Vragen van het lid Van den Hul (PvdA) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het Verwey-Jonker Instituut onderzoek «Kwestie van lange adem: kan huiselijk geweld en kindermishandeling echt stoppen?» (ingezonden 26 november 2020).

Mededeling van Staatssecretaris Blokhuis (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 17 december 2020)

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het onderzoek naar het effect van de aanpak kindermishandeling en huiselijk geweld van Verwey-Jonker Instituut?1

Vraag 2

Kunt u bevestigen dat er, gezien het onderzoeksgegeven dat in 98% van de gemelde gezinnen geweld speelt of dreigt, bij Veilig Thuis melding vrijwel nooit «valse» meldingen worden gedaan en voor eens en altijd verwerpen dat dergelijke meldingen van huiselijk geweld en/of kindermishandelingen met een korreltje zout moet worden genomen?

Vraag 3

Bent u ook geschrokken van het feit dat bij ongeveer tweederde van de gezinnen die werden gevolgd na anderhalf jaar het geweld nog steeds niet gestopt is? Welke lessen, anders dan hetgeen u afgelopen jaren al hebt ingezet, trekt u uit het beeld dat het Verwey-Jonker Instituut hierover schetst?

Vraag 4

Wordt het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid betrokken bij de aanpak van huiselijk geweld gezien de grote impact die armoede en werkloosheid kunnen hebben op huiselijk geweld?2 Zo ja, hoe? Zo nee, bent u bereid zo spoedig mogelijk in contact te treden met uw collega’s van Sociale Zaken en Werkgelegenheid om samen tot een geïntegreerde aanpak te komen en de Kamer hierover te informeren?

Vraag 5

Heeft u contact met uw collega’s van het Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de uitkomsten van dit onderzoek? Bent u van mening dat het onderwijs voldoende wordt geïnformeerd door ketenpartners over gesignaleerd geweld? Bent u tevens van mening dat er in het onderwijs voldoende oog is voor de psychische, praktische en leerproblemen die voor veel kinderen gepaard gaan met huiselijk geweld?

Vraag 6

Deelt u de visie dat de uitkomsten uit dit onderzoek redenen bieden om de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling breder aan te pakken dan nu gebeurt? Zo nee, waarom niet?

Vraag 7

Wat is uw reactie op de kritiek dat de aanpak van huiselijk geweld niet genoeg oog heeft voor de verschillen tussen mannen en vrouwen, bijvoorbeeld in het feit dat mannen anders moeten worden bevraagd op huiselijk geweld aangezien zij eerder genegen zijn geweld te bagatelliseren?3

Vraag 8

Deelt u de mening van uw voorganger dat het beleid in de aanpak van huiselijk geweld gendersensitief is gezien het feit dat «[...] de slachtoffers vaak vrouwen zijn en de plegers mannen. Wij voeren een slachtofferaanpak en een plegeraanpak. Ik zou zeggen: genderspecifieker dan dat kun je het bijna niet krijgen.»?4

Vraag 9

Zijn de conclusies uit dit onderzoek naar uw mening reden de opleiding van hulpverleners onder de loep te nemen, gezien de problemen van professionals met het bespreken van geweld en hoe afspraken gemaakt kunnen worden over het stoppen van het geweld? Zo nee, welke conclusie uit dit onderzoekt heeft u overtuigd dat hier geen noodzaak voor is?

Vraag 10

Welke concrete maatregelen gaat u treffen om te zorgen dat kinderen niet langer de vergeten groep slachtoffers zijn, gezien het feit dat ongeveer de helft van hen geen hulp ontvangt? Hoe is het mogelijk dat het niet vanzelfsprekend is dat er met kinderen goed wordt gesproken wanneer er een melding van geweld is, ondanks het feit dat protocollen dit voorschrijven? En welke les trekt u uit het feit dat dat 60% van de kinderen zich niet gesteund voelt, ondanks de huidige inzet op het betrekken van het eigen netwerk en het belang van sociale steun?

Vraag 11

Bent u zich bewust van het feit dat er sprake is van lage meldingsbereidheid onder slachtoffers, waardoor verondersteld kan worden dat een grote groep slachtoffers niet in beeld is? Deelt u de zorgen omtrent deze onzichtbare groep en op welke manier zet u zich in om ook hen te bereiken en hulp te bieden?

Vraag 12

Hoe realiseert u een professionalisering in de diagnostiek van multiproblematiek, zeker wanneer de gezinnen met de meeste meldingen van geweld worden doorverwezen naar wijkteams?

Vraag 13

Bent u van mening dat de huidige aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling afdoende is? In hoeverre bent u tevreden met de snelheid en de voortgang die wordt geboekt met het inmiddels derde landelijke actieprogramma? Zo nee, wat gaat u doen om het bestaande beleid bij te sturen, zowel vanuit uw eigen ministerie als die van uw collega’s op dit onderwerp. Bent u bereid hier de coördinerende rol op u te nemen?

Mededeling

De vragen van het Kamerlid Van den Hul (PvdA) over het Verwey-Jonker Instituut onderzoek «Kwestie van lange adem: kan huiselijk geweld en kindermishandeling

echt stoppen?» (2020Z22875) kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord.

De reden van het uitstel is dat de interdepartementale afstemming die nodig is voor de beantwoording van de vragen langer tijd nodig heeft.

Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de Kamervragen doen toekomen.


X Noot
1

Verwey-Jonker Instituut, november 2020, «Kwestie van lange adem: kan huiselijk geweld en kindermishandeling echt stoppen?»

X Noot
2

NRC, 12 november 2020, «Huiselijk geweld stopt niet vaak na melding»

X Noot
3

NRC, 12 november 2020, «Huiselijk geweld stopt niet vaak na melding»

X Noot
4

Handelingen, VAO Aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling, 3 juli 2018 (TK 101-36)

Naar boven