Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2020-2021 | 27062 nr. 118 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2020-2021 | 27062 nr. 118 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 november 2020
Tijdens het algemeen overleg van 4 juli 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 102, item 56) heeft het lid Van Ojik (GroenLinks), naar aanleiding van de ontwikkelingen omtrent verlengde pleegzorg, een motie1 ingediend om de opties en kosten in kaart te brengen voor de verlengde zorg en begeleiding van voormalig alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv’s) na hun 18e jaar. Tijdens het nota-overleg van 3 juni 2020 (Kamerstuk 19 637, nr. 2660) heeft het lid Van Toorenburg (CDA) aangegeven een motie2 in te willen dienen waarin wordt verzocht om de verlengde pleegzorg ook mogelijk te maken voor amv’s ouder dan 18 jaar. Hierbij treft u mijn reactie aan.
Statushouders
In het huidige opvangmodel voor asielzoekers geldt dat amv’s – dus onder 18 jaar – onder mijn verantwoordelijkheid vallen. Minderjarige asielzoekers krijgen o.a. huisvesting, begeleiding, onderwijs en zorg bekostigd door het Ministerie van JenV. Wanneer een amv meerderjarig wordt en een negatieve beschikking op zijn/haar asielverzoek krijgt dan dient hij/zij Nederland te verlaten. In dit terugkeerproces blijft deze «ex»-amv onder mijn verantwoordelijkheid.
Wanneer een amv meerderjarig wordt en een verblijfsvergunning heeft, wordt deze persoon een statushouder. Deze ex-amv komt dan – net als andere statushouders – onder de verantwoordelijkheid te vallen van gemeenten.
Financiële dekking
Er is gewezen op de mogelijkheid om de overgang naar volwassenheid van ex-amv’s te verbeteren door ze langer tot maximaal 21 jaar op de plek te laten verblijven waar ze voor hun 18e werden opgevangen3. In het geval van amv’s met een vergunning is dat een opvangvoorziening van het Nidos. Nidos schat dat dit jaar ongeveer 400 amv’s met een verblijfsvergunning 18 jaar worden. Om deze ex-amv’s langer bij Nidos op te vangen zal structureel ongeveer € 10 miljoen per jaar nodig zijn4. Hierbij is er al rekening mee gehouden dat deze verlengde opvang niet de maximale drie jaar in beslag zal nemen voor alle ex-amv’s. De extra uitgaven zijn uiteraard substantieel hoger indien alle ex-amv’s tot hun 21ste gebruik maken van de verlengde opvang. De kosten zijn zo hoog omdat een deel van de amv’s in de kleinschalige opvang verblijven welke gemiddeld € 25.000 per persoon per jaar kosten.
Binnen de begroting van JenV is (structureel) geen € 10 miljoen (of meer) beschikbaar voor uitgaven aan verlengde opvang voor ex-amv’s. Ik zie evenmin mogelijkheden binnen de JenV-begroting deze middelen door herprioritering vrij te spelen, te meer omdat huisvesting, begeleiding en zorg van meerderjarige statushouders in de eerste plaats een verantwoordelijkheid is van de gemeenten. Mocht een gemeente echter de voorkeur geven aan verlengde opvang door Nidos van een ex-amv in de betreffende gemeente, dan kan deze gemeente hier afspraken over maken met Nidos.
Verlengde opvang afgezet tegen verlengde pleegzorg
De afspraken over de verlengde pleegzorg zijn gemaakt binnen de kaders van de Jeugdwet, die ziet op preventie, ondersteuning, hulp en zorg aan jeugdigen en ouders bij opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen. De opvang en begeleiding die Nidos biedt is vanwege de (tijdelijke) onmogelijkheid waarin de ouder(s) zich bevindt het gezag uit te oefenen en/of onbekendheid van bestaan of verblijfplaats van de ouder(s). Nidos wordt door de rechter benoemd tot voogd en voogdij eindigt van rechtswege bij meerderjarigheid. Het kader waarbinnen Nidos opereert, biedt geen mogelijkheid de voogdij te verlengen na de meerderjarigheid. Hierdoor is er voor mij geen juridische grond om verlengde opvang mogelijk te maken.
Naast dit verschil van juridische kaders, is er ook het verschil in opvangvorm.
Van alle amv’s die in 2019 onder voogdij van Nidos vielen, woont ongeveer 35% van de circa 4.0005 amv’s in een opvanggezin. Het merendeel van de amv’s verblijft in andere opvangvormen, bijvoorbeeld in een kleinschalige wooneenheid of in een kleinschalige woongroep. Dit betekent dat een merendeel van de amv‘s niet in aanmerking zal komen voor verlengde opvang als de uitvoering van de verlengde opvang gelijk wordt getrokken aan de uitvoering van de verlengde pleegzorg.
Dit betekent dat de situatie als volgt is: de gemeente is vanaf het moment dat een amv meerderjarig wordt en een verblijfsstatus heeft, verantwoordelijk voor de huisvesting, begeleiding, participatie en zorg. Mocht een gemeente de voorkeur geven aan verlengde opvang door Nidos van een ex-amv in die gemeente, dan kan deze gemeente hier afspraken over maken met Nidos. Nidos mag ook actief gemeenten benaderen. Dit betekent dat iedere gemeente nagaat hoe zij met ex-amv’s om zal gaan en of zij middelen heeft om eventueel aan Nidos te vragen de verlengde opvang te regelen.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, A. Broekers-Knol
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-27062-118.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.