Aanhangsel van de Handelingen
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2022-2023 | 3006 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2022-2023 | 3006 |
Is in het verleden sprake geweest van vernietiging van adoptiedossiers door vergunninghouders of de Centrale autoriteit Internationale Kinderaangelegenheden?
De adoptiedossiers van de Centrale autoriteit Internationale Kinderaangelegenheden (hierna: Centrale autoriteit) worden centraal beheerd door het Ministerie van Justitie en Veiligheid. De Centrale autoriteit is in 1998 opgericht en draagt afgesloten adoptiedossiers over naar het archief van het departement, waar deze dossiers verder worden beheerd en worden vernietigd op basis van vooraf vastgestelde nota’s of zogenoemde selectielijsten (conform de archiefwet). Er zijn in 1983 en in 1999 bij het Ministerie van Justitie adoptiedossiers1 vernietigd. Vernietiging van dossiers is geen continu proces. Er wordt periodiek vernietigd als een termijn is verstreken. Het waren afgesloten dossiers uit een periode voordat de Centrale autoriteit was opgericht. Tot aan publicatie van een nieuwe selectielijst in 20062 werd binnen het Ministerie een bewaartermijn gehanteerd van vijf jaar voor adoptiedossiers waarin adoptie heeft plaatsgevonden.3 Na 1999 gold het uitgangspunt deze dossiers niet meer te vernietigen in verband met de voorbereiding voor het veranderen van deze bewaartermijn. Desondanks is er in 2011 een dossier per abuis vernietigd.
De bestaande vergunninghouders die al voor 1998 actief waren, geven aan geen dossiers te hebben vernietigd. Over sommige niet meer bestaande bemiddelaars uit het verleden is wel bekend dat de administratie niet altijd zorgvuldig is geweest. Dit staat ook beschreven in het rapport uit 2021 van de Commissie Onderzoek Interlandelijke Adoptie. Het is niet bekend in hoeverre sprake is geweest van vernietiging van dossiers bij dergelijke bemiddelaars.
Bent u bereid uit te zoeken of er, en zo ja, hoeveel adoptiedossiers vanaf 1999 zijn vernietigd en of dit wel in lijn was met de wetgeving die ook toen van toepassing was?
Er is bekend dat er ongeveer 50 meter aan dossiers in 1999 zijn vernietigd, onbekend is om hoeveel dossiers het hierbij ging. Dat is ook niet meer na te gaan. Het betreft dossiers die zijn in te delen in 3 categorieën:
1. dossiers waarin geen beginseltoestemming is afgegeven
2. dossiers waarin wel beginseltoestemming is afgegeven maar geen adoptie heeft plaatsgevonden
3. dossiers waarin wel beginseltoestemming is afgegeven en wel adoptie heeft plaatsgevonden.
Het is niet te achterhalen in hoeveel van die dossiers het gaat om een afgeronde adoptie. De vernietiging in 1999 gaat om (een deel van de) dossiers waarin aspirant adoptiefouders de eerste aanvraag hebben gedaan in de periode 1971–1979.
Voor cijfers over de aantallen afgeronde adopties verwijs ik u naar paragraaf 2.5.1 van het rapport van de Commissie Onderzoek Interlandelijke Adoptie in het verleden.
Graag licht ik toe wat de taak van het Ministerie was in de adoptieprocedure van dossiers die in 1999 vernietigd zijn. In die periode had het Ministerie een beperkte taak. Die taak betrof het afgeven van de beginseltoestemming (voordat er een kind in beeld is) en regeling van het verblijf van het kind in Nederland. De dossiers bevatten destijds alleen gegevens over de adoptiefouders en mogelijk inreisgegevens4 van het kind. Het is zeer onwaarschijnlijk dat in die dossiers afstammingsgegevens van het kind waren opgenomen. Dit beeld wordt bevestigd bij inzage in andere, niet vernietigde dossiers uit die tijd.
De kaders voor het bewaren van dossiers bij het Ministerie worden bepaald door de archiefwet in combinatie met zogenoemde vernietigings- of selectielijsten. De vernietiging in 1999 is gebaseerd op een vernietigingslijst uit 1978 waarin een bewaartermijn van 5 jaar staat. De Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed doet nog nader onderzoek naar de rechtmatigheid van deze vernietiging in 1999 en zal zijn bevindingen begin juli publiceren. Pas daarna kan ik meer duidelijkheid geven over of vernietiging heeft mogen plaatsvinden volgens de toen geldende richtlijnen.
