Vragen van de leden Markuszower en Helder (beiden PVV) aan de Minister van Justitie
en Veiligheid over de trage voortgang van de onderzoeken naar de Deventer moordzaak
(ingezonden 29 maart 2022).
Antwoord van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 9 mei
2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 2480.
Vraag 1
Uw ambtsvoorganger, dhr. Grapperhaus, gaf op 6 oktober 2021 aan dat het coldcase team
van de politie de eerste onderzoeksresultaten over vier maanden beschikbaar zou stellen.
Deze vier maanden zijn inmiddels verstreken; zijn de onderzoeksresultaten inmiddels
afgerond?1 Zo nee, waarom niet?
Antwoord 1
Het onderzoek, dat is uitgevoerd in opdracht van de advocaat-generaal (AG) bij de
Hoge Raad, is inmiddels voltooid. De onderzoeksresultaten zijn door de AG aan de verdediging
overhandigd. Vandaag heeft de procureur-generaal bij de Hoge Raad hierover een persbericht
doen uitgaan.2
Vraag 2
Is de betreffende betrokkene hierover geïnformeerd? Zo nee, waarom niet?
Vraag 3, 4
Hoe beoordeelt u het feit dat dit onderzoek, begonnen in januari 2013, inmiddels ruim
negen jaar duurt?
Deelt u de mening dat van een «spoedige voortgang» van het onderzoek, zoals gesteld
door uw voorganger, totaal geen sprake is? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3, 4
Het feitenonderzoek in de Deventer moordzaak is een vervolg op een verzoek van de
verdediging tot het verrichten van nader onderzoek (op grond van artikel 461 van het
Wetboek van Strafvordering) naar de aanwezigheid van een grond voor herziening van
de veroordeling van de heer E. Louwes. De Adviescommissie afgesloten strafzaken (ACAS)
adviseerde ook tot het verrichten van nader onderzoek.
In de periode tot en met 2018 zijn verscheidene forensische onderzoeken verricht en
afgerond. Dat betrof onderzoek naar de duur van het interval tussen overlijden en
aantreffen van het lichaam van het slachtoffer, DNA-onderzoek en tegenonderzoek naar
de betekenis van de biologische sporen op de kleding van het slachtoffer, en technisch
onderzoek van TU Delft/TNO naar de betekenis van de verkeersgegevens van het telefoongesprek
dat het slachtoffer heeft gevoerd met de heer Louwes.
Na de bespreking van de onderzoeksresultaten met de verdediging van de heer Louwes,
is op verzoek van de verdediging besloten tot een review van het technisch onderzoek
op de plaats delict en van de technische sporendragers door forensisch onderzoekers
die onder meer zijn verbonden aan een coldcaseteam van de politie te Amsterdam.
Dat reviewonderzoek heeft aanzienlijk meer tijd in beslag genomen dan vooraf was voorzien.
Naast de vertraging als gevolg van het uitbreken van de coronapandemie, heeft de inzet
van forensisch onderzoekers van het coldcaseteam op andere recentere zaken ervoor
gezorgd dat het onderzoek in deze zaak langer heeft geduurd dan verwacht.
Vraag 5
Hoe beoordeelt u het feit dat de betreffende medewerker van het Nederlands Forensisch
Instituut (NFI), die destijds bij de behandeling van de Deventer moordzaak bij het
gerechtshof een presentatie heeft gehouden, inmiddels in de Verenigde Staten van een
zaak is gegooid als deskundige omdat hij niet geslaagd was voor zijn basisvaardigheidstests
en toegaf dat hij «zelf opgeleid» was in het uitvoeren van DNA-profielen?3
Antwoord 5
De betreffende medewerker is een voormalig medewerker van het NFI. Tijdens zijn dienstbetrekking
bij het NFI was hij niet bevoegd tot het uitvoeren van werkzaamheden ten behoeve van
het opstellen van DNA-profielen en was dat evenmin onderdeel van zijn werkzaamheden.
Betreffende medewerker was tekenbevoegd voor bloedspoorpatroonanalyse en rapporteerde
enkel over dit deel van het onderzoek in de Deventer moordzaak.
Vraag 6
Wat is de stand van zaken van de tweede fase van het onderzoek die volgens uw voorganger
in oktober 2016 «een paar maanden» in beslag zouden nemen? Kunt u aangeven wanneer
de resultaten hiervan uiterlijk verwacht worden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Zie het antwoord op vraag 1.
Vraag 7
Welke maatregelen gaat u treffen om dit onderzoek te bespoedigen? Bent u bereid de
Kamer hierover te informeren?
Antwoord 7
Het onderzoek is inmiddels afgerond, zoals vermeld in het antwoord op vraag 1.
X Noot
1Aanhangsel Handelingen II, vergaderjaar 2021–2022, nr. 202