Vragen van van de leden Sjoerdsma en Sneller (beiden D66) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over mogelijke transnationale kieslijsten in de EU (ingezonden 16 maart 2022).

Antwoord van Minister Bruins Slot (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken (ontvangen 26 april 2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 2311.

Vraag 1 t/m 4

Klopt het dat de vier grootste groepen in het Europees Parlement een akkoord hebben bereikt op 9 maart over transnationale kieslijsten voor de Europese verkiezingen van 2024?

Klopt het dat de intentie is om in 2024 achtentwintig Europarlementariërs via transnationale kieslijsten te verkiezen, met een kiesdrempel van 3,5 procent?

Klopt het dat er in dit akkoord ook gesproken wordt over het verlagen van de stemgerechtigde leeftijd naar zestien voor de Europese verkiezingen?

Wat vindt u van dit akkoord? Steunt u de inzet om de stemgerechtigde leeftijd naar zestien te brengen voor de Europese verkiezingen? Steunt u de totstandkoming van transnationale kieslijsten?

Antwoord 1 t/m 4

Het Europees Parlement (EP) heeft zelf het initiatief genomen tot wijziging van de Europese Kiesakte. De commissie voor constitutionele zaken (AFCO) van het EP is verantwoordelijk voor het initiatiefvoorstel. Op 28 maart jl. heeft AFCO overeenstemming bereikt over een wijziging van de Europese Kiesakte. De definitieve tekst, inclusief aangenomen amendementen, is nog niet beschikbaar op het moment van schrijven. In het persbericht van AFCO van 29 maart jl. staan onder meer de voornemens voor het toebedelen van 28 aanvullende parlementszetels via transnationale kieslijsten, een kiesdrempel van minstens 3,5% voor grote lidstaten (met meer dan 60 zetels in het EP) en een vaste dag voor de Europese Parlementsverkiezingen in alle lidstaten (9 mei).1 Over het verlagen van de stemgerechtigde leeftijd naar zestien wordt in het persbericht niet gesproken.

Het initiatiefvoorstel zal naar verwachting in de eerste week van mei (2–5 mei) ter stemming worden voorgelegd in de plenaire van het Europees Parlement. Pas nadat er in het EP een meerderheid is voor het initiatiefvoorstel, zal het EP het voorstel formeel indienen bij de Raad. De Raad dient, volgens artikel 223 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, unaniem in te stemmen met het initiatiefvoorstel. Daarna dient het voorstel ook goedgekeurd te worden door alle lidstaten in lijn met hun eigen (grond)wettelijke vereisten.

Na de formele ontvangst van het voorstel door de Raad zal uw Kamer op de gebruikelijke manier geïnformeerd worden over de Nederlandse inzet. Het kabinet zal het coalitieakkoord uiteraard betrekken bij het bepalen van de Nederlandse inzet. Aangezien het definitieve initiatiefvoorstel nog niet is gepubliceerd, het mogelijk nog geamendeerd wordt door het EP, en een meerderheid dient te halen in de plenaire van het EP, acht het kabinet het voortijdig om de Nederlandse positie en inzet ten aanzien dit initiatiefvoorstel te bepalen.

Vraag 5

Hoe verhoudt deze deal zich tot de uitkomsten van de Conferentie over de Toekomst van Europa, waar ook expliciet uit is gekomen dat Europeanen transnationale kieslijsten willen?

Antwoord 5

De EP-rapporteur en (een aantal van de) schaduw-rapporteurs zijn ook betrokken bij de discussies die plaatsvinden in de context van de Conferentie over de Toekomst van Europa. Zij hebben binnen de werkgroep Europese democratie bijvoorbeeld veel nadruk gelegd op aanbeveling 16.2 De betrokken rapporteur en schaduw-rapporteurs zien in deze aanbeveling een duidelijke bevestiging van voorgestelde aanpassingen in de Europese Kiesakte. Of deze aanbeveling uiteindelijk wordt meegenomen in het eindrapport van de Conferentie, wat naar verwachting op 9 mei a.s. zal verschijnen, is nu nog niet duidelijk. Het Europees Parlement heeft initiatiefrecht voor de Europese Kiesakte en kan zelf met een voorstel komen. Het Europees Parlement is daarbij niet afhankelijk van de uitkomsten van de Conferentie, al kunnen de uitkomsten van de Conferentie wel bijdragen aan het draagvlak voor het wijzigen van de Europese Kiesakte.

