Vragen van het lid Valstar (VVD) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
over het bericht «Pulsvisserij blijft verboden, Europees Hof veegt Nederlandse bezwaren
van tafel» (ingezonden 16 april 2021).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 12 mei
2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 2612.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Pulsvisserij blijft verboden, Europees Hof veegt Nederlandse
bezwaren van tafel»?1
Vraag 2
Deelt u de mening dat deze uitspraak een nieuwe klap in het gezicht is van de Nederlandse
pulsvissers, die de visserij juist hebben verduurzaamd, en dat zij een compensatie
uit Europa zouden moeten ontvangen voor de gedane investeringen?
Antwoord 2
Ik begrijp dat de pulsvissers teleurgesteld zijn in de uitspraak van het Europese
Hof. Gezien de uitspraak van het Hof, waarin geoordeeld is dat het pulsverbod in stand
moet blijven, acht ik de mogelijkheid van compensatie uit Europa niet reëel. Het Hof
heeft immers gesteld dat het verbod rechtmatig is.
Vraag 3
Legt u zich neer bij deze uitspraak of biedt de uitspraak mogelijkheden om de pulsvisserij
dusdanig aan te passen dat er nog een toekomst is voor deze sector?
Antwoord 3
Zoals aangegeven in mijn eerdere brief aan uw Kamer (Kamerstuk 29 675, nr. 115) handhaaft het Hof het pulsverbod. Dit betekent dat er geen mogelijkheden zijn om
met deze techniek, die gebaseerd is op elektriciteit, te vissen.
Vraag 4
Zijn er mogelijkheden om de uitspraak aan te vechten? Zo ja, welke vervolgstappen
gaat u nemen? Zo nee, hoe gaat u de Nederlandse onvrede over de uitspraak uiten op
het Europese toneel? Welke Europese bondgenoten heeft u om hierin samen op te trekken?
Antwoord 4
Nee, het is niet mogelijk tegen deze uitspraak in beroep te gaan. Wel zal Nederland
bij de voortgangsrapportage komende zomer over de Verordening Technische Maatregelen,
waar het pulsverbod onderdeel van is, blijven pleiten voor deze methode van visserij.
De verwachting is dat er geen lidstaten bereid zullen zijn om de discussie over pulsvisserij
de komende periode te heropenen.
Vraag 5
Ziet u mogelijkheden om de gestelde termijn van 1 juli 2021 te verlengen om de ruim
40 Nederlandse pulsvissers ademruimte te geven om eventueel over te stappen op andere
vormen?
Antwoord 5
Nee. Op dit moment zijn er nog 22 pulsvissers actief, waarvan er nooit meer dan 15
tegelijkertijd met puls mogen vissen (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1242). De overgangstermijn, die tot 1 juli 2021 loopt, is wettelijk vastgelegd in de Verordening
Technische Maatregelen. Dat betekent dat deze vissers niet meer met puls mogen vissen
met ingang van 1 juli 2021. Er is geen mogelijkheid om deze datum te veranderen.
Vraag 6 en 7
Wat is de geschatte schade voor de sector nu er een definitief einde lijkt te komen
aan pulsvissen?
Worden de Nederlandse pulsvissers gecompenseerd voor de schade die zij lijden door
deze uitspraak? Ziet u mogelijkheden om dit uit Europese gelden te financieren?
Antwoord 6 en 7
De verwachting is dat, gezien de ervaringen van de pulsvissers die in 2019 en 2020
reeds moesten stoppen, andere visserijmethodes minder opleveren dan pulsvisserij.
Vraag 8 en 9
Wat betekent de uitspraak voor de duurzame visvangst binnen de Europese Unie? Deelt
u de mening dat de uitspraak een dolksteek is voor de duurzame visvangst en innovatie
frustreert in plaats van stimuleert?
Wat gaat u doen om de ontwikkeling van innovatieve technologieën als pulsvisserij
aantrekkelijk te houden?
Antwoord 8 en 9
Deze uitspraak heeft niet direct gevolgen voor het visserijbeleid van de Europese
Unie. Pulsvisserij is een van de vele visserijmethodes die de Europese Unie kent.
Dat deze uitspraak een teleurstelling is voor de pulsvissers begrijp ik. Daarom is
het zo belangrijk dat de vissers perspectief geboden wordt. Het pulsverbod is immers
een van de vele uitdagingen die deze sector kent. Het stimuleren en versnellen van
innovaties is één van de speerpunten uit de kottervisie. Hiervoor zal ik de middelen
uit het Noordzeeakkoord inzetten. Daarbij zijn verschillende partijen binnen de sector
al bezig met het ontwikkelen en testen van alternatieve tongtuigen. Die ontwikkelingen
steun ik van harte.