Vragen van de leden Van Esch en Van Raan (beiden PvdD) aan de Minister van Financiën
en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht «Hoekstra:
NS zal «op termijn» minder moeten gaan rijden» (ingezonden 26 februari 2021).
Mededeling van Minister Hoekstra (Minister van Financiën), mede namens de Staatssecretaris
van Infrastructuur en Waterstaat (ontvangen 8 maart 2021).
Vraag 1
Kunt u aangeven waarom u vindt dat de NS minder moet gaan rijden terwijl we juist
meer en beter duurzaam openbaar vervoer nodig hebben?
Vraag 2
Kunt u aangeven welke gedegen afweging u gemaakt heeft van het belang van een goedwerkend
en toegankelijk OV voordat u tot deze conclusie kwam? Kunt u uw analyse delen met
de Kamer?
Vraag 3
Kunt u bevestigen dat de analyse voor de coronacrisis was dat in 2027 of mogelijk
zelfs al in 2025 de maximumcapaciteit van het spoor bereikt zou zijn?
Vraag 4
Kunt u bevestigen dat de gedeelde conclusie was en is dat er juist meer geïnvesteerd
moet worden in de capaciteitsgroei van het spoor, zodat ook na de coronacrisis het
OV een duurzaam en toegankelijk vervoersmiddel is voor iedereen die daar gebruik van
wenst te maken? Zo nee, waarom niet?
Vraag 5
Bent u bekend met aangenomen motie Van Esch (PvdD)1 die de regering verzoekt om te voorkomen dat de crisis en krimp in reizigersaantallen
op de korte termijn een negatief effect hebben op de noodzakelijke capaciteitsgroei
op de lange termijn?
Vraag 6
Hoe passen uw opmerkingen bij die motie? Hoe gaat u die motie uitvoeren?
Vraag 7
Waarom heeft u wel aangegeven dat de NS minder moet gaan rijden en niet aangegeven
dat Air France-KLM minder moet gaan vliegen?
Vraag 8
Weet u wel dat we ons midden in een gevaarlijke klimaatcrisis bevinden en dat treinen
in Nederland gebruik maken van 100% windenergie, terwijl vliegtuigen 100% gebruik
maken van fossiele brandstoffen?
Vraag 9
Kunt u bevestigen dat het gerapporteerde verlies van de NS veel groter is, omdat ook
de te verwachten verliezen voor de komende jaren al afgeboekt worden (conform International
Financial Reporting Standards (IFRS) horende bij de hoofdrailconcessie)?
Vraag 10
Klopt het dat deze systematiek niet opgaat voor Air France-KLM? Is het gerapporteerde
verlies bij die firma van 7,1 miljard euro dus een feitelijk verlies over alleen 2020?
Vraag 11
Kunt u aangeven hoe groot het verwachte verlies zou zijn voor Air France-KLM wanneer
volgens dezelfde systematiek ook de verwachte verliezen in toekomstige jaren nu al
ingeboekt zouden worden?
Vraag 12
Welk toekomstig verdienvermogen ziet u voor Air France-KLM in een krimpende luchtvaartsector?
En welk verdienvermogen ziet u voor de NS in een groeiende spoorsector?
Vraag 13
Waarom maakt u voor deze twee staatsdeelnemingen zo’n verschillende afweging?
Vraag 14
Op welke manier gaat u als verantwoordelijke voor de staatsdeelneming «Nederlandse
Spoorwegen» de NS door de huidige crisis helpen?
Vraag 15
Op welke manier gaat u andere OV-vervoerders door de huidige crisis helpen?
Vraag 16
Op welke wijze gaat u, conform de aangenomen motie Van Esch, ook breder zorgen dat
de OV-vervoerders financiële slagkracht hebben om de noodzakelijke investeringen voor
de toekomst te doen?
Vraag 17
Bent u bereid te stoppen met dit soort campagneleuzen, de klimaatcrisis serieus te
nemen, uw steun aan de KLM te staken en het geld te steken in de NS en andere spoorvervoerders?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 18
Kunt u deze vragen binnen een week beantwoorden?
Mededeling
De schriftelijke vragen van de leden Van Esch en Van Raan over het bericht «Hoekstra:
NS zal «op termijn» minder moeten gaan rijden» (2021Z03923, ingezonden 26 februari 2021) en de aanvullende schriftelijke vragen van de leden
Sneller, Schonis, Bruins en Van der Graaf over de jaarcijfers 2020 van de Nederlandse
Spoorwegen (2021Z03970, ingezonden 1 maart 2021) kunnen met het oog op een zorgvuldige en volledige beantwoording
niet binnen de gevraagde termijn worden beantwoord. Ik zal de antwoorden, mede namens
de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, zo spoedig mogelijk aan uw Kamer
sturen.