De dossiers zijn vanwege achterstanden later vernietigd dan voorgeschreven in de kaders. Zoals aangegeven is de vernietiging van adoptiedossiers in 1999 gebaseerd op de bewaartermijn (van 5 jaar) die destijds werd gehanteerd.
Graag benadruk ik dat adoptiewetgeving sinds 1998 regelt dat vergunninghouders dossiers met informatie over afstand en achtergrond van het kind gedurende dertig jaar5 dienen te bewaren. Uw Kamer is eerder geïnformeerd over de huidige praktijk waarin vergunninghouders zich aan een bewaartermijn van tenminste vijftig jaar houden, conform hetgeen gesteld in het Europees Verdrag inzake de adoptie van kinderen en het kwaliteitskader voor vergunninghouders. Verlenging van de bewaartermijn wordt meegenomen in de aanpassing van de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie.6
Onlangs is in een geval gebleken dat in 2011 een adoptiedossier bij het Ministerie per abuis in strijd met de geldende bewaartermijn is vernietigd. Ook al zijn bijv. afstammingsgegevens uit dat dossier in principe bij de vergunninghouders opvraagbaar, betreur ik uiteraard zeer dat dit is voorgevallen. In 2011 hadden alleen dossiers vernietigd mogen worden waarin geen sprake was van een afgeronde adoptieprocedure.
Op welk herstel kan een geadopteerde rekenen als blijkt dat dossiers in het verleden, ten onrechte, dus ook tegen toenmalig geldende wetgeving in, zijn vernietigd? Wat gaat u voor hen doen?
Ik realiseer me dat de vernietiging van dossiers voor geadopteerden voelt als een extra leemte in de zoektocht naar hun afstammingsgegevens. Daarom herhaal ik dat de dossiers – voor zover nu is te achterhalen – destijds geen afstammingsgegevens bevatten. Dergelijke gegevens werden en worden primair door de bemiddelende organisaties verzameld en bewaard.
De geadopteerde waarvan bekend is dat de vernietiging van het dossier in strijd is geweest met de geldende bewaartermijn zal persoonlijk bericht ontvangen vanuit het Ministerie van Justitie en Veiligheid.
Geadopteerden kunnen met de komst van het expertisecentrum voor interlandelijke adoptie – hierna INEA – worden ondersteund. Het centrum vormt een centraal loket in Nederland waar kennis en expertise samenkomt en interlandelijk geadopteerden terecht kunnen met vragen over hun adoptie en afkomst. Geadopteerden kunnen bij INEA terecht voor begeleiding bij het vinden en inzien van dossiers, voor ondersteuning bij zoektochten in landen van herkomst, voor juridische informatie en voor psychosociale ondersteuning. Voor het begeleiden bij het vinden en inzien van dossiers betekent dit dat er informatie beschikbaar is over mogelijke vindplaatsen waar geadopteerden aanvullende informatie kunnen vinden rondom hun adoptiedossier. Op www.inea.nl zal informatie en uitleg komen over diverse dossierhoudende instanties over heel Nederland. Tevens wordt er (indien gewenst) psychosociale ondersteuning geboden tijdens en na het inzien van een dossier. Meerdere keren per jaar biedt INEA een driedelig zoekevent aan waarbij geadopteerden tips en tricks krijgen over zoeken en wordt er persoonlijke begeleiding geboden.
Bent u het met mij eens dat een adoptiedossier zonder voorbehouden toebehoort aan de geadopteerde, dat deze altijd inzage en/of een afschrift moet krijgen indien diegene daarom vraagt en dat deze nooit vernietigd zouden mogen worden? Op welke wijze is dat inmiddels gewaarborgd?
Het is niet mogelijk te stellen dat een adoptiedossier toebehoort aan de geadopteerde omdat het dossier altijd over meerdere personen gaat. Nu het gaat om gegevensverwerking, gelden bij het geven van inzage/afschrift van dossiers onder meer de regels van de Algemene Verordening Gegevensbescherming.
