Vragen van het lid Koopmans (VVD) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de toezegging van een Nederlands initiatief tot beheersing van nieuwe technologische wapens (ingezonden 19 maart 2021).

Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 22 maart 2021).

Vraag 1 en 2

Kunt u, in vervolg op de kabinetsbrief van 28 oktober 2020, bevestigen wat de ambitie van het kabinet is om uitvoering te geven van de motie-Koopmans c.s. van 24 april 2019, waarin de regering wordt opgeroepen «om met gelijkgezinde landen praktisch en realistisch aanjager te zijn van een zo breed gedragen en verstrekkend mogelijk verdrag of andere bindende internationale regelgeving ter beheersing van de productie, plaatsing, verspreiding en inzet van nieuwe potentiele massavernietigingswapens»?1

Deelt u de overtuiging dat regelgeving niet alleen moet zien op «wat wij offensief mogen doen» maar vooral ook op «hoe wij voorkomen dat anderen iets tegen ons doen»?

Antwoord 1 en 2

Het kabinet deelt de zorgen van de Kamer over de potentiele veiligheidsrisico’s en dreigingen van nieuwe technologieën. Mede op basis van de motie Koopmans is Nederland zich hiervoor de afgelopen kabinetsperiode gaan inzetten, zoals weergegeven in een drietal Kamerbrieven. Deze inzet sluit aan bij de Nederlandse ambitie en traditie van het tegengaan van de proliferatie van massavernietigingswapens en het bevorderen van de internationale rechtsorde. Nederland heeft de ambitie om een voortrekkersrol te spelen in internationale discussies over de uitdagingen die nieuwe technologieën opleveren met als doel om tot afspraken te komen over het inperken van risico’s en versterking van de internationale rechtsorde op dit punt.

Nieuwe technologieën bieden kansen, maar stellen ons ook voor uitdagingen. Zij veranderen manieren van oorlogvoering, maar worden vaak in de civiele markt ontwikkeld en hebben veelal een «dual-use» karakter, waardoor de toegang tot deze technologieën laagdrempelig is en controle door de overheid complex is. Nieuwe technologische wapens vereisen nieuwe vormen van wapenbeheersing maar ook aanpassing van strategie van oorlogvoering en collectieve verdediging.

Vanuit een wapenbeheersingsperspectief blijft de toepassing en naleving van het internationaal (humanitair) recht uitgangspunt, maar mogelijk zijn nieuwe maatregelen nodig om een verantwoorde ontwikkeling, productie, verspreiding en gebruik van nieuwe technologieën te garanderen. Maatregelen kunnen variëren van (inter)nationale richtlijnen voor R&D, productieverboden zoals bij kernwapens en chemische wapens, exportcontrole en bescherming van kennisoverdracht, tot (internationale) afspraken over verantwoord gebruik, en, uiteindelijk, verdediging tegen de inzet van nieuwe technologieën. Samenwerking met de private sector en kennisinstellingen, alsook met de NAVO en VN-partners is hierbij van belang. Per technologie is een andere aanpak nodig, die ook nog eens contextafhankelijk is. Er is geen «one size fits all».

NL zal zich blijven inzetten voor (her)committering aan de internationale wapenbeheersingsarchitectuur, waaronder exportcontroleregimes en ontwapeningsverdragen, met daarbij bijzondere aandacht voor nieuwe technologieën. Daarnaast zetten we in op het behoud van onze technologische «edge» en op de verdediging tegen nieuwe technologische ontwikkelingen bij tegenstanders en de inzet van nieuwe technologieën door kwaadwillenden (zowel statelijke als niet-statelijke actoren). Nederland maakt zich hiervoor sterk zowel in NAVO, EU en VN-verband. De komende maanden zal het Kabinet inventariseren waar kansen en mogelijkheden liggen voor extra inspanningen en focussen op waar een Nederlands initiatief het verschil kan maken.

Vraag 3

Welke concrete stappen zijn ondernomen sinds 28 oktober 2020?

