Vragen van het lid Bergkamp (D66) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de (on)toegankelijkheid van speeltuinen voor kinderen met een beperking (ingezonden 15 oktober 2019).

Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 5 november 2019).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Gehandicapt kind moet ook mee kunnen spelen»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Herinnert u zich de toezegging die u deed tijdens het algemeen overleg Gehandicaptenbeleid / Fokuswonen / Doelgroepenvervoer / Valys op 24 mei 2018, dat u zich hard zou maken zodat de helft van de gemeenten een toegankelijke speeltuin zou hebben?2

Antwoord 2

Ik heb in dat debat toegezegd dat ik graag met gemeenten in gesprek zou gaan over hoe zij ervoor kunnen zorgen dat meer gestimuleerd wordt dat kinderen met een beperking mee kunnen doen in een speeltuin. Ik heb daarbij aangegeven dat gemeenten lokale inclusieagenda’s hebben of daaraan werken, waarmee invulling wordt gegeven aan de lokale implementatie van het VN-verdrag en dat spelen daarin een plek hoort te hebben.

Vraag 3

Hoeveel procent van de Nederlandse gemeenten heeft op dit moment een toegankelijke speeltuin? Hoe groot was dat percentage eind 2017 en eind 2018?

Antwoord 3

Cijfers hierover zijn niet (landelijk) beschikbaar.

Vraag 4, 5

Op welke wijze heeft u uitvoering gegeven aan uw toezegging tijdens het eerder genoemde algemeen overleg?

Welke extra stappen gaat u zetten nu uit het bericht blijkt dat meer nodig is om de ambities te realiseren, temeer nu de schrijvers van het bericht ervoor pleiten dat uiterlijk in 2025 in alle gemeenten zeker één inclusieve speeltuin is waar ook kinderen met een beperking kunnen spelen? Bent u bereid de Kamer over deze geïntensiveerde aanpak te informeren?

Vraag Antwoord 4