Vragen van het lid Kröger (GroenLinks) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over racisme aan de grens tussen Polen en Oekraïne (ingezonden 2 maart 2022).

Antwoord van Minister Hoekstra (Buitenlandse Zaken), mede namens de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid (ontvangen 22 april 2022)

Vraag 1

Kent u het bericht1 dat vluchtelingen die proberen om Oekraïne te verlaten toegang tot de EU wordt geweigerd op basis van hun huidskleur, worden mishandeld en zelfs gevangen worden gezet? Zo ja, klopt dit bericht?

Antwoord 1

Ja, het kabinet heeft kennis genomen van berichtgeving over discriminatie aan de grens. Dergelijke berichten zijn zorgelijk en is het van belang deze goed te verifiëren.

Na verificatie van de berichtgeving zijn er op grond van de beschikbare informatie geen aanwijzingen gevonden dat er sprake is van discriminatie aan de EU zijde van de grens. De situatie aan der grenzen van Oekraïne is echter diffuus, dus kunnen incidenten niet uitgesloten worden. De autoriteiten in de buurlanden van Oekraïne die onderdeel zijn van de EU en Moldavië geven aan dat er niet wordt gekeken naar nationaliteit en dat iedereen wordt ontvangen die op de vlucht is voor gewapend conflict in Oekraïne. Ook de data, waarbij nationaliteiten geregistreerd worden, laat zien dat de nationaliteit van vluchtelingen uit Oekraïne die in deze landen worden ontvangen zeer divers is.

Vraag 2

Klopt het dat ook in Oekraïne zelf, mensen van kleur de toegang wordt ontzegd tot openbaar vervoer, waardoor zij niet in staat zijn het land te ontvluchten?

Antwoord 2

Het kabinet is bekend met de berichtgeving waarin vermeld wordt dat incidenten aan de Oekraïense kant van de grens plaats zouden vinden. Het kabinet beschikt niet over eigenstandige informatie over wat er aan de Oekraïense kant van de grens plaatsvindt t.a.v. discriminatie. Het spreekt voor zich dat er nooit sprake mag zijn van discriminatie, racisme of welke selectie dan ook op basis van nationaliteit of uiterlijk. Zeker niet wanneer mensen op de vlucht zijn voor geweld zoals bij de ontheemden van Oekraïne het geval is.

Vraag 3 en 4

Kunt u aangeven of dit het officiële beleid is van de Poolse regering, om mensen op basis van hun huidskleur te weigeren aan de grens?

Erkent u dat dit een schending is van internationale mensenrechtenverdragen? Zo ja, bent u bereid om de Poolse regering te bevragen op deze gebeurtenissen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3 en 4

Het is essentieel dat in de Unie internationaal en Europees recht wordt nageleefd.

Op grond van eigenstandige informatie zijn er bij het kabinet momenteel geen aanwijzingen dat er sprake is van discriminatie aan de Poolse zijde van de grens. De Poolse autoriteiten gaven bij navraag over deze gebeurtenissen aan dat er niet wordt gekeken naar nationaliteit en dat iedereen wordt ontvangen die op de vlucht is voor gewapend conflict in Oekraïne.

Daarnaast laten de officiële cijfers van de Poolse autoriteiten over grensverkeer tussen Oekraïne en Polen zien dat personen met tal van verschillende nationaliteiten, uit alle delen van de wereld, in de afgelopen weken de grens over zijn gestoken.

Vraag 6

Bent u bereid om er op Europees en internationaal niveau alles aan te doen dit racisme aan de grenzen van Oekraïne te beëindigen, en dat mensen die een oorlog ontvluchten op een gelijke manier behandeld worden? Bent u het ermee eens dat er aan de EU-buitengrenzen beter gemonitord moet worden of de Europese en internationale mensenrechten ook onder de huidige omstandigheden gerespecteerd worden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, bent u bereid daar een actieve rol in te spelen?

Antwoord 6

Het kabinet is geschrokken van deze berichtgeving en maakt zich hard voor de eerbiediging van Europees en internationaal recht. Bij grensbeheer is respect voor fundamentele rechten essentieel. Het is daarom bemoedigend dat de autoriteiten in de buurlanden aangeven dat alle mensen worden ontvangen en opgevangen die op de vlucht zijn geslagen voor de oorlog in Oekraïne.

Recentelijk heeft de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking het probleem van racisme aan de grens ook aan de orde gesteld in haar gesprekken met voorzitter Maurer van het Internationale Comité van het Rode Kruis (ICRC), Directeur-Generaal Vitorino van de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) en Hoge Commissaris Grandi van UNHCR. Het kabinet blijft de situatie nauwlettend volgen.

Vraag 7

Hoe is op dit moment de humanitaire situatie aan de grens met Polen, Hongarije, Roemenië, Slowakije en Moldavië? Kunt u aangeven of eerste levensbehoeften (onderdak, medicijnen, kleding, etc.) voor iedereen die dat nodig heeft gegarandeerd zijn?

Antwoord 7

Polen, Hongarije, Moldavië, Slowakije en Roemenië hadden reeds voor het uitbreken van de oorlog in Oekraïne de eerste voorbereidingen getroffen voor de opvang van mogelijke vluchtelingen. Daardoor waren ze in staat in een korte tijd opvangcentra te openen, tentenkampen in te richten en te voorzien in andere levensbehoeften zoals eten en medicijnen.

