Vragen van het lid Vestering (PvdD) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het te laat delen van de SCoPAFF agenda, waardoor de Kamer dit niet tijdig kan bespreken (ingezonden 21 oktober 2021).

Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 22 november 2021).

Vraag 1

Waarom heeft u uw brief over de agenda van het overleg op 21 en 22 oktober van het Standing Committee on Plants, Animals, Food and Feed (SCoPAFF) en uw inzet tijdens dit overleg pas op 15 oktober ’s avonds gestuurd, terwijl de agenda al ten minste sinds 6 oktober openbaar bekend was?1

Antwoord 1

Ik streef ernaar om uw Kamer zo transparant en tijdig mogelijk te informeren over de SCoPAFF agenda. Daarom stuur ik uw Kamer sinds januari 2019 een brief met daarin de Nederlandse standpunten op de zogenaamde B-punten (ter stemming). Ik streef er hierbij naar om, indien mogelijk, deze brief op een moment te verzenden dat uw Kamer in de gelegenheid wordt gesteld hier een uitspraak over te kunnen doen voorafgaand aan de vergadering. Ik heb uw Kamer eerder geïnformeerd over deze werkwijze (Kamerstuk 27 858, nr. 442). De agenda is op 5 oktober 2021 beschikbaar gesteld aan de lidstaten. De EC publiceert de agenda vervolgens ook op hun website. Voor de stempunten op de agenda komen de bijbehorende stukken uiterlijk 2 weken voor de vergadering beschikbaar. Vervolgens vraag ik het Ctgb om mij te adviseren over een standpunt en stem ik het Nederlandse standpunt ambtelijk af met de ministeries van IenW, VWS en SZW. Vervolgens informeer ik uw Kamer over het voorgenomen Nederlandse standpunt. Dit laatste bleek voor het herfstreces niet meer mogelijk.

Vraag 2

Erkent u dat u de Kamer buitenspel zet bij de besluitvorming die plaatsvindt binnen SCoPAFF-overleggen wanneer u uw inzet bij de Europese stemming over de toelating van verschillende gevaarlijke landbouwgifstoffen zo laat stuurt dat de Kamer dit niet meer kan bespreken?

Antwoord 2

Nee. Ik heb bij de uitleg van deze werkwijze uitgelegd dat ik uw Kamer pas kort voor de vergadering kan informeren over mijn standpunten (Kamerstuk 27 858, nr. 442). Desondanks hecht ik er waarde aan om zo transparant mogelijk te handelen en zal uw Kamer voorafgaand aan elke SCoPAFF-vergadering blijven informeren over de B-punten (ter stemming).

Vraag 3

Bent u voornemens uw inzet bij het SCoPAFF-overleg eerder en tijdig met de Kamer te delen, zodat hier nog overleg over kan plaatsvinden? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

Ik streef ernaar uw Kamer zo vroeg als mogelijk te informeren. Gezien het beschreven proces is dit pas kort voor de vergadering mogelijk.

Vraag 4

Kunt u voortaan bij verslagen van schriftelijke overleggen niet alleen de vragen beantwoorden over de betreffende Landbouw- en Visserijraad, maar ook over de betreffende SCoPAFF-vergadering, omdat die antwoorden anders in de praktijk pas naar de Kamer komen nadat die vergadering en de stemming hebben plaatsgevonden? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

Al de schriftelijke vragen over een Landbouw- en Visserijraad worden beantwoord. Voor vragen die niet direct over de agenda van Landbouw- en Visserijraad gaan, wordt de normale tijdlijn voor Kamervragen gehanteerd. Dit geldt ook voor vragen over onderwerpen die raken aan het SCoPAFF overleg over regelgeving gewasbeschermingsmiddelen, tenzij een kortere tijdlijn wenselijk en mogelijk is. Om een goed antwoord te kunnen geven op vragen over onderwerpen die geagendeerd zijn op een SCoPAFF-vergadering is het daarnaast van belang om een advies van het Ctgb hebben op basis van de bijbehorende stukken.

Vraag 5

Kunt u deze vragen één voor één en binnen de gestelde termijn beantwoorden?

Antwoord 5

Ja.


X Noot
1

2021Z18169

Naar boven