Vragen van de leden Vestering en Wassenberg (beiden PvdD) aan de Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van Justitie en Veiligheid over de ernstige verwaarlozing van tientallen dieren bij een bedrijf dat in het verleden ook al herhaaldelijk in de fout ging en al onder verscherpt toezicht stond (ingezonden 11 januari 2023).

Antwoord van Minister Adema (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit), mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid (ontvangen 14 maart 2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 1320.

Vraag 1

Wat dacht u toen u hoorde dat de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) meer dan 70 koeien, stieren en kalfjes «in bewaring heeft genomen» nadat deze dieren sterk vermagerd en vervuild werden aangetroffen, naast de twee dieren die al waren gestorven?1

Antwoord 1

Een dergelijk bericht doet mij veel. Het roept vragen bij mij op over hoe het zo ver heeft kunnen komen. Ik vind het volstrekt onacceptabel dat dieren zo worden verwaarloosd en vind het belangrijk dat hier kordaat tegen wordt opgetreden. Mijn beleid is hier ook op gericht en de Inspecteur General van de NVWA staat voor het toezicht.

In het geval van dierverwaarlozing is er vaak sprake van (sociale) problemen bij de houder. Dit verexcuseert het verwaarlozen van dieren geenszins, maar is wel een onderliggend probleem waar we ook oog voor moeten hebben. Er wordt in de begroting van mijn ministerie jaarlijks een bedrag opgenomen voor het Vertrouwensloket Welzijn Landbouwhuisdieren. Het loket heeft tot doel verminderde zorg bij landbouwhuisdieren terug te dringen en tijdig een halt toe te roepen. Meldingen door erfbetreders zijn daarbij van cruciaal belang. Het Vertrouwensloket begeleidt de ondernemer op vrijwillige basis bij het oplossen van het probleem. Voor dit specifieke geval, waarbij de ondernemer reeds onder verscherpt toezicht stond, is het goed dat zowel bestuursrechtelijk, als ook strafrechtelijk onderzoek is ingesteld.

Vraag 2

Wat ging er door u heen toen u de foto zag die de NVWA deelde bij de melding, waarop te zien is dat koeien tot diep in hun eigen ontlasting staan en niet de beschikking hebben over schoon drinkwater en droog voedsel?

Antwoord 2

Bij het zien van deze foto ging er afschuw door mij heen. Ik vind het niet acceptabel dat dieren op deze wijze worden gehouden. Als mensen hebben we een zorgplicht voor de dieren die ons zijn toevertrouwd.

Vraag 3

Klopt het dat dit betreffende bedrijf onder verscherpt toezicht van de NVWA zou staan?2

Antwoord 3

Ja, het betreffende bedrijf staat onder verscherpt toezicht van de NVWA.

Vraag 4

Hoe bestaat het dat bij een bedrijf dat onder verscherpt toezicht staat nog steeds dieren ernstig kunnen worden verwaarloosd?

Antwoord 4

Dat op een bedrijf al meermaals overtredingen zijn aangetroffen wil niet zeggen dat bij toepassing verscherpt toezicht een veehouder zijn bedrijfsvoering snel aanpast. Dit betreft een aanpak/traject met bestuursrechtelijke of strafrechtelijke inzet of een combinatie daarvan en is niet een eenmalige interventie. Bij opleggen van maatregelen in het kader van verscherpt toezicht moet veehouder ook een redelijke termijn worden gegeven om aanpassingen door te voeren. Bovendien is op deze bedrijven vaak ook sprake van perioden waarin het wel beter gaat (bijvoorbeeld in weideseizoen), afgewisseld met perioden waarin het (ook soms heel snel) slechter gaat. Een houder is primair zelf verantwoordelijk voor een goede verzorging van zijn dieren. Verscherpt toezicht is een maatwerkaanpak die wordt toegepast bij bedrijven met grazers (runderen, paarden, schapen, geiten) en vindt plaats als er herhaald overtredingen zijn geconstateerd en er, ondanks inzet van het interventiebeleid, nog geen zicht is op verbetering van het naleefgedrag. Door de toezichtintensiteit op het bedrijf te verhogen en middels inzet van mogelijke maatregelen wordt gestreefd naar aanpassing van de naleving van welzijnsregels door de houder.