De nationale autoriteiten worden bijgestaan door andere hulporganisaties zoals UNHCR, het Rode Kruis en lokale vrijwilligersorganisaties. Ook kunnen Polen, Hongarije, Slowakije en Roemenië aanspraak maken op ondersteuning vanuit de EU.

Tot dusver is de humanitaire situatie in de genoemde buurlanden onder controle en kan in de eerste levensbehoeften worden voorzien. Wel ziet het kabinet dat de situatie in Moldavië achteruitgaat. Moldavië heeft weinig eigen middelen en het is daarom onduidelijk hoe lang de situatie daar houdbaar is. Nederland en de EU steunen Moldavië waar mogelijk (zie ook antwoord op vraag 8). Onder meer middels herplaatsing van 500 vluchtelingen uit Oekraïne die zich momenteel in Moldavië bevinden.

In den brede blijft het kabinet de humanitaire situatie in Oekraïne en opvanglanden nauwgezet volgen.

Vraag 8

Kunt u aangeven op welke manier Nederland de Europese landen aan de grens nu al (proactief) bijstaat in het opvangen van vluchtelingen aan de grens?

Antwoord 8

De EU heeft een aantal instrumenten tot haar beschikking die snel ingezet kunnen worden voor o.a. het delen van informatie, het coördineren van noodhulp en het coördineren van steunverzoeken. Dat gebeurt bijvoorbeeld via het EU Civil Protection Mechanism (UCPM), het Europees Asielagentschap (EUAA) en Frontex. Deze mechanismes zijn momenteel actief en werken naar behoren. Frontex en het EUAA geven aan klaar te staan om lidstaten te ondersteunen die dat nodig achten.

Het kabinet acht het tevens van belang lidstaten die grenzen aan Oekraïne zowel in operationele als financiële zin te ondersteunen in het opvangen van mensen die het conflict ontvluchten. Dat doet het kabinet ook: Nederland geeft bijdragen aan het Rode Kruis, en VN-organisaties en -fondsen die in de buurlanden helpen bij de opvang van vluchtelingen o.a. met voedsel, onderdak, en medische zorg. Via het UCPM heeft Nederland ook reeds hulpgoederen verzonden aan Moldavië om te ondersteunen bij de opvang van Oekraïense vluchtelingen. Daarmee kunnen ongeveer 7.000 mensen worden geholpen met dekens, slaapzakken en tenten. Naast bovengenoemde ontwikkelingen in Europees verband, bereidt Nederland zich ook op nationaal niveau voor op de komst van vluchtelingen uit Oekraïne. Daarover is uw Kamer per brief «Aanpak van de opvang van vluchtelingen uit Oekraïne»2 geïnformeerd op 17 maart jl.

Vraag 9

Is het kabinet bereid om concrete opvangplekken aan te bieden onder het «solidariteitsplatform» welke zal worden gecoördineerd door de Europese Commissie?

Antwoord 9

Het genoemde platform is onderdeel van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming. Tijdens de JBZ-Raad van 3–4 maart kondigde de Commissie aan informatie-uitwisseling over opvangcapaciteit en solidariteitsmaatregelen tussen de lidstaten te coördineren in een platform. In dit verband spreken Europese lidstaten over opvangcapaciteit en solidariteitsmaatregelen. Inmiddels hebben de eerste bijeenkomsten plaatsgevonden waar informatie is gedeeld over de opvangcapaciteit van verschillende landen.

Zoals vermeld in de Kamerbrief3 van 3 maart jl. verwacht het kabinet dat de komende weken en maanden veel meer ontheemden uit Oekraïne naar Nederland zullen komen. Het is zaak dat Nederland zich opmaakt voor grootschalige opvang van deze ontheemden uit Oekraïne. Het kabinet bereidt zich daarop voor in samenspraak met de Veiligheidsregio’s. Uw kamer is daarover nader geïnformeerd in de Kamerbrief van 8 maart jl4. en 17 maart jl.5 over de opvang van vluchtelingen uit Oekraïne.

Vraag 10

Bent u ook van mening dat structureel en actief moet worden ingezet op het garanderen een eerlijk Europees vluchtelingenbeleid, waarin in humanitaire noodsituaties het er niet toe doet welke huidskleur, seksuele gerichtheid of wat voor achtergrond dan ook iemand heeft bij het in veiligheid brengen van vluchtelingen?

Antwoord 10

Het kabinet streeft naar voortgang op het Europees migratiedossier, om zo te komen tot een humaan en effectief gezamenlijk Europees asielsysteem. Daarbij geldt dat discriminatie op basis van huidskleur, seksuele gerichtheid of een andere achtergrond nooit een rol mag spelen bij het in veiligheid brengen van vluchtelingen. Dat blijft onverminderd de Nederlandse inzet, ook nu.


X Noot
1

NOS.nl, 1 maart 2022, «Afrikanen die Oekraïne ontvluchten: «We zijn weggeduwd, genegeerd en mishandeld»» (https://nos.nl/artikel/2419417-afrikanen-die-oekraine-ontvluchten-we-zijn-weggeduwd-genegeerd-en-mishandeld).

X Noot
2

Kamerstuk 19 637, nr. 2834

X Noot
3

Kamerstuk 19 637, nr. 2828

X Noot
4

Kamerstuk 19 637, nr. 2829

X Noot
5

Kamerstuk 19 637, nr. 2834

Naar boven