Vragen van de leden Omtzigt en Marijnissen aan de Minister voor Rechtsbescherming en de Staatssecretaris van Financien (Toeslagen en Douane) over kinderen die uithuis geplaatst zijn, het toeslagenschandaal en de schadevergoeding die zij krijgen uitgekeerd, terwijl ze nog uithuis geplaatst zijn (ingezonden 2 augustus 2022).

Mededeling van Minister Weerwind (Rechtsbescherming), mede namens de Staatssecretaris van financiën (ontvangen 25 augustus 2022).

Vraag 1

Herinnert u zich de motie Omtzigt/Marijnissen (Kamerstuk 31 839, nr 50), die over een mogelijkheid gaat tot herziening bij lopende uithuisplaatsingen?

Vraag 2

Hoeveel gezinnen, die erkend zijn als slachtoffer in het toeslagenschandaal, van wie kinderen uithuis geplaatst zijn, zijn op dit moment bekend? Hoeveel kinderen zijn op dit moment uithuis geplaatst? Bij hoeveel ouder-kind relaties zijn concrete stappen gezet tot verbetering en welke zijn dat?

Vraag 3

Hoeveel ouders hebben zich ondertussen gemeld bij de Raad voor Rechtsbijstand als gedupeerde van het Toeslagenschandaal (ivm nihilstelling eigen bijdrage als toeslagen slachtoffer)? Bent u bekend dat de nihilstelling van de eigen bijdrage vanaf januari 2022 ingaat? Hoe staat het met de eigen bijdrage voor het jaar 2021? Moeten deze ouders als slachtoffer van de toeslagen alsnog de eigen bijdrage zelf betalen?

Vraag 4

Heeft u nagedacht welk (psychisch) effect het heeft op kinderen en ouders als het kind een schadevergoeding krijgt van maximaal 10.000 euro als slachtoffer van het toeslagenschandaal terwijl het kind nog immer uit huis geplaatst is? Kunt u hier uitgebreid op reflecteren? Staat hiermee het causaal verband vast dat de kinderen door toedoen van de toeslagenaffaire uithuis geplaatst zijn?

Vraag 5

Begrijpt u dat u voor elk van de uithuisgeplaatste kinderen dat slachtoffer is in het toeslagenschandaal actie moet ondernemen voordat u een geldbedrag gaat uitkeren? Hoe gaat u dat bewerkstelligen?

Vraag 6

Wie krijgt de beschikking over het geldbedrag wanneer het kind onder een voogdijmaatregel staat? Wie krijgt de beschikking over het geldbedrag wanneer het kind in de kaders van de Ondertoezichtstelling (OTS) uithuis is geplaatst?

Vraag 7

Bent u bekend met het artikel 1:276 BW waarin staat dat de ouder wiens gezag is beëindigd het bewind over het vermogen naar de opvolger gaat? Wil dit dan zeggen dat wanneer het kind uithuis is geplaatst en het gezag wordt beëindigd van ouders en de schadevergoeding voor de gedupeerde kinderen onder beheer van de Gecertificeerde Instelling (GI) komt te vallen?

Vraag 8

Bent u bekend met artikel 1:253 i BW en klopt het dat ouders die gezamenlijk zijn belast met het ouderlijk gezag over het kind ook de ouders zijn die gezamenlijk het bewind over het vermogen van het kind uitvoeren?

Vraag 9

Wie voert het bewind uit indien sprake is van een uithuisplaatsing in de kaders van de OTS?

Vraag 10

Heeft u nagedacht hoe u gaat uitleggen aan het kind dat een schadevergoeding wordt uitgekeerd maar dat de GI of de ouders zijn of haar schadevergoeding beheert?

Vraag 11

Hoe wordt met een situatie omgegaan wanneer er meerdere kinderen uit een gezin komen met verschillende maatregelen?

Vraag 12

Welke waarborgen zijn ingebouwd zodat het geld ook echt bij het kind terecht komt?

Vraag 13

Bij welke leeftijd mogen de kinderen aanspraak maken op hun schadevergoeding?

Vraag 14

Heeft u kennisgenomen van de uitspraak van de rechtbank Overijssel (ECLI:NL:RBOVE:2022:2178) waarin de rechtbank het landelijke Ondersteuningsteam Uithuisplaatsingen Toeslagenaffaire en de GI ruimte geven een onderzoek te laten uitvoeren in de vorm van een verklarende analyse door een onafhankelijk psycholoog, waarin ook gekeken wordt naar het perspectief van de kinderen die al vanaf 2014 uithuis geplaatst zijn?

Vraag 15

Hoe gaat u bevorderen dat alle ouders de mogelijkheid krijgen, zowel in de kaders van de OTS als de voogdij, een verklarende analyse uit te laten voeren door een psycholoog/orthopedagoog (onderzoek ter zakend deskundige gedragswetenschapper) waar gekeken wordt naar het perspectief van het kind en/of terugplaatsing een reëel perspectief is zodat ouders deze analyse eventueel kunnen gebruiken voor de motivering voor een verzoek ex artikel 1:265 D BW in de kaders van de OTS of in de kaders van de voogdij op grond van artikel 1:277 BW?

Vraag 16

Hoe gaat u bevorderen dat alle ouders van uithuisgeplaatste kinderen (drang en dwang, toeslagenslachtoffer of niet of in het kader van de voogdij zoals in de aangehaalde uitspraak) zo’n verklarende analyse kunnen krijgen?

Vraag 17

De wet geeft nu de mogelijkheid een contra-onderzoek te verzoeken ex artikel 810 a lid 2 Rv., kunt u aangeven hoe vaak zo’n onderzoek wordt toegewezen vanuit de rechtspraak? Kunt u aangeven of er wachtlijsten zijn en hoe lang deze wachtlijsten zijn bij de instanties die deze onderzoeken uitvoeren? Kunt u aangeven hoe vaak een onderzoek wordt afgewezen onder de noemer in het belang van het kind?

Vraag 18

Kunt u aangeven of op voorhand al een gedegen onderzoek wordt verricht naar de opvoedvaardigheden van ouders alvorens wordt overgegaan tot een uithuisplaatsing? Zo ja, kunt u ook benoemen welke instrumenten hiervoor worden gebruikt?

Vraag 19

Bent u het met mij eens dat voor elke ouder en kind een verklarende analyse helpend kan zijn om uithuisplaatsingen te voorkomen?

Vraag 20

Hoe kijkt u aan tegen het mogelijk ervaren spanningsveld van een kind dat «in zorg» is, en dus een indicatie met financiële bijdrage heeft, versus een herstelde ouder-kind relatie waarbij geen indicatie, en dus ook geen financiële bijdrage, meer nodig is?

Vraag 21

Kunt u deze vragen een voor een en binnen drie weken beantwoorden?

Mededeling

Hierbij deel ik u, mede namens de Staatssecretaris van financiën (Toeslagen en Douane), mede dat de schriftelijke vragen van de leden Omtzigt en Marijnissen, van uw Kamer aan de Minister voor Rechtsbescherming over kinderen die uithuis geplaatst zijn, het toeslagenschandaal en de schadevergoeding die zij krijgen uitgekeerd, terwijl ze nog uithuis geplaatst zijn (ingezonden 2 augustus 2022) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.

Naar boven