Een bestuursrechtelijk instrument heeft als doel om overtredingen te herstellen. Bij bedrijven die onder verscherpt toezicht vallen, wordt veelal ook een strafrechtelijk onderzoek ingesteld. Dat is een apart traject.

De maatregelen ter verbetering van de situatie op het bedrijf worden opgebouwd. Er worden vaak zowel herstelsancties als punitieve (bestraffende) sancties ingezet, die worden afgestemd op de situatie op het bedrijf. In het wetsvoorstel aanpak dierenmishandeling en dierverwaarlozing van de Ministers van Justitie en Veiligheid en mijzelf (Kamerdossier 35 892), wordt het toepassingsbereik van artikel 5.12 van de Wet dieren uitgebreid met de toevoeging van «het welzijn van het dier» als reden om maatregelen te kunnen treffen. Wanneer het dierenwelzijn wordt geschaad – bijvoorbeeld door slechte verzorging – kan dan op grond van dat wetsartikel dan worden overgegaan tot geheel of gedeeltelijke sluiting van het bedrijf.

In het voorliggende geval heeft de NVWA geconstateerd dat de inzet van verscherpt toezicht er niet toe heeft geleid dat de houder tijdens het stalseizoen niet opnieuw overtredingen ten aanzien van dierenwelzijn heeft begaan. Hierop heeft de NVWA besloten de dieren in bewaring te nemen.

Vraag 5

Kunt u aangeven waaruit het verscherpte toezicht van de NVWA bestaat?

Antwoord 5

Een primair bedrijf waar rundvee wordt gehouden, wordt onder verscherpt toezicht gesteld als het bedrijf structureel niet naleeft. Verscherpt toezicht is een traject waarin zowel vanuit bestuursrecht als ook strafrechtelijk maatregelen kunnen worden toegepast. Dit is het geval indien:

  • 1. de «entreecontrole» voor verscherpt toezicht niet-akkoord is.

    Een dergelijke «entreecontrole» voor verscherpt toezicht vindt plaats indien bij inspecties op het bedrijf minimaal drie inspecties niet-akkoord zijn bevonden binnen de afgelopen twee jaar en deze niet-akkoorden leidden tot de opmaak van rapport(en) van bevindingen en/of processen-verbaal; of

  • 2. een bedrijf bij een (eerste) inspectie een ernstige dierenwelzijnssituatie laat zien.

Een bedrijf blijft onder verscherpt toezicht totdat er bij drie achtereenvolgende controles geen overtredingen meer van de Wet dieren en/of onderliggende regelgeving op het bedrijf worden vastgesteld.

Bij bedrijven die onder verscherpt toezicht vallen, wordt veelal ook een strafrechtelijk onderzoek ingesteld.

Vraag 6

Bent u, gegeven het feit dat de koeien sterk waren vermagerd en tot diep in hun eigen ontlasting stonden, van mening dat dit verscherpte toezicht op adequate wijze heeft plaatsgevonden?

Antwoord 6

Ik betreur het dat de houder, ondanks het verscherpte toezicht, niet voor een acceptabele verzorging van de dieren heeft kunnen zorgen. Helaas kan ook het zware instrument van verscherpt toezicht niet in alle gevallen voor verbetering van de situatie leiden.

Vraag 7

Deelt u de mening dat kennelijk langdurige dierverwaarlozing die kan plaatsvinden onder verscherpt toezicht twijfels oproept over de kwaliteit van toezicht en handhaving bij veehouderijen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke actie wilt u ondernemen om toezicht en handhaving bij primaire bedrijven substantieel te verbeteren?

Antwoord 7

Het instrument verscherpt toezicht is helaas geen panacee. Een situatie zoals aangetroffen op het betreffende bedrijf kan in een korte tijd ontstaan. Er heeft frequent toezicht bij dit bedrijf plaatsgevonden, waarbij bestuursrechtelijk meerdere maatregelen zijn opgelegd die niet tot structurele verbetering hebben geleid. Een veehouder dient de gelegenheid te krijgen verbeteringen aan te brengen, maar wanneer na herhaling blijkt dat maatregelen niet tot verbetering leiden en de dieren ernstig lijden, zal de NVWA de dieren in bewaring nemen. Bij de laatste inspectie is die maatregel voor 70 runderen toegepast. Als bij een bedrijf dat onder verscherpt toezicht staat geen overtredingen meer worden geconstateerd, vinden er nog meerdere herinspecties plaats om een eventuele terugval tijdig te constateren

Ik vind dat de toezichthouder de juiste instrumenten ter beschikking moet hebben om haar toezicht doelmatig te kunnen uitvoeren.

