Vragen van de leden Groothuizen (D66) en Van Ojik (GroenLinks) aan de Staatssecretaris
van Justitie en Veiligheid over zorg en begeleiding voor ex-AMV'ers vanaf 18 jaar
(ingezonden 28 januari 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Broekers-Knol (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 16 februari
2021).
Vraag 1
Herinnert u zich uw brief van 24 november 2020, in reactie op de moties van de leden
Van Ojik en Van Toorenburg?1
Vraag 2
Deelt u de mening dat verlengde opvang door NIDOS gunstig kan zijn voor de integratie
van jonge statushouders? Zo ja, deelt u dan de mening dat het van belang is creatief
naar oplossingen te zoeken? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Voor jongeren – dus ook voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv’s) – kan
de overgang naar 18 jaar en de verplichtingen die daarbij komen kijken veel uitdagingen
met zich meebrengen. Voor veel jongeren in Nederland geldt dat zij vervolgens kunnen
terugvallen op een netwerk, zoals ouders en verzorgers. Voor amv’s geldt dat niet.
Op het moment dat zij 18 jaar worden, wordt van hen verwacht dat zij zich zelfstandig
staande houden in de Nederlandse samenleving, soms terwijl zij pas recentelijk in
Nederland zijn aangekomen. Een langer verblijf bij Nidos zou een deel van de amv’s
kunnen helpen bij een betere integratie in de Nederlandse samenleving.
Zoals ik in mijn voornoemde brief van 24 november jl. heb aangegeven, ligt de verantwoordelijkheid
voor de huisvesting, begeleiding, participatie en zorg voor amv’s die meerderjarig
worden en een verblijfsstatus hebben – net als voor andere statushouders – bij de
gemeenten. Indien gemeenten de voorkeur geven aan verlengde opvang door Nidos, dan
kunnen zij, zoals door u in de vraag aangegeven, hier nu reeds gebruik van maken.
De kosten hiervoor komen dan ten laste van de gemeentelijke begroting.
Vraag 3
Bent u ook van mening dat een AMV voor een verantwoorde overgang naar 18 jaar niet
afhankelijk dient te zijn van de voor hem gekozen woonplaats en dat een uniforme regeling,
die de AMV in staat stelt uit te stromen wanneer deze in staat is zelfstandig te wonen,
de voorkeur geniet? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Met de decentralisatie van o.a. jeugdtaken zijn verschillende taken overgedragen aan
gemeenten. Via het gemeentefonds ontvangen de gemeenten hier financiële middelen voor.
In het verdelingsmechanisme wordt daarbij rekening gehouden met de aard en de omvang
van bewoners van de gemeenten. Hoewel ik mij kan voorstellen dat voor een verantwoorde
overgang naar 18 jaar voor amv’s een uniforme regeling voordelen heeft, ligt de verantwoordelijkheid
bij de individuele gemeenten die hier zelfstandig keuzes in kunnen maken. Daarbij
kan zoals in antwoord 2 aangegeven ook nu reeds een beroep worden gedaan op Nidos
om de opvang voort te zetten.
Vraag 4
Herinnert u zich dat u in de genoemde brief aangeeft dat er geen 10 miljoen euro structureel
beschikbaar is binnen uw ministerie? Bent u bereid te bekijken hoeveel geld u incidenteel
zou kunnen vrijmaken voor 2021? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
In de genoemde brief geef ik aan dat meerderjarige amv’s met een status buiten mijn
mandaat en daarmee het financiële kader van het Ministerie van Justitie en Veiligheid
vallen. Daarnaast, door afloop van het huidige regeerakkoord, is 2021 een beleidsarm
jaar waardoor er geen intensivering plaats kan vinden. Daarbij komt dat het Kabinet
momenteel demissionair is en bovendien (beleidswijzigingen van) migratieonderwerpen
door uw Kamer controversieel zijn verklaard. In dit licht past het mij niet om dergelijke
nieuwe financiële verplichtingen aan te gaan. Bovendien heeft Covid-19 ook impact
op de migratieketen en zorgt voor extra uitgaven die niet voorzien waren. Ook dat
maakt dat voor incidentele uitgaven zoals door u gevraagd geen budget beschikbaar
is.
Vraag 5
Bent u bereid vervolgens met andere bewindslieden te overleggen over een structurele
oplossing? Zo ja, wat kunt u hierin doen en op welke termijn kunt u de Kamer daarover
informeren? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
De behoefte om amv’s, waar nodig, langer te begeleiden naar zelfstandigheid na hun
18de jaar is reeds door de VNG en door Nidos aangegeven. Zoals ik in de genoemde brief
heb aangegeven, dragen de gemeenten de verantwoordelijkheid voor meerderjarige statushouders
en niet het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Ambtelijk is er wel contact met
relevante organisaties en departementen en is en wordt gesproken over (on)mogelijkheden
ten aanzien van deze groep. Mocht een nieuw kabinet de begeleiding van de door u bedoelde
groep structureel en landelijk willen regelen, dan zal gevraagd worden om een ambtelijk
voorstel daartoe. Omdat ik geen zicht heb op het moment waarop een nieuw kabinet aantreedt
en ik mij bovendien niet kan uitspreken over (beleids)wensen van een volgend kabinet,
kan ik u geen tijdspad schetsen.