Vragen van de leden Bisschop (SGP), Ceder, Segers (beiden ChristenUnie) en Van der Staaij (SGP) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid en de Minister van Buitenlandse Zaken over de situatie van Afghaanse christenen (ingezonden 2 september 2021).

Antwoord van Staatssecretaris Broekers-Knol (Justitie en Veiligheid), mede namens Minister van Buitenlandse Zaken (ontvangen 14 september 2021).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht «Christenen Afghanistan uit vrees ondergedoken»1?

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Hoe beoordeelt u de situatie van christenen en bekeerlingen in Afghanistan op dit moment, als gevolg van de recente ontwikkelingen?

Antwoord 2

Uit het meest recente algemeen ambtsbericht over Afghanistan kan worden opgemaakt dat de situatie van religieuze minderheden, waaronder Hazara’s, Sikhs, Baha’i, christenen, ongelovigen en Hindu’s, reeds voor 15 augustus jl. zorgelijk was. Hoe de situatie voor deze groepen nu is, gelet op de recente ontwikkelingen, is op het moment van schrijven onduidelijk. Nederland tracht, samen met gelijkgezinde landen, zo goed mogelijk zicht te krijgen op de situatie van religieuze minderheden in de huidige context. Complicerende factor daarbij is de beperkte toegang tot informatie omdat op dit moment geen van deze landen een aanwezigheid heeft in Afghanistan.

Vraag 3

In hoeverre deelt u de zorg, ook van mensenrechtenorganisaties, dat de positie van christenen in dit land onder het bewind van de taliban verder onder druk komt te staan?

Antwoord 3

Gezien de fluïde situatie is het voor het kabinet op dit moment niet mogelijk te beoordelen in hoeverre deze groep in het huidige Afghanistan extra gevaar loopt omdat zij christenen zijn. Nederland en andere gelijkgezinde landen hebben echter zorgen over de positie van religieuze minderheden in Afghanistan, en roepen de Taliban nadrukkelijk op de rechten van alle Afghanen te respecteren.

Vraag 4, 5 en 7

Overweegt u in dit licht een ruimhartiger Nederlands beleid ten aanzien van de asielaanvraag van verdrukte christenen uit dit land?

In hoeverre zijn de recente ontwikkelingen – de verslechterde veiligheidssituatie – reden om afwijzing van asielaanvragen te herzien?

Kunt u bij het komende ambtsbericht ook specifiek ingaan op de situatie van christenen in Afghanistan en op de vraag welke consequenties u daaraan verbindt ten aanzien van het landgebonden beleid voor deze groep?

Antwoord 4, 5 en 7

In het landgebonden asielbeleid Afghanistan werd al rekening gehouden met de precaire situatie in Afghanistan en zijn er veel groepen, waaronder de religieuze minderheden aangemerkt als risico- en/of kwetsbare minderheidsgroep. Echter, de situatie in Afghanistan is zodanig aan verandering onderhevig en de ontwikkelingen voor de komende periode dermate onzeker, dat ik heb besloten om een besluit- en vertrekmoratorium in te stellen.

Op 11 augustus jl. (Kamerstuk 19 637, nr. 2767)2 is uw Kamer bericht over het instellen van een besluit- en vertrekmoratorium vanwege de snel veranderende en onduidelijke situatie in Afghanistan. Een nieuw algemeen ambtsbericht over Afghanistan wordt eind september a.s. verwacht. Hierin wordt, zoals in voorgaande ambtsberichten, ook de situatie van religieuze minderheden waaronder christenen beschreven op basis van informatie waar het Ministerie van Buitenlandse Zaken voor 15 augustus bekend mee was. Na ontvangst van het ambtsbericht wordt uw Kamer nader geïnformeerd over de conclusies die uit dat ambtsbericht kunnen worden getrokken voor het landgeboden asielbeleid.

Zoals aangegeven in de brief van 18 augustus jl. (Kamerstuk 27 925, nr. 788)3 zal bij het vaststellen van het landgebonden asielbeleid, op basis van dat ambtsbericht, uw Kamer niet alleen betrokken worden maar het zal pas in werking treden nadat met uw Kamer overleg heeft plaatsgevonden. Dit in afwijking van de gebruikelijke werkwijze, waarbij vaststelling van gewijzigd beleid en toezending aan uw Kamer tegelijkertijd plaatsvindt.

Vraag 6

Bent u bereid zich, ook samen met bondgenoten en in internationale gremia, onder meer via het diplomatieke en humanitaire spoor tot het uiterste in te zetten voor verbetering van het lot van bedreigde christenen in Afghanistan, en specifiek aandacht te vragen voor de godsdienstvrijheid voor christenen en andere minderheden in Afghanistan?

Antwoord 6

Ja, Nederland spant zich al in om samen met gelijkgezinde landen op te komen voor de positie van religieuze minderheden en de vrijheid van religie en levensovertuiging in Afghanistan. Niet alleen binnen relevante VN gremia. Nederland initieert ook coördinatie en actie binnen en vanuit de International Contact Group on Freedom of Religion or Belief en de International Religious Freedom and Belief Alliance.

Naar boven