De Minister van Justitie en Veiligheid en ik willen dit mogelijk maken middels het in het antwoord op vraag 4 genoemde wetsvoorstel.

Vraag 8

Kunt u bevestigen dat de NVWA in 2018 meer dan 300 «aandachtsbedrijven» ofwel «risicobedrijven» heeft geïdentificeerd waar sprake was van structurele dierenwelzijnsproblemen en dat sinds een wijziging in de werkwijze van de NVWA in 2019 slechts een klein deel van deze bedrijven onder verscherpt toezicht staat?3

Antwoord 8

Ja, ik kan bevestigen dat niet alle bedrijven die waren aangemerkt als aandachtbedrijf onder verscherpt toezicht zijn gesteld. Zoals ook in de beantwoording op de Kamervragen waaraan wordt gerefereerd (Kamerstuk 33 835, nr. 197) is aangegeven.

Vraag 9

Is er volgens u voldoende zicht op deze voormalige risicobedrijven? Zo ja, waar blijkt dat uit?

Antwoord 9

Veel van de voormalige aandachtbedrijven vallen onder het reguliere toezicht. Bezoeken aan deze bedrijven vinden risicogebaseerd plaats op basis van meldingen (bijvoorbeeld van erfbetreders) of in het kader van naleefmetingen. De NVWA heeft ook samenwerkingsafspraken met andere erfbetreders, zodat signalen over dierverwaarlozing worden doorgegeven. De bron van een melding en de inspectiehistorie wegen mee bij het beoordelen van meldingen. Een risicoselectie of een specifiek project kan eveneens aanleiding vormen om een bedrijf te bezoeken. Indien bij een bedrijf een overtreding wordt vastgesteld, volgt ook in het reguliere toezicht een herinspectie.

Vraag 10

Hoeveel controles zijn er na 2019 nog uitgevoerd bij de risicobedrijven die niet onder verscherpt toezicht zijn geplaatst?

Antwoord 10

Bij bedrijven die sinds 2019, onder de destijds geldende criteria, zijn aangemerkt als risicobedrijf zijn de onderstaande inspecties uitgevoerd. In 2019 en 2020 was er sprake van een overgangsperiode, waardoor ook bedrijven die nu als verscherpttoezichtbedrijf worden aangemerkt (veto) nog geschaard werden onder risicobedrijven. In 2021 is dit uitgesplitst in risicobedrijven en veto-bedrijven. Enkel de veto-bedrijven vallen, vanwege de inspectiehistorie, onder het verscherpte toezichtregime.

Jaartal

Aantal risicobedrijven waar inspecties zijn uitgevoerd

2019

69

2020

46

2021

21

Jaartal

Aantal inspecties bij risicobedrijven

2019

111

2020

64

2021

24

In 2020 en 2021 zijn door de NVWA minder inspecties uitgevoerd in verband met coronamaatregelen.

De analyse van de inspecties die in 2022 zijn uitgevoerd is gaande, de data zijn pas kortgeleden beschikbaar gekomen.

Inspectieresultaten zullen, zodra de analyse gereed is, zo spoedig mogelijk op de NVWA-website worden gepubliceerd. Ik verwacht dat deze in het tweede kwartaal van 2023, rondom de aanbieding van de verantwoordingsstukken van de NVWA, gepubliceerd zijn.

Vraag 11

Hoeveel tijd heeft er gezeten tussen de één na laatste en de meest recente inspectie van de NVWA bij het bedrijf waar nu verwaarloosde dieren zijn aangetroffen?

Antwoord 11

Tussen de meest recente inspectie in februari en de één na laatste inspectie in januari bij dit bedrijf zat ongeveer een maand tijd. Het betreft inspecties die hebben plaatsgevonden na de in bewaring name van de runderen op 4 januari.