Dit betekent dat er bij een verzoek tot inzage een afweging moet plaatsvinden tussen de verschillende belangen van betrokkenen van wie persoonsgegevens in het dossier zijn opgenomen. In beginsel weegt het recht op afstammingsgegevens zwaar; dit is erkend en afgebakend in nationale en internationale jurisprudentie.7 Dit neemt niet weg dat inzage kan worden geweigerd als de belangen van anderen worden geschaad.8
Het is van belang dat geadopteerden waar mogelijk inzage krijgen, ondersteund worden en bovenal dat de dossierstukken blijvend worden bewaard. De dossiers van afgeronde adoptieprocedures bij het Ministerie worden blijvend bewaard. De bewaartermijn voor dossiers van afgeronde adoptieprocedures bij vergunninghouders is sinds 1998 dertig jaar en sinds 2009 tenminste vijftig jaar.
Wat vindt u ervan dat allerlei papieren en documenten betreffende adopties uit het buitenland bij zoveel verschillende instanties zijn te vinden in Nederland wat zorgt voor verwarring en een zoektocht bij geadopteerden?
Waar kunnen geadopteerden terecht als het gaat om het vinden van dossierstukken en afstammingsinformatie? Waarom is op geen enkele (overheids)website hierover duidelijke informatie te vinden?
Geadopteerden kunnen als eerste stap terecht bij INEA. INEA beschikt over een overzichtspagina waar alle informatie staat over waar adoptiedossiers liggen en hoe deze ingezien kunnen worden. Onlangs is de website van INEA gelanceerd: www.inea.nl. Het centrum is in opbouw en vele diensten zoals het begeleiden bij het krijgen van toegang tot dossiers, worden al aangeboden. Ik zal ervoor zorgen dat er via de rijksoverheid een verwijzing naar INEA komt. Zie ook het antwoord op vraag 3.
Klopt het dat eigendom, beheer en inzage van adoptiedossiers bij verschillende instanties niet goed gereguleerd is waardoor geadopteerden afhankelijk zijn van anderen, bijvoorbeeld de vergunninghouder of de goedkeuring van adoptieouders, ook als volwassene? Wat vindt u daarvan?
De betrokkenheid van verschillende instanties kan ervoor zorgen dat het voor geadopteerden niet altijd duidelijk is waar dossiers beheerd worden en zijn in te zien. Het is echter niet zo dat eigendom, beheer en inzage van adoptiedossiers niet goed gereguleerd is. Verschillende organisaties binnen de adoptieketen zijn verantwoordelijk voor een onderdeel in het adoptieproces en hebben daarin hun eigen rol en taak. Hierdoor heeft elke organisatie in de adoptieketen dus een dossier. Elke organisatie heeft ook de verplichting om zorgvuldig dossiers aan te leggen en deze te bewaren op basis van de geldende wet- en regelgeving. Zoals gezegd heeft INEA nu een overzichtspagina waar alle informatie staat over waar adoptiedossiers liggen en hoe deze ingezien kunnen worden.
Wel is het zo dat bij inzage van adoptiedossiers altijd de belangen van andere betrokkenen dienen te worden gewogen, zoals die van de adoptieouders. Ik ben hier in het antwoord op vraag 4 al op ingegaan.
Bent u op de hoogte van het feit dat geadopteerden in hun leven duizenden tot tienduizenden euro’s kwijt kunnen zijn om hun afstammingsgegevens te achterhalen en om hun identiteit, familiebanden en culturele binding te herstellen? Wat vindt u daarvan?
Ik realiseer me dat het achterhalen van afstammingsgegevens en identiteit kosten met zich meebrengt. Om geadopteerden hierin bij te staan is, in lijn met de aanbeveling van de Commissie Onderzoek Interlandelijke Adoptie, INEA opgericht. Zo biedt INEA onder meer informatie over zoektochten, een goede begeleiding gedurende het traject en een land-specifieke aanpak in samenwerking met belangenorganisaties. Dit betreft een investering in het ondersteuningsaanbod in Nederland om alle geadopteerden, nu en in de toekomst, te ondersteunen bij vragen over hun adoptie, afstamming en identiteit. Deze diensten zijn kosteloos. Zoals ook eerder met uw Kamer gedeeld is er niet gekozen voor het tegemoet komen in individuele kosten die bij ondersteuningsbehoeften kunnen spelen.