Antwoord 3

Het Kabinet heeft sinds de laatste Kamerbrief van oktober 2020 het volgende ondernomen:

EU/NAVO spoor: tijdens de wapenbeheersingsconferentie «Capturing technology. Rethinking arms control» op 6 november in Berlijn, heb ik aandacht gevraagd voor de uitdagingen die nieuwe technologieën voor wapenbeheersing vormen en de wenselijkheid van internationale afspraken hierover. Hier is een politieke verklaring aangenomen waarin de ministers van DUI, NL, Zweden, Finland en Tsjechië pleiten voor een «strategic EU process» over dit onderwerp.

NL heeft samen met DUI in zowel EU- als NAVO-verband de discussie aangezwengeld over het verantwoord militair gebruik van nieuwe technologieën. NL ziet erop toe dat het onderwerp «verantwoord gebruik van nieuwe technologieën» en verdediging tegen gebruik ervan door terroristen en vijandelijke staten ook wordt meegenomen in de herziening van het NAVO strategisch concept en in het EU strategisch kompas:

  • Op 25 februari 2021 organiseerde NL samen met Duitsland een workshop in EU-verband over de militaire toepassingen van AI en lessen die daarbij kunnen worden geleerd van de discussie in de civiele sfeer over «ethical AI». In de komende maanden wordt gezamenlijk verder verkend wat de EU meer kan doen.

  • Na aansporing door NL en DUI heeft de NAVO in zijn EDT roadmap opgenomen dat aandacht zal worden gegeven aan verantwoord gebruik van nieuwe technologieën en de juridisch-ethische dimensies daarvan. Nederland zal hier opvolging aan geven.

AI en wapensystemen: op 11 november 2020 organiseerde NL, onder andere vanwege de zorgen die leven over de toereikendheid van het bestaande juridisch kader t.a.v. wapenbeheersing, een expertbijeenkomst in samenwerking met het Asser Instituut over de toepassing van AI in wapensystemen. De hoofdconclusie van het rapport over deze bijeenkomst luidde dat het huidige internationaal recht volledig van toepassing is en voorlopig afdoende is. Gelet op de onduidelijkheden die nog bestaan over de impact die nieuwe technologieën zullen hebben t.a.v. de huidige ontwapeningsarchitectuur, zal het huidige internationaal recht in de toekomst mogelijk geherinterpreteerd moeten worden, bijv. aan de hand van guiding principles. Daarbij moet de gehele levenscyclus van technologieën in ogenschouw worden genomen (dwz de ontwikkeling, productie, de verspreiding en het gebruik).

Ruimteveiligheid: het Kabinet investeert vanuit non-proliferatie en wapenbeheersingsoogpunt ook in het onderwerp «ruimteveiligheid». Het beleidskader hiervoor is twee weken geleden aan uw Kamer gepresenteerd. Nieuwe technologieën op ruimtevaartgebied hebben betrekking op het ontwikkelen van grote satellietnetwerken voor communicatie en de ontwikkeling van commerciële raketten om satellieten te lanceren. Dit levert naast kansen ook risico’s voor NL op (uitval van GPS-satellieten ontregelt kritische infrastructuur zoals water/gasdistributie en bankverkeer). In het beleidskader staat aandacht voor het creëren van «space situational awareness» in binnen- en buitenland centraal. NL is betrokken bij EU- en NAVO-activiteiten op dit vlak en werkt bovendien actief mee aan de opvolging van de VN-resolutie over het «verantwoord gebruik van de ruimte». Mogelijk volgt dit jaar een AIV advies op dit onderwerp.

UAVs: het Kabinet werkt eveneens aan een beleidskader op het onderwerp onbemande vliegtuigen (UAV’s). In dit beleidskader is aandacht voor de bevordering van de verantwoorde export en inzet van (bewapende) drones en dronezwermen.