Naast de Europese burgeraanbevelingen zijn de transnationale kieslijsten ook teruggekomen in de nationale burgerdialogen van Kijk op Europa.3 Wat betreft de Nederlandse burgers komt daar een minder uitgesproken beeld naar voren: een derde vindt stemmen op ook niet-nationale kandidaten bij EP-verkiezingen via transnationale kieslijsten een goed idee, een derde vindt dat niet en een derde heeft geen mening over dit onderwerp.

Vraag 6

Hoe verhoudt deze deal en de uitkomt van de conferentie zich tot het coalitieakkoord?

Antwoord 6

Met het oog op het coalitieakkoord4 is het van belang om vanuit het oogpunt van het versterken van democratische legitimiteit een positie te bepalen op de verschillende onderwerpen die raken aan de Europese Kiesakte. Als het voorstel door het EP wordt aangeboden aan de Raad, zal uw Kamer op de gebruikelijke manier geïnformeerd worden over de kabinetspositie.

Vraag 7

Zal u zich in Brussel positief uitspreken over dit akkoord?

Antwoord 7

Met het oog op de nadere standpuntbepaling die nog plaats moet vinden van zowel het Europees Parlement als het kabinet, acht ik het voortijdig om een uitspraak te doen over een voorstel. Als het voorstel door het EP wordt aangeboden aan de Raad, zal uw Kamer zoals hierboven aangegeven op de gebruikelijke manier geïnformeerd worden over de kabinetspositie.

Vraag 8

Welke stappen moeten er nog gezet worden om dit akkoord te implementeren?

Antwoord 8

Het vervolgproces om tot een definitief initiatiefvoorstel vanuit het Europees Parlement te komen is gaande. Verwachting is dat het EP tijdens de plenaire vergadering van 2-5 mei zal stemmen over het voorstel. In de plenaire is een meerderheid van stemmen noodzakelijk. Pas daarna zal het EP het voorstel formeel indienen bij de Raad om het te behandelen.

Een wijziging van de Europese Kiesakte moet met unanimiteit worden vastgesteld door de Raad en vervolgens worden goedgekeurd volgens de grondwettelijke procedures in elk van de lidstaten.5

Vraag 9

Welke stappen gaat u zetten om ervoor te zorgen dat in 2024 de eerste Europarlementariërs gekozen worden van transnationale kieslijsten?

Antwoord 9

Als het initiatiefvoorstel door het EP aan de Raad wordt aangeboden, zal het kabinet een standpunt bepalen en op basis van dat standpunt deelnemen aan de besprekingen over het voorstel in de Raad. Of en wanneer de nieuwe Europese Kiesakte vervolgens wordt aangenomen is niet op voorhand in te schatten. Dit is afhankelijk van meerdere factoren, zoals de onderhandelingen in de Raad en tussen Raad en EP en het vereiste ratificatieproces binnen elk van de lidstaten.

Vraag 10

Kan u de Kamer informeren over uw inzet op dit thema in Brussel?

Antwoord 10

Uw Kamer zal conform de bestaande informatie-afspraken geïnformeerd blijven over de verdere ontwikkelingen in dit dossier.


X Noot
2

Aanbeveling 16: Wij bevelen aan een kieswet voor het Europees Parlement aan te nemen die de verkiezingsvoorwaarden harmoniseert (kiesgerechtigde leeftijd, verkiezingsdatum, vereisten voor kiesdistricten, kandidaten, politieke partijen en hun financiering). De Europese burgers moeten het recht hebben om te stemmen op verschillende partijen op het niveau van de Europese Unie die elk uit kandidaten uit meerdere lidstaten bestaan. Tijdens een voldoende lange overgangsperiode zouden de burgers nog steeds op zowel nationale als transnationale partijen kunnen stemmen https://futureu.europa.eu/pages/plenary.

X Noot
4

Het gaat om de volgende passage op p. 37 van het coalitieakkoord: «Om de democratische legitimiteit te vergroten, willen we dat het Europees Parlement een individuele Eurocommissaris kan doen aftreden. We onderzoeken hoe het systeem van de «spitzenkandidaat» lijsten bij Europese verkiezingen kan worden verbeterd. We staan open voor verdragswijzigingen n.a.v. de conferentie over de toekomst van Europa als dit in het Nederlands en Europees belang is.»

X Noot
5

Voor de goede orde wijs ik erop dat het vorige besluit van de Raad tot wijziging van de Kiesakte (d.d. 13 juli 2018; Trb. 2018, nr. 157) weliswaar is goedgekeurd voor het Koninkrijk der Nederlanden (Kamerstuk 35 076, nr. 1), maar tot op heden niet in werking is getreden, aangezien het besluit door een aantal andere lidstaten nog niet is goedgekeurd.

Naar boven