Vragen van het lid Jasper van Dijk (SP) aan de Minister van Defensie over mogelijk buitenproportioneel gedrag van Nederlandse militairen in Uruzgan met burgerdoden tot gevolg (ingezonden 25 mei 2022).

Antwoord van Minister Ollongren (Defensie) (ontvangen 7 juli 2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 3217.

Vraag 1 en 2

Herinnert u zich de vragen «burgerdoden in Uruzgan», waarin u aangaf een aantal daarvan niet te kunnen beantwoorden omdat een onderzoek moest worden afgewacht? Kunt u deze vragen alsnog beantwoorden, nu het openbaar ministerie (OM) tot een sepot heeft besloten, o.a. op basis van onderzoek door de KMAR?1 Zo nee, waarom niet?

Is het materiaal van het OM, dat leidde tot het sepot omdat er geen bewijs is geconstateerd voor onrechtmatig handelen, openbaar voor het publiek? Zo ja, kunt u dat aan de Kamer sturen? Zo nee, waarom niet?2

Antwoord 1 en 2

Zoals aan uw Kamer is gemeld, is het Openbaar Ministerie (OM) op 23 december 2020 een onderzoek gestart (Kamerstuk 27 925, nr. 763). Om te voorkomen dat een eventueel eigen onderzoek van het Ministerie van Defensie het onderzoek van het OM zou belemmeren, is ervoor gekozen om de afronding van dit onderzoek af te wachten, alvorens een besluit te nemen over het starten van een eventueel eigen onderzoek. Het OM heeft het onderzoek inmiddels afgerond en over de uitkomsten gecommuniceerd.3 Over het starten van een eventueel eigen onderzoek door Defensie neem ik na de zomer een besluit. Hierover zal ik u conform de geldende procedure4 informeren. Het OM beslist zelf over het openbaar maken van het materiaal van het OM.

Vraag 3

De bevelvoerende kapitein medio 2007 in de Chora-vallei in Uruzgan schreef in een rapport dat hij soms geweld liet gebruiken zonder dat er een zogeheten positieve identificatie was van een vijand. Klopt dit? Was dit inderdaad beleid, zoals de kapitein meldde?

Antwoord 3

Wat betreft (rapportage van) geweldgebruik wordt onderscheid gemaakt tussen het uitbrengen van gericht vuur op een persoon of object enerzijds en het lossen van een waarschuwingsschot anderzijds. Daarbij bestaat onderscheid tussen een waarschuwingsschot in zelfverdediging (als opmaat naar gericht vuur) en een waarschuwingsschot op basis van de bevoegdheid in de Rules of Engagement (ROE). In situaties van zelfverdediging is sprake van positieve identificatie van het doel waartegen geweld moet worden aangewend; er wordt immers verdedigd tegen een (onmiddellijk dreigende) aanval. De bevoegdheid in de ROE is bedoeld om meer in het algemeen een waarschuwing te geven, om een situatie te de-escaleren of om een potentiële dreiging voortijdig af te schrikken. In deze gevallen is niet altijd sprake van positieve identificatie van een doelwit, omdat er niet altijd sprake is van een opmaat naar gericht vuur.

Voor alle waarschuwingsschoten geldt dat vooraf zeker moet worden gesteld dat die geen risico vormen voor personen of goederen.

Het uitbrengen van gericht vuur op een persoon of object vereist een positieve identificatie, maar voor het lossen van een waarschuwingsschot is dit dus niet altijd het geval.

De situatie die wordt beschreven in het rapport van de bevelvoerende kapitein ziet op geweldgebruik in de zin van waarschuwing en niet op gericht vuur op een persoon of object. Uit de rapportage blijkt verder dat pas gericht geweld is gebruikt nadat positieve identificatie mogelijk was op basis van reacties van de tegenpartij.

Vraag 4

Hoe vaak gebruikten Nederlandse troepen in Uruzgan geweld zonder dat sprake was van positieve identificatie?

Antwoord 4

Niet elke rapportage van geweldgebruik geeft aan of sprake was van een waarschuwingsschot in zelfverdediging of ter afschrikking (zie het antwoord op vraag 3). Daarom is het niet mogelijk om aan te geven hoe vaak geweld is gebruikt zonder dat sprake was van een positieve identificatie.

Vraag 5

Was dit gebruik van geweld zonder positieve identificatie in overeenstemming met de toen geldende rules of engagement? Kunt u aangeven hoe de RoE op dit punt waren? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5

Ja, dit was in overeenstemming (zie antwoord op vraag 3).

Vraag 6

Gaat u de rules of engagement wijzigen? Zo ja, hoe?

Antwoord 6

ROE worden specifiek opgesteld en vastgesteld voor de operatie waarvoor zij worden uitgegeven. De ISAF-ROE zijn vervallen na het beëindigen van de ISAF-operatie.

Vraag 7

Klopt het dat Nederlandse militairen medio 2007 door het regionale commandocentrum voor Zuid-Afghanistan, waar de Britse generaal Jacko Page het bevel voerde, werden gemaand om zich aan de regels omtrent positieve identificatie te houden? Hoe vaak gebeurde dat? Op welke wijze werd door Nederlandse troepen gereageerd op deze aanmaningen?

Antwoord 7

In de beschikbare documentatie is geen informatie te vinden om de stelling in de vraag te verifiëren, noch om na te gaan of hieraan opvolging is gegeven.


X Noot
1

«Het Openbaar Ministerie heeft inmiddels laten weten een feitenonderzoek te starten naar een geweldsaanwending door Nederlandse militairen medio 2007 in Afghanistan». Zie https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20202021-1355.html

X Noot
2

Trouw, 20 mei 2022 «Onderzoek naar de omstreden Nederlandse beschieting in Uruzgan geeft inkijkje in hoe de militairen te werk gingen».

X Noot
4

Procedure informeren Tweede Kamer bij vermoeden van burgerslachtoffers ten gevolge van Nederlandse wapeninzet in het kader van art. 100 van de Grondwet, Kamerstuk 27 925, nrs. 723 en 746.

Naar boven