Vragen van de leden Koerhuis en Van der Woude (beiden VVD) aan de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en van Financiën over het opnemen van studieschulden in het BKR-register (ingezonden 23 april 2021).

Antwoord van Minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap), mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 27 mei 2021).

Vraag 1

Kent u het bericht «Financiële waakhond pleit voor registratie studieschuld, mogelijk extra drempel voor hypotheek starters»?1

Antwoord 1

Ja. Het kabinet heeft een schriftelijke reactie gegeven op de in het nieuwsbericht genoemde wetgevingswens van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) om studieschulden te registreren in een voor hypotheekverstrekkers toegankelijk centraal register (Kamerstuk 32 545, nr. 134).

Vraag 2

Deelt u de analyse dat starters het nu al heel moeilijk hebben op de woningmarkt en het daarom heel vreemd is juist voor starters extra belemmeringen op te werpen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2

Ja, ik deel uw mening dat starters het niet makkelijk hebben op de woningmarkt. Het woningaanbod is beperkt en de concurrentie is groot. De bouw van extra woningen is daarom topprioriteit voor dit kabinet. Die woningen staan er echter niet meteen. Daarom nemen we ook maatregelen om starters op korte termijn te helpen om een woning te kopen. Bijvoorbeeld door meerderjarige starters tot 35 jaar vrij te stellen van overdrachtsbelasting (bij een woning tot € 400.000) en door het verbeteren van de informatievoorziening voor starters op de woningmarkt.

Het meewegen van de studieschuld bij het aanvragen van een hypotheek is niet specifiek gericht op starters. Zij ondervinden daar doorgaans wel de meeste gevolgen van. Voor verantwoorde kredietverlening is het verplicht om bij het bepalen van de maximale financieringslast rekening te houden met financiële verplichtingen zoals een studieschuld. De (oud-)student is daarnaast verplicht om bij een hypotheekaanvraag eventuele studieschulden op te geven. De terugbetaling van een studieschuld drukt namelijk op het besteedbaar inkomen van een (oud-)student. Het is daarom ook in het belang van de consument om bij een hypotheekaanvraag een eventuele studieschuld eerlijk op te geven. Daarmee voorkomt de aanvrager dat de hypotheeklasten te hoog worden, met mogelijke betalingsproblemen als gevolg. Kredietverstrekkers kunnen de hoogte van de studielening en eventuele aflossingen verifiëren via een uitdraai van Mijn DUO. De aanvrager deelt die uitdraai met de kredietverstrekker en/of hypotheekadviseur. Voor studieschulden wordt vanwege het bijzondere karakter met de bijbehorende sociale terugbetaalvoorwaarden een lagere wegingsfactor gehanteerd bij een hypotheekaanvraag dan voor consumptieve kredieten die wel bij het BKR geregistreerd zijn.

Vraag 3

Deelt u de mening dat dit haaks staat op de belofte bij de invoering van het sociaal leenstelsel dat de studieschuld niet door het BKR geregistreerd zou worden?

Antwoord 3

Ja, het voorstel van de AFM staat haaks op de belofte die het kabinet bij invoering van het sociaal leenstelsel heeft gedaan door studieschulden niet te registreren bij het BKR.

Vraag 4

Kunt u huidige en oud-studenten verzekeren dat u de belofte om studieschulden niet in het BKR-register op te nemen nakomt? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

Ja, het kabinet gaat niet over tot een BKR-registratie voor studieschulden. In het antwoord op vraag 2 is genoemd dat het voor kredietverstrekkers al goed mogelijk is om de hoogte van de studielening te verifiëren. Ook kunnen eventuele aflossingen worden geverifieerd via een uitdraai van Mijn DUO. Ten slotte wordt verwezen naar de sociale terugbetaalvoorwaarden van studieschulden waardoor zij een wezenlijk ander karakter hebben – en daarom bij een hypotheekaanvraag ook anders worden behandeld – dan consumptieve kredieten die wel bij het BKR geregistreerd zijn. Daarnaast vindt het kabinet studieleningen een belangrijk instrument om de toegankelijkheid van het onderwijs te borgen.

Vraag 5

Bent u bereid in gesprek te gaan met de AFM en aan te geven dat deze belofte in stand blijft?

Antwoord 5

Op 21 april heeft het kabinet de AFM in een schriftelijke reactie laten weten dat het kabinet niet over gaat tot registratie van studieschulden in het BKR.

Vraag 6

Herinnert u zich de aangenomen motie Van Meenen c.s waarin de regering wordt verzocht af te zien van de ontwikkeling van een afzonderlijke schuldverklaring?2

Antwoord 6

Ja.

Vraag 7

Kunt u toezeggen dat, in lijn met deze Kameruitspraak, geen nieuwe registratie van studieschulden wordt ingericht bij het BKR?

Antwoord 7

Eerder heeft het kabinet besloten om niet over te gaan tot een BKR-registratie van studieschulden. Dit standpunt van het kabinet is ongewijzigd. Volledigheidshalve, de schuldverklaring was een manier om verificatie van studieschulden te vergemakkelijken door studenten nog eenvoudiger een uitdraai te laten maken ten behoeve van de hypotheekverstrekking. Het was geen registratie bij BKR en ook geen andersoortig instrument waarbij kredietverstrekkers rechtstreeks toegang zouden hebben tot studieschulden. De ontwikkeling is op initiatief van de Tweede Kamer niet voortgezet.

Naar boven