Vragen van het lid Koekkoek (Volt) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht «Europese Ministers vertragen en verzwakken bescherming drinkwaterbronnen tegen bestrijdingsmiddelen» van de VEWIN, de vereniging van waterbedrijven in Nederland (ingezonden 23 december 2022).

Antwoord van Minister Harbers (Infrastructuur en Waterstaat), mede namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (ontvangen 31 januari 2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 1223.

Vraag 1

Bent u op de hoogte van dit bericht en het persbericht van de Raad van de EU, d.d. 19/12/2022, waarop de VEWIN haar nieuwsbericht baseert?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Kunt u aangeven of u het verzoek om weer een nieuwe impactanalyse en kwantificering van de effecten van een verbod van gewasbeschermingsmiddelen in nieuwe gebieden ondersteunt? Zo ja, waarom?

Antwoord 2

Nederland was geen voorstander van het verzoek aan de Europese Commissie om een aanvullende effectbeoordeling uit te voeren over het voorstel voor een verordening voor duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Hiervoor verwijs u ik naar de brief van de Minister van LNV van 21 december 2022 met het verslag van de Landbouw- en Visserijraad (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1497). Een meerderheid van lidstaten was echter vóór. Dit heeft ertoe geleid dat de Europese Raad Vervoer, Telecommunicatie en Energie (TTE-Raad) op 19 december 2022 heeft ingestemd met uitvoering van de aanvullende effectbeoordeling.

Vraag 3

Onderschrijft u dat voedselzekerheid de centrale doelstelling van de landbouw is?

Antwoord 3

De landbouw is inderdaad van groot belang voor voedselzekerheid, echter deze moet met minder schadelijke emissies naar het milieu gepaard gaan. De aanvullende effectbeoordeling van het voorstel is onder meer bedoeld om mogelijke effecten op voedselzekerheid te kwantificeren. Nederland was geen voorstander van het informatieverzoek om deze beoordeling uit te voeren, vanwege de reikwijdte ervan en de te voorziene impact op de duur van de behandeling van het voorstel. Het is juist nu nodig om tempo te maken in het verminderen van het gebruik en de afhankelijkheid van chemische gewasbescher-mingsmiddelen en de toepassing van geïntegreerde gewasbescherming te intensiveren.

Op dit moment beraadt de Europese Commissie zich nog op de uitvoering van de aanvullende effectbeoordeling; zij is aan zet. Het is (nog) niet duidelijk welke impact uitvoering hiervan zal hebben op de duur van de behandeling van het voorstel.

Vraag 4

Aangezien Nederland zich heeft gecommitteerd aan het halen van de doelstellingen in de Kaderrichtlijn Water (KRW) 2022–2027, kunt u toelichten wat het effect is van het gebruik van pesticiden in de buurt van, of in drinkwaterwinningsgebieden?

Antwoord 4

Ik ben me bewust van de zorgen van Vewin dat het gebruik van pesticiden, waaronder gewasbeschermingsmiddelen, in of rondom drinkwaterwingebieden kan resulteren in normoverschrijdingen in drinkwaterbronnen. Verontreiniging van drinkwaterbronnen krijgt bij de uitvoering van de Beleidsnota Drinkwater aandacht in de gebiedsdossiers. Deze worden, onder coördinatie van de provincies, per grondwaterbeschermingsgebied samen met de drinkwaterbedrijven opgesteld. Knelpunten, restopgaven, maatregelen en beleidsontwikkelingen zijn o.a. beschreven in het, in opdracht van IenW opgestelde RIVM-rapport «Staat drinkwaterbronnen»2 van 2020.

Daarnaast hebben de drinkwaterbedrijven in 2022 hun monitoringsresultaten aangeleverd voor actualisatie van de in 2017 verschenen «Grondwateratlas bestrijdingsmiddelen»3. De geactualiseerde atlas wordt binnenkort gepubliceerd en geeft informatie over de effecten van het gebruik van gewasbeschermings-middelen voor de winning van drinkwater uit grondwater en de resterende KRW-opgave, geen normoverschrijdingen in 2027.

In aansluiting op het advies van de Studiegroep Grondwater «Grondwater: onzichtbaar en onmisbaar», dat de Kamer op 19 december 2022 is aangeboden (Kamerstuk 27 625, nr. 594), neemt IenW het initiatief om in overleg met de beheerders en gebruikers van grondwater de mogelijkheden voor de ontwikkeling van een systeem voor «early warning monitoring» te verkennen. Meten in het bovenste grondwater is van belang om sneller dan nu vast te kunnen stellen of verontreiniging van grondwater plaatsvindt en maatregelen te treffen om verdere verontreiniging van grondwater te voorkomen.