Wat zouden de kosten voor de Staat zijn voor een kosteloos herstel van naam, geboortedatum, geboorteplaats, geboorteakte voor geadopteerden alsmede eenvoudige en heldere procedures hiervoor alsook voor geslachtsnamen van nakomelingen van de geadopteerde? Bent u bereid met voorstellen te komen om op deze gebieden aan de behoeften van geadopteerden tegemoet te komen?
Een geadopteerde kan bij de dienst Justis terecht voor het herstellen van de achternaam. De kosten bedragen per persoon 835 euro exclusief de eventuele advocaatkosten.
Hoezeer ik de behoefte kan begrijpen van geadopteerden, is er binnen de rijksbegroting niet voorzien in het kosteloos herstellen van naam, geboortedatum, geboorteplaats en geboorteakte voor geadopteerden. Zoals met uw kamer besproken, heeft dit kabinet besloten, in navolging op de aanbeveling van commissie Joustra, om een duurzaam expertisecentrum (INEA) op te bouwen waar alle interlandelijk geadopteerden terecht kunnen en is er niet gekozen voor individuele tegemoetkomingen.
Op welk herstel of welke ondersteuning van overheidswege kan een geadopteerde rekenen die, als gevolg van misstanden bij diens adoptie, geen zekerheid kan verkrijgen over diens naam, geboortedatum en/of geboorteplaats?
Zoals hiervoor al aangegeven is INEA ingericht als centraal loket in Nederland, waar kennis en kunde samenkomt en ondersteuning wordt geboden. Naast ondersteuning bij het inzien en krijgen van toegang tot adoptiedossiers, biedt dit centrum ook ondersteuning op psychisch en juridisch vlak. Hiermee komt het centrum tegemoet aan veelgehoorde behoeften die leven onder de doelgroep.
Naast de ondersteuning vanuit INEA ondersteun en versterk ik de belangenorganisaties voor interlandelijk geadopteerden. Zij zijn waardevolle netwerkpartners in aanvulling op INEA, in het bijzonder bij de begeleiding van zoektochten, vanwege hun expertise, netwerken en ervaring in specifieke landen van herkomst. Per oktober 2022 is daarom een subsidieregeling in werking getreden. Hiermee kunnen belangenorganisaties zelf worden versterkt en kunnen er projectplannen worden ingediend en gesubsidieerd om bijvoorbeeld te faciliteren bij zoektochten.
Bent u bereid u in te zetten voor beschikbaarheid en inzage in volledige adoptiedossiers door geadopteerden en hun partners en nakomelingen, gereguleerd door de overheid op één centrale plek?
Deze wens is begrijpelijk en al eerder onderzocht. Het samenvoegen van alle archieven op één centrale plek is zeer bewerkelijk gebleken en tot nu toe is er geen oplossing voor gevonden. Dit omdat er voor elke organisatie verschillende regels gelden en de privacyregels in acht moeten worden genomen. Daar komt bij dat de bronhouder vaak zelf ook het beste in staat is ondersteuning en begeleiding te bieden bij de inzage.
Wel komt er zoals gezegd bij INEA een overzichtspagina beschikbaar waar alle informatie staat over waar adoptiedossiers liggen en hoe deze ingezien kunnen worden. Dit maakt het zoeken efficiënter en toegankelijker. Verder onderzoek ik in het kader van de transformatie van het interlandelijk adoptiesysteem, waar de afgeronde dossiers van vergunninghouders die met de komst van een centrale bemiddelingsorganisatie worden afgebouwd, het beste kunnen worden opgeslagen. Ik streef ernaar dit zo centraal mogelijk te doen.
Er wordt gesproken over adoptiedossiers. In het verleden ging het feitelijk om de aanvraag toestemming opneming buitenlands pleegkind. De zogenaamde aanvraag beginseltoestemming. Bij de rest van het adoptietraject was het ministerie niet betrokken.
De dossiers waarin geen adoptie heeft plaatsgevonden worden hier buiten beschouwing gelaten.
Verblijfsvergunning of andere papieren die nodig waren om het kind naar Nederland te laten overkomen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-3006.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.