Vragen van de leden Kwint (SP) en Westerveld (GroenLinks) aan de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over het bericht dat een laptop eisen niet mag, maar scholen ermee wegkomen (ingezonden 10 september 2020).

Mededeling van Minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media) (ontvangen 7 oktober 2020).

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel «Een tablet of laptop eisen van leerlingen – het mag niet, maar scholen komen ermee weg»?1

Vraag 2

Wat vindt u ervan dat scholen de grenzen opzoeken om leerlingen alsnog een laptop of tablet te laten aanschaffen – die vaak honderden euro’s kosten – terwijl dit vrijwillig zou moeten zijn? En wat betekent dit volgens u voor gezinnen die dit geld niet zomaar klaar hebben liggen? Welke consequentie heeft dit voor de schoolkeuze?

Vraag 3

Wat vindt u ervan dat een steeds groter deel van het budget van Stichting Leergeld opgaat aan laptops en tablets voor gebruik in het onderwijs? En bent u het ermee eens dat deze gelden niet bedoeld zouden moeten zijn voor reguliere leermiddelen, zoals Stichting Leergeld stelt? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 4

Deelt u de mening dat het eisen van een laptops of tablets door scholen laat zien dat deze devices meer zijn dan enkel informatiedragers en daardoor niet bekostigd zouden moeten worden door leerlingen en hun ouders? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 5

Bent u het eens met de voorzitter van de VO-raad die zegt dat het «kulargument» is om te beweren dat een laptop enkel een informatiedrager is en er wordt gewerkt met een «definitie uit de vorige eeuw»? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 6

Wat vindt u van het standpunt van de Groep Educatieve Uitgeverijen (GEU), de branchevereniging van aanbieders van leermiddelen, dat een device geen leermiddel is, maar een platform waarop je leermiddelen kunt gebruiken?2

Vraag 7

Acht u het wenselijk dat scholen extra geld kwijt zijn aan leermiddelen en hardware, vanwege hun digitale ambities, en dat dit betekent dat schoolbesturen onder andere deze materiële uitgaven deels financieren met de personele component van de lumpsumfinanciering, zoals wordt gesteld in het rapport van McKinsey naar de doelmatigheid en toereikendheid van de bekostiging in het onderwijs? Kunt u uw antwoord toelichten?3

Vraag 8

Welke andere conclusies trekt u op basis van het rapport van McKinsey als het gaat om digitalisering van het onderwijs en de bekostiging die daarmee gepaard gaat?

Vraag 9

Klopt het dat de grootste barrière om digitale devices anders dan informatiedragers te bestempelen via de wet Gratis schoolboeken de financiering is? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 10

Heeft u naar aanleiding van de aangenomen motie van het lid Westerveld aan het begin van dit schooljaar in kaart gebracht hoeveel schoolbesturen zelf niet kunnen voorzien in devices? Zo ja, kunt u de resultaten delen met de Kamer? Zo nee, waarom niet?4

Vraag 11

Vindt u het gezien de digitalisering op scholen niet tijd om devices, zoals laptops en tablet, als nieuwe categorie aan te merken in de wet Gratis schoolboeken en de daarbij behorende financiering te regelen? Zo ja, op welke termijn gaat u dit regelen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 12

Wat is de stand van zaken van de evaluatie van de wet Gratis schoolboeken en meer specifiek die van de uitwerking van de motie van het lid Westerveld c.s.? Wanneer kan de Kamer deze verwachten?5

Vraag 13

Deelt u de mening dat de coronacrisis en de noodzaak tot het volgen van afstandsonderwijs, de urgentie benadrukt om devices toegankelijk te maken voor alle kinderen?

Mededeling

Met deze brief informeer ik u dat de beantwoording van de schriftelijke vragen van de leden Kwint (SP) en Westerveld (GroenLinks) over het bericht dat een laptop eisen niet mag, maar scholen ermee wegkomen (kenmerk 2020Z16049) vanwege een nog lopende monitor meer tijd vraagt dan de gebruikelijke termijn voorschrijft. De resultaten van de monitor komen in de loop van oktober. De antwoorden zullen u daarna zo spoedig mogelijk worden toegezonden.

Naar boven