LAWS: Sinds 2013 voert het Kabinet actief discussies over het gebruik en de ontwikkeling van autonome wapensystemen in internationaal verband. Deze gesprekken vinden plaats binnen de Group of Governmental Experts (GGE) on LAWS (Lethal Autonomous Weapon Systems) gemandateerd onder de Convention on Certain Conventional Weapons (CCW). De groep van experts komt een aantal keer per jaar bijeen. In 2018 en 2019 zijn er door de landen in de GGE elf «Guiding Principles» aangenomen. De discussies over de verdere operationalisering van de guiding principlesbinnen de GGE zijn o.a. door Covid-19 stil komen te liggen. In het tweede kwartaal van dit jaar zal de AIV/CAVV commissie een nieuw advies publiceren naar aanleiding waarvan het Kabinet zijn positie zal evalueren.

Op het gebied van biosecurity werkt het Kabinet aan manieren om de Biological Weapons Convention te versterken, via de bevordering van vertrouwenwekkende maatregelen en het investeren in capaciteitsopbouw in de armste lidstaten van het BWC. Maar ook kan worden gedacht aan het nemen van andere maatregelen die moeten voorkomen dat private actoren te gemakkelijk (zonder adequaat toezicht) toegang krijgen tot gevoelige kennis of gegevens waarmee zij bijvoorbeeld een virus zouden kunnen produceren. Het Kabinet zal dit verder verkennen.

Het Kabinet besteed eveneens aandacht aan het onderwerp geïntegreerde lucht- en raketverdediging, waaronder nieuwe technologieën vallen zoals hypersone wapens en robotica, waaronder dronezwermen. Deze wapens hebben potentieel een grote impact op de strategische stabiliteit en vragen om nieuwe vormen van (nucleaire) risico-reductie, een onderwerp waar NL zich eveneens in NAVO en VN-verband hard voor maakt (financiering van projecten; agendering via NPDI; indiening UK-NL paper in NAVO verband).

Nationaal: tenslotte worden er verschillende interdepartementale inspanningen gepleegd om sensitieve technologieën in kaart te brengen. Doel is onder andere om tot aanbevelingen te komen voor een methodiek waarbinnen (opkomende) hoogwaardige technologieën geïdentificeerd en beoordeeld kunnen worden in relatie tot nationale veiligheid. Hieraan zullen verschillende criteria ten aanzien van sensitieve technologieën en nationale veiligheid ten grondslag liggen. Dit kader dient ertoe om binnen het Rijk eenduidig en in samenhang te kunnen acteren, wanneer voor een sensitieve technologie de nationale veiligheid in het geding kan zijn. Op basis van gemaakte technische analyses en verworven kennis kan beleid en (inter)nationale inzet uitgebreid en versterkt worden.

Vraag 4 en 5

Welke concrete initiatieven zullen dit jaar worden ondernomen?

Wat doet u daarbij specifiek ten aanzien van drones, dronezwermen en (andere) robotica?

Antwoord 4 en 5

In navolging van een amendement Koopmans op de begroting van 2021 heeft het Kabinet capaciteit vrijgemaakt om een extra inspanning te leveren op het onderwerp van nieuwe technologieën en wapenbeheersing. Deze capaciteit stelt ons in staat te identificeren waar lacunes en mogelijkheden zitten ten aanzien van het adresseren van de meest risicovolle nieuwe technologieën (zie hierboven) en daarop een of meerdere initiatieven te ontplooien.

Het Kabinet is voornemens in 2021 een internationale conferentie te organiseren over het verantwoord gebruik van nieuwe technologieën en daarbij een initiatief te lanceren om te komen tot wapenbeheersing (waarbij wordt gekeken naar het gehele spectrum, waaronder ontwerp, productie, export en gebruik), met betrekking tot een of enkele van bovengenoemde technologieën, bijvoorbeeld dronezwermen en robotica.

De komende maanden zullen worden gebruikt om – mogelijk in een serie internationale workshops – bovenstaande sporen verder uit te werken en in overleg met partners te bepalen welk soort internationaal initiatief (denk aan een consultatieve proeve van internationale regulering) op middellange termijn het meest bij kan dragen aan de Nederlandse en internationale veiligheid.


X Noot
1

Kamerstuk 33 694, nrs. 43 en 59.

Naar boven