Vraag 12

Is het waar dat dezelfde veehouder in 2018 in hoger beroep werd veroordeeld vanwege het verwaarlozen van runderen? Kunt u toelichten wat de overtredingen destijds waren en welke sancties er zijn genomen?4

Antwoord 12

Dat klopt. Het is echter staand beleid van de Minister van Justitie en Veiligheid en het OM om, in het kader van de privacy, geen uitspraken over eerdere veroordelingen in individuele zaken te doen.

Vraag 13

Hoe vaak heeft de NVWA sinds de veroordeling in 2018 de dieren van deze veroordeelde veehouder bezocht?

Antwoord 13

Vanaf het moment van de uitspraak van het Hof in 2018, tot en met de dag van de controle op 4 januari 2023, is het bedrijf op 13 verschillende dagen bezocht.

Vraag 14

Wanneer hebben deze inspecties precies plaatsgevonden? Bent u bereid de inspectierapporten met de beantwoording van deze vragen naar de Kamer te sturen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 14

De inspecties vanaf de uitspraak van het Hof in 2018 vonden plaats in het vierde kwartaal van 2020, het eerste kwartaal van 2021, het derde kwartaal van 2021, het tweede kwartaal van 2022, het derde kwartaal van 2022 en het eerste kwartaal van 2023.

Aangezien de inspectierapporten bedrijfsspecifieke informatie bevatten, die in ieder geval deels nog onderwerp is van lopende procedures, kan ik deze niet bijvoegen. Ik hecht er echter wel aan zoveel mogelijk tegemoet te komen aan informatieverzoeken uit de Kamer. Daarom ben ik bereid in inhoud voor u samen te vatten. Zie hiervoor het antwoord op vraag 15.

Vraag 15

Kunt u uiteenzetten welke overtredingen er de laatste tien jaar bij dit bedrijf zijn geconstateerd en of dit geleid heeft tot sancties? Zo ja, welke en wanneer en hoe is hierop toegezien? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 15

Er hebben vanaf 2013 tot heden meerdere inspecties plaatsgevonden, 30 in het totaal in deze periode. De runderen werden door de houder voor een groot deel van het jaar 2022 buiten gehuisvest. Het risico op nieuwe overtredingen was hierdoor kleiner. Hier is ook rekening mee gehouden bij (her)inspecties. Aangezien de inspectierapporten bedrijfsspecifieke informatie bevatten worden deze niet bijgevoegd.

Samengevat zijn er overtredingen gezien ten aanzien van de hygiëne, water, voer en huisvesting. Deze overtredingen hebben tot meerdere maatregelen geleid, zoals lasten onder dwangsom en lasten onder bestuursdwang. Met een last krijgt overtreder een termijn waarbinnen de geconstateerde overtreding moet zijn opgelost. De NVWA houdt toezicht op de gestelde termijnen. Bij het niet naleven van de lasten zal een dwangsom worden verbeurd of zal de NVWA ingrijpen door bijvoorbeeld dieren mee te voeren en op te slaan. Daarnaast is het bedrijf ook via een zogenaamde randvoorwaardenkorting gekort op de Unierechtelijke inkomenssteun.

Hieronder wordt in een tabel weergeven hoe vaak het bedrijf is bezocht in het desbetreffende kalenderjaar:

Jaar

Aantal keer bezocht

2013

9

2014

1

2015

3

2017

2

2018

1

2019

0

2020

1

2021

3

2022

7

2023

3

Vraag 16

Is het waar dat na het «in bewaring stellen» van de 70 runderen, de veehouder vrijwel onmiddellijk andere dieren heeft geplaatst? Zo ja, wat vindt u hiervan?5

Antwoord 16

De houder heeft na het in bewaring nemen van de 70 runderen op 4 januari jl. niet opnieuw dieren aangevoerd. De veehouder hield ten tijde van de controle op 4 januari op twee verschillende locaties runderen; een deel werd geweid en het grootste deel stond op stal. De wijze waarop de dieren die binnen werden gehuisvest en verzorgd, werd als dusdanig ernstig beoordeeld dat het noodzakelijk werd geacht deze dieren in bewaring te nemen. De (15) dieren buiten werden op het moment van controle op adequate wijze gehouden. Deze dieren zijn ook niet in bewaring genomen.

De NVWA heeft medio januari opnieuw een inspectie uitgevoerd bij dit bedrijf om te bezien hoe de situatie voor de 15 runderen die nog bij de houder aanwezig waren was. Deze controle wees uit dat de dieren op dat moment op stal stonden en in orde waren. Medio februari is opnieuw een inspectie uitgevoerd, en was er opnieuw geen aanleiding voor in bewaring name van aanwezige runderen. Het bedrijf blijft onder verscherpt toezicht.

Vraag 17

Welke maatregelen heeft u genomen om te voorkomen dat de verantwoordelijke van dit bedrijf dezelfde overtredingen opnieuw begaat?

Antwoord 17

Het bedrijf staat onder verscherpt toezicht en wordt regelmatig geïnspecteerd. Tevens hebben NVWA-inspecteurs de veehouder gewezen op beschikbare ondersteuning. Vanuit de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland vindt een «keukentafelgesprek» plaats. In het verleden is de veehouder ook doorverwezen naar het Vertrouwensloket. De locoburgemeester is geïnformeerd over de situatie.

Vraag 18

Bent u van plan om met de kennis van nu, op zeer korte termijn nieuwe en onaangekondigde inspecties te laten uitvoeren? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke maatregelen zijn dit?

Antwoord 18

Het verscherpttoezichtregime blijft van toepassing op dit bedrijf. Ik doe vooraf geen mededeling over inspecties die nog gaan plaatsvinden.

Vraag 19

Zijn het strafrechtelijk en bestuursrechtelijk onderzoek naar aanleiding van de overtredingen voorgelegd aan de rechter? Bent u bereid de resultaten van deze onderzoeken naar de Kamer te sturen?

Antwoord 19

Het is staand beleid van de Minister van Justitie en Veiligheid en het OM om geen uitspraken te doen over individuele zaken in het strafrecht. Voor wat betreft het bestuursrechtelijk traject is het niet aan de NVWA om de onderzoekresultaten aan de bestuursrechter voor te leggen. Dat is een recht van de houder. Deze kan in bezwaar en beroep gaan tegen een opgelegde maatregel.

Vraag 20

Vindt u het verstandig of wenselijk dat een bedrijf of persoon die herhaaldelijk ernstige dierenwelzijnsovertredingen begaat, de mogelijkheid behoudt om dieren te houden gegeven het grote risico dat deze dieren opnieuw het slachtoffer worden van ernstige verwaarlozing?

Antwoord 20

Ik ben het met de vragenstellers eens dat voorkomen moet worden dat daders van dierverwaarlozing of diermishandeling opnieuw in de fout kunnen gaan, met alle nare gevolgen daarvan voor de dieren. Om mijn aanpak te versterken heb ik daarom samen met de Minister van Justitie en Veiligheid een wetsvoorstel gemaakt dat de mogelijkheid introduceert om aan daders van dierenmishandeling en daders van andere strafbare feiten als zelfstandige maatregel een houdverbod op te kunnen leggen. Dat betekent dat de rechter als onderdeel van de veroordeling aan de dader een verbod op kan leggen voor een bepaalde periode om dieren te houden. Dit wetsvoorstel is momenteel aanhangig bij de Tweede Kamer. Het houdverbod kan voor de duur van maximaal tien jaar worden opgelegd en in het geval van recidive voor de duur van twintig jaar. Het wetsvoorstel voorziet tevens in de uitbreiding van de mogelijkheid om bedrijven, inrichtingen en locaties te sluiten, indien het welzijn van het dier in gevaar kan worden gebracht.

Vraag 21

Heeft de NVWA contact gehad met het Functioneel Parket over het opleggen van een tijdelijk houdverbod als voorlopige maatregel?

Antwoord 21

Het is staand beleid van de Minister van Justitie en Veiligheid en het OM om geen uitspraken te doen over individuele zaken in het strafrecht.

Vraag 22

Kunt u uiteenzetten wat in het afgelopen jaar de gemiddelde doorlooptijd is geweest bij het afhandelen van boeterapporten? In hoeveel gevallen is de termijn verstreken voor het opstellen van een boeterapport? Is het waar dat de overtreder in zo’n geval wegkomt met de overtreding?

