Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 juni 2021
Op donderdag 3 juni 2021 heb ik tijdens het debat over de ontwikkelingen rondom het
coronavirus met uw Kamer gesproken over de inkoop van persoonlijke beschermingsmiddelen
(PBM) en de overeenkomst met Relief Goods Alliance B.V. (RGA) (Handelingen II 2020/21,
nr. 84, debat over de ontwikkelingen rondom het coronavirus).
De ophef die over deze overeenkomst is ontstaan, begrijp ik volkomen. Net als uw Kamer
vind ik het van groot belang dat er volledige openheid komt over de gang van zaken.
Kort gezegd: de onderste steen moet boven.
Ik heb in mijn beantwoording toegezegd alle informatie met uw Kamer te delen. Met
deze brief vertel ik uw Kamer hoe ik dat ga doen.
Allereerst ontvangt u van mij de resultaten van een onafhankelijk onderzoek door een
forensisch accountant dat al loopt naar twee overeenkomsten, waaronder die met RGA.
Het onderzoek naar de overeenkomst met RGA is bijna afgerond. Zoals toegezegd stuur
ik u deze resultaten zodra ik die heb ontvangen. Ik verwacht dat dit op korte termijn
zal zijn.
Daarnaast vraag ik een externe onafhankelijke partij met forensische-, inkoop-, fiscale-
en data-expertise om een breder en aanvullend onderzoek te doen. Het onderzoek richt
zich op zowel de overeenkomst met RGA als op de inkoop van PBM tijdens de coronacrisis,
welke keuzes daarin zijn gemaakt en waarom.
Ik vind het belangrijk dat medewerkers van VWS en andere direct betrokken partijen
hun signalen van mogelijke onregelmatigheden bij de inkoop van PBM bij de onderzoekers
kunnen melden. Ik geef de onderzoekers daarom als onderdeel van de opdracht mee om
hiervoor een loket te creëren. Alle informatie kan immers helpen om tot een volledig
beeld te komen. Daarnaast kan informatie die, nu of in de toekomst, (door bijvoorbeeld
onderzoeksjournalistiek) aan het licht komt, in het onderzoek worden meegenomen.
Om bij dit onderzoek recht te doen aan de eisen van zowel snelheid als zorgvuldigheid,
vraag ik de onderzoekers om in twee fasen te werken:
De eerste fase betreft de casus en de bovengenoemde onderzoeksresultaten over RGA.
Ik vind het belangrijk dat uw Kamer over deze casus zo snel mogelijk volledig geïnformeerd
wordt. Dit heeft dan ook de eerste prioriteit. Ik zal de onderzoekers vragen of zij
dit deel van het onderzoek voor het zomerreces kunnen opleveren.
Vervolgens zal het onderzoek zich richten op de bredere kwestie van de inkoop van
persoonlijke beschermingsmiddelen tijdens de coronacrisis en ieders rol en verantwoordelijkheid
daarin. Dit tweede deel van het onderzoek zal mogelijk meer tijd in beslag nemen.
In mijn volgende brief over dit onderwerp, die ik u zo snel als mogelijk zal sturen,
zal ik uw Kamer informeren over de definitieve onderzoeksopzet, het tijdpad en de
partij die het onderzoek zal uitvoeren.
De Minister voor Medische Zorg,
T. van Ark