoen euro belastinggeld verloren ging? Kunt u antwoorden met ja of nee? Zo nee, wie dan wel?

Antwoord 5

Zie mijn antwoord bij vraag 4.

Vraag 6

Zo ja, wilt u dan alsnog antwoord geven op de vraag of u dan wel de juiste bewindspersoon bent om de € 100,8 miljoen euro belastinggeld die met de Mondkapjesdeal verloren ging terug te halen, omdat uit het Deloitte-onderzoek blijkt dat meerdere functionarissen VWS die onder de politiek verantwoordelijke Minister voor Medische Zorg en Sport vielen (namens het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport) in de periode 10 tot 22 april 2020 betrokken waren bij de totstandkoming van de Mondkapjesdeal (en dus VWS) en u nu de politiek verantwoordelijke Minister voor die Mondkapjesdeal bent?

Antwoord 6

Zie hiervoor mijn beantwoording bij vraag 4 en van de Kamervragen van de PVV-fractie van 6 april jongstleden.10 En zie daarnaast, met betrekking tot de slagingskans van een eventuele rechtszaak, mijn brief van 19 juni jongstleden aan uw Kamer waarin ik toelicht dat de landadvocaat momenteel de rapporten van onderzoeksbureaus Deloitte Forensic & Dispute Services B.V. (hierna: Deloitte) en EBBEN Partners B.V. (hierna: EBBEN) en de transacties die daarin worden behandeld, bestudeert.11 Indien een beoordeling van de landsadvocaat leidt tot een concrete vaststelling van een onregelmatigheid, zullen er passende stappen worden ondernomen. De landsadvocaat is verzocht om de rechten van VWS te monitoren en waar nodig veilig te stellen om bijvoorbeeld verjaring te voorkomen.12 De landsadvocaat heeft mij bevestigd dat de verschillende verjaringstermijnen onderdeel uitmaken van die monitoring. De eerste stuitingsbrieven – om verjaring te voorkomen – zijn derhalve reeds door de landsadvocaat verzonden. VWS zet hiermee alles op alles om de slagingskans van een eventuele rechtszaak te vergroten. Daarnaast heb ik de rapporten aan het OM overgedragen om te beoordelen of er mogelijk sprake is van strafrechtelijk verwijtbaar handelen in de onderzochte transacties.

Vraag 7

Wilt u de vragen alstublieft gaarne ieder afzonderlijk beantwoorden zonder samen te voegen?

Antwoord 7

Voor zover de antwoorden geen herhalingen zijn van eerdere antwoorden heb ik dat gedaan.

Vraag 8

Wilt u alstublieft in uw antwoorden niet verwijzen naar eerdere antwoorden, maar het antwoord hier in deze antwoorden integraal opnemen?

Antwoord 8

Voor zover de antwoorden geen herhalingen zijn van eerdere antwoorden heb ik dat gedaan.

Vraag 9

Wilt u alstublieft niet voor een derde keer in deze vervolgvragenreeks een uitstelbrief wegens afstemming sturen? U weet de antwoorden toch?

Antwoord 9

De beantwoording van Kamervragen wordt zo zorgvuldig mogelijk gedaan. In sommige gevallen lukt dit niet binnen de gestelde termijn.


X Noot
1

Aanhangsel handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 1665.

X Noot
2

Aanhangsel handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 1987 (uitstelbrief wegens afstemming).

X Noot
3

Aanhangsel handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 2196.

X Noot
4

Aanhangsel handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 2442 (uitstelbrief wegens afstemming).

X Noot
5

Antwoord op vragen van het lid Agema over welke bewindspersoon op dit moment politiek verantwoordelijk is voor de mondkapjesdeal waarbij 100,8 miljoen euro belastinggeld verloren ging, ontvangen op 1 juni 2023.

X Noot
6

Tweede Kamer, vergaderjaar 2022–2023, Aanhangsel Handelingen, nr. 2196.

X Noot
7

Tweede Kamer, vergaderjaar 2022–2023, 2023D23410.

X Noot
8

Tweede Kamer, vergaderjaar 2022–2023, 2023Z11229.

X Noot
9

Kamerstuk 25 295, nr. 1279.

X Noot
10

Tweede Kamer, vergaderjaar 2022–2023, Aanhangsel Handelingen, nr. 2196.

X Noot
11

Tweede Kamer, vergaderjaar 2022–2023, 2023Z11229.

X Noot
12

Kamerstuk 32 805, nr. 167.

Naar boven