Vragen van het lid Koerhuis (VVD) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
over de beantwoording op de schriftelijke vragen over het maken van landelijke prestatieafspraken
met corporaties (ingezonden 13 december 2021).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
16 december 2021).
Vraag 1
Herinnert u zich uw beantwoording op de schriftelijke vragen over het maken van landelijke
prestatieafspraken met corporaties?1
Vraag 2
Klopt het dat u de landelijke prestatieafspraken met Aedes gaat maken?
Vraag 3
Vindt u het belangrijk dat alle corporaties in alle woningmarktregio’s en in alle
provincies bouwen en verduurzamen?
Vraag 4 en 5
Waarom heeft u dan de landelijke prestatieafspraken met Aedes gemaakt wetende dat
Aedes niet alle corporaties vertegenwoordigt?
Wat gaat u concreet doen om u «in te zetten om de corporaties die geen lid zijn van
Aedes ook te betrekken bij de [landelijke prestatie]afspraken»?
Antwoord 4 en 5
In mijn brief over de landelijke prestatieafspraken geef ik aan dat de afspraken vastgelegd
worden in de volkshuisvestelijke prioriteiten, waardoor ze richtinggevend zijn voor
het bod dat corporaties moeten doen voor de lokale prestatieafspraken. Dat geldt ook
voor corporaties die niet lid zijn van Aedes. Bovendien moeten ook corporaties die
geen lid zijn van Aedes prestatieafspraken maken met hun gemeente(n) en huurders,
waardoor zij via die route ook aan de doelen uit de afspraken gehouden kunnen worden.
Vraag 6, 7 en 8
Vindt u het belangrijk dat corporaties hun prestatieafspraken halen?
Hoe gaat u concreet stimuleren dat corporaties hun prestatieafspraken halen?
Hoe kijkt u tegen de opvatting aan dat het moeilijker is om corporaties te stimuleren
om hun prestatieafspraken te halen door het maken van één prestatieafspraak voor heel
Nederland?
Antwoord 6, 7 en 8
Vanzelfsprekend vind ik het belangrijk dat de corporatiesector de doelen haalt die
ik in de afspraken met Aedes heb vastgelegd, en dat individuele corporaties hier hun
maximale bijdrage aan leveren. Met Aedes werk ik de komende weken uit hoe we goed
zicht houden op het realiseren van de doelen uit de landelijke prestatieafspraken,
het is aan gemeenten en huurders om de corporaties waarmee zij afspraken maken ook
aan die prestaties te houden.
Vraag 9
Bent u bereid om de landelijke prestatieafspraak met Aedes op te volgen door het maken
van prestatieafspraken met alle corporaties in iedere woningmarktregio of in iedere
provincie?
Antwoord 9
Het is het volgende kabinet om te bepalen op welke wijze zij verdere regie wil voeren
over de prestaties van de corporatiesector.
Vraag 10
Bent u bereid om te overwegen om corporaties in iedere woningmarktregio of iedere
provincie die hun prestatieafspraken wel halen meer verlaging van de verhuurderheffing
te geven en om corporaties in iedere woningmarktregio of in iedere provincie die hun
prestatieafspraken niet halen minder verlaging van de verhuurderheffing te geven?
Antwoord 10
Nee, de verhuurderheffing is een generieke fiscale maatregel die niet regionaal gedifferentieerd
kan worden.
Vraag 11
Hoe kijkt u tegen de opvatting dat het makkelijker is om corporaties te stimuleren
om hun prestatieafspraken te halen door het maken van prestatieafspraken voor iedere
woningmarktregio of in iedere provincie?
Antwoord 11
Ik herken in algemene zin dat afspraken waarschijnlijk effectiever worden naarmate
ze specifieker naar bijvoorbeeld regio, provincie of gemeente worden ingevuld. Dat
is de reden dat ik met de landelijke afspraken die ik met Aedes heb gemaakt zoveel
mogelijk ruimte bied om de afspraken verder te verwerken in de bestaande systematiek
van de lokale prestatieafspraken. Op die manier hebben ze optimale doorwerking naar
individuele corporaties.
Vraag 12
Wilt u de vragen één voor één beantwoorden voor het uitgestelde commissiedebat Woningbouwopgave?
Antwoord 12
Waar relevant heb ik de antwoorden geclusterd, en ik voldoe aan de wens om deze antwoorden
te versturen voor het uitgestelde commissiedebat Woningbouwopgave.
X Noot
1Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 827