Vragen van het lid Koerhuis (VVD) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de beantwoording van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport tijdens het notaoverleg van 25 oktober 2021 over het maken van landelijke prestatieafspraken met corporaties (ingezonden 26 oktober 2021).

Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 25 november 2021).

Vraag 1

Herinnert u zich de beantwoording over het maken van landelijke prestatieafspraken met corporaties?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Hoe worden op dit moment gemeentelijke prestatieafspraken met corporaties gemaakt? Wordt dit met Aedes of met afzonderlijke corporaties gedaan?

Antwoord 2

In het systeem van de gemeentelijke prestatieafspraken, zoals vastgelegd in de Woningwet, worden afspraken gemaakt door gemeenten met corporaties en huurdersorganisaties. In de praktijk zien we gemeenten die met alle corporaties die actief zijn in hun gemeente één afspraak maken en we zien gemeenten die met iedere corporatie afzonderlijke afspraken maken. Ook komt het voor dat een groep gemeenten met een groep corporaties prestatieafspraken maakt. Gemeenten maken geen prestatieafspraken met Aedes.

Vraag 3, 4, 5, 6, 7 en 8

Klopt het dat u overweegt om landelijke prestatieafspraken te maken over de totale doelstellingen van corporaties voor nieuwbouw en verduurzaming? Zo ja, waarom? Zo nee, wat overweegt u dan?

Hoe gaat het maken van landelijke prestatieafspraken er in de praktijk uitzien?

Hoe overweegt u te voorkomen dat corporaties kunnen meeliften op de landelijke prestaties van andere corporaties, zonder zelf prestaties te leveren?

Overweegt u de landelijke prestatieafspraken enkel te maken met Aedes?

Deelt u de mening dat Aedes niet alle corporaties vertegenwoordigt?

Overweegt u landelijke prestatieafspraken te maken met afzonderlijke corporaties?

Antwoord 3, 4, 5, 6, 7 en 8

Voor wat betreft de benutting van de € 500 miljoen tariefverlaging in de verhuurderheffing klopt het dat ik landelijke afspraken wil maken met Aedes. Ik heb uw Kamer hierover per brief geïnformeerd (uw kenmerk 2021Z20241).

Ik doe dit omdat het maken van individuele afspraken tussen het Rijk en de corporaties niet past binnen het systeem van de Woningwet, waarbij dit aan gemeenten is. Ook is het praktisch niet mogelijk om op korte termijn met alle circa 288 corporaties individuele afspraken te maken. Dat is ook niet nodig, omdat nagenoeg alle corporaties door Aedes vertegenwoordigd worden. Aedes en ik zullen ons wel inzetten om de corporaties die geen lid zijn van Aedes ook te betrekken bij de afspraken.2 De gemaakte afspraken zullen daarnaast worden gemonitord waardoor alle corporaties aangesproken kunnen worden indien zij niet bijdragen aan de afspraken. Ook moeten de afspraken door gemeenten en corporaties betrokken kunnen worden bij de lokale prestatieafspraken, zodat gemeenten de bij hen werkzame corporaties, ongeacht of zij wel of niet lid zijn van Aedes, hier ook op kunnen aanspreken.

Voor wat betreft het maken van landelijke prestatieafspraken breder dan de uitvoering van de motie Hermans is het aan een nieuw kabinet om keuzes te maken over of, en zo ja, hoe zij regie wil voeren op de volkshuisvestelijke prestaties van de corporatiesector.

Vraag 9

Kunt u deze vragen beantwoorden voor het begrotingsoverleg Wonen en Ruimte op 15 november 2021?

Antwoord 9

Helaas is dit niet gelukt, wel heb ik uw Kamer schriftelijk (uw kenmerk 2021Z20241) op de hoogte gesteld van de stand van zaken voor het begrotingsoverleg Wonen en Ruimte van 15 november 2021.


X Noot
1

Motie van het lid Hermans over een aantal voorstellen om de begroting dan wel het Belastingplan voor 2022 aan te passen, vergaderjaar 2021–2022, 35 925, nr. 13.

X Noot
2

Van de 288 toegelaten instellingen zijn 263 lid van Aedes. Dat is 91%, samen vertegenwoordigen zij 97% van het totale aantal verhuurbare eenheden in bezit van de corporatiesector.

Naar boven