Antwoord 22

De gemiddelde doorlooptijd van de rapporten van bevindingen ten behoeve van afdoening met een bestuurlijke boete in relatie tot de wet Dieren is op dit moment 19 weken. De Algemene wet bestuursrecht bepaalt dat indien van een overtreding een rapport is opgemaakt, het bestuursorgaan binnen 13 weken moet beslissen over het opleggen van de bestuurlijke boete. Dit betreft een termijn van orde. Overschrijding van deze termijn heeft niet tot gevolg dat de bevoegdheid tot het opleggen van een bestuurlijke boete vervalt.

Vraag 23

Bent u bereid om het toezicht bij primaire bedrijven te betrekken bij de uitwerking van het «three strikes out»-principe, waarbij zwaarder zal worden opgetreden bij herhaalde overtredingen? Zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet?6

Antwoord 23

De NVWA werkt aan de aangenomen motie Van Campen en Eerdmans (JA21) over een three strikes out handhavingsvoorstel in de procedure voor verscherpt toezicht op slachthuizen (Kamerstuk 28 286, nr. 1249). Aan de Tweede Kamer is toegezegd dat het herziene interventiebeleid en de procedure verscherpt toezicht in de eerste helft van 2023 in uitvoering zullen zijn, waarna de Tweede Kamer zal worden geïnformeerd over de uitwerking van de motie Van Campen en Eerdmans.

De invulling van verscherpt toezicht verschilt per domein. Voor bijvoorbeeld slachthuizen waarbij permanent toezicht wordt gehouden, is dit anders dan bij primaire bedrijven. In het algemeen geldt dat de NVWA zowel kwantitatieve aspecten (aantallen «strikes») als ook kwalitatieve aspecten (ernst van de feiten en omstandigheden) in aanmerking neemt om te bepalen of een bedrijf onder verscherpt toezicht wordt geplaatst en welke sancties daarbij zo nodig passend zijn. Een kwantitatieve benadering alléén aan de hand van aantallen «strikes» zou onvoldoende recht doen aan een evenredige sanctionering zoals vereist door wetgeving en rechtspraak. Dit laat onverlet dat het aantal eerdere overtredingen van belang is voor de vraag of verscherpt toezicht wordt ingesteld, en of, zoals in de vraag wordt gesteld, zwaarder moet worden opgetreden. Dit geldt ook bij de primaire bedrijven.

Vraag 24

Kunt u deze vragen één voor één en binnen de daarvoor gestelde termijn beantwoorden?

Antwoord 24

Beantwoording van de vragen heeft langer geduurd in verband met benodigde afstemming met meerdere departementen.


X Noot
1

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, 5 januari 2023, «NVWA neemt meer dan 70 verwaarloosde runderen in bewaring vanwege dierenwelzijn» (https://www.nvwa.nl/nieuws-en-media/nieuws/2023/01/05/nvwa-neemt-rond-de-70-verwaarloosde-runderen-in-bewaring-vanwege-dierenwelzijn)

X Noot
2

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, 5 januari 2023, «NVWA neemt meer dan 70 verwaarloosde runderen in bewaring vanwege dierenwelzijn» (https://www.nvwa.nl/nieuws-en-media/nieuws/2023/01/05/nvwa-neemt-rond-de-70-verwaarloosde-runderen-in-bewaring-vanwege-dierenwelzijn)

X Noot
3

Kamerstuk 33 835, nr. 197

X Noot
4

Brabants Dagblad, 6 januari 2023, «Boer uit Well verwaarloost wéér zijn vee: 70 runderen in beslag genomen» (https://www.bd.nl/bommelerwaard/boer-uit-well-verwaarloost-weer-zijn-vee-70-runderen-in-beslag-genomen~aacebc45)

X Noot
5

Brabants Dagblad, 9 januari 2023, «Ongeloof in Well: omstreden boer heeft nu alweer koeien op stal» (https://www.bd.nl/bommelerwaard/ongeloof-in-well-omstreden-boer-heeft-nu-alweer-koeien-op-stal~ac13519c/)

X Noot
6

Kamerstuk 28 286, nr. 1259

Naar boven