Vraag 5

Zorgt deze vertraging op een verbod van gewasbeschermingsmiddelen, zoals de Europese Commissie wenst, ervoor dat Nederland potentieel (een deel van) de KRW-doelen niet tijdig gaat halen, meer nog dan u zelf recentelijk al heeft aangegeven?

Antwoord 5

Samen met de Minister van LNV heb ik recent een aanpak op hoofdlijnen opgesteld om invulling te geven aan de afspraak uit het coalitieakkoord om de «normen voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen af te stemmen op de KRW». Deze aanpak is erop gericht om de KRW-doelen te behalen, waaronder geen KRW-normoverschrijdingen meer in 2027. Deze aanpak houdt in dat op basis van specifieke informatie over de toestand van de Nederlandse oppervlaktewateren, grondwater, drinkwater en kwetsbare gebieden en de inschatting van het verwachte effect van lopende generieke maatregelen, bekeken wordt of aanvullende maatregelen nodig zijn. De aanpak zal worden uitgevoerd met (andere) overheden en betrokkenen (Kamerstuk 27 858, nr. 581).

Ongeacht de verdere Europese behandeling van de beoogde Verordening duurzaam gebruik gewasbeschermingsmiddelen zal Nederland de aanpak doorzetten om de KRW-doelen te halen. Daarnaast wordt op dit moment samen met de Minister van LNV bekeken hoe, mede op basis van de huidige Richtlijn Duurzaam gebruik van pesticiden (Richtlijn 2009/128/EG), uitvoering kan worden gegeven aan de motie De Groot die vraagt om het gebruik van bestrijdingsmiddelen in grondwaterbeschermingsgebieden te stoppen (Kamerstuk 27 858, nr. 587). De beoogde Verordening duurzaam gebruik gewasbeschermingsmiddelen moet deze richtlijn op termijn vervangen. De huidige richtlijn biedt lidstaten (nu al) een mogelijkheid om «passende maatregelen» te nemen om de kwaliteit van grondwater te beschermen (zie ook Kamerstuk 27 858, nr. 579).

Om aan deze motie uitvoering te geven, is de eerste stap het verkennen van de mogelijke effecten van het stoppen van het gebruik van bestrijdingsmiddelen voor terreinbeheerders, (agrarische) ondernemers en burgers bij het beheersen van ziekten, plagen, invasieve exoten, ongedierte, etc. in grondwaterbeschermings-gebieden. Parallel daaraan wordt onderzocht op welke wijze het stoppen of beperken van het gebruik juridisch vorm zou moeten krijgen in nationale wet- en regelgeving, zoals ook toegelicht in de recente brief van de Minister van LNV (Kamerstuk 27 858, nr. 605).

De Minister van LNV zal uw Kamer in het voorjaar informeren over deze verkenningen.

Vraag 6

Gezien het feit dat het Planbureau voor de Leefomgeving aangeeft dat de kwaliteit van het grondwater alleen maar verder achteruit zal gaan als gewasbeschermingsmiddelen (pesticiden) gebruikt blijven worden in de landbouw, hoe kijkt u naar deze ontwikkeling in relatie tot de mogelijke vertraging van de bescherming van onze drinkwaterbronnen tegen bestrijdingsmiddelen?

Antwoord 6

Zie de antwoorden op vragen 4 en 5.

Vraag 7

Aangezien provincies en waterschappen de uitvoerende instanties zijn voor het behalen van de KRW-doelen, hoe beoordeelt u de juridische dan wel financiële risico’s voor Nederland bij het niet voldoen aan de KRW-doelen voor 2027?

Antwoord 7

In november 2022 is uw Kamer geïnformeerd over de risico’s die er voor Nederland zijn bij het niet voldoen aan KRW-doelen voor 2027 (Kamerstuk 27 625, nr. 555).

Raad vraagt aanvullende effectbeoordeling bij voorstel over duurzaam gebruik gewasbeschermingsmiddelen – Consilium (Europa.eu)


X Noot
1

Europese Ministers vertragen en verzwakken bescherming drinkwaterbronnen tegen bestrijdingsmiddelen – Nieuwsberichten Vewin.

Raad vraagt aanvullende effectbeoordeling bij voorstel over duurzaam gebruik gewasbeschermingsmiddelen – Consilium (Europa.eu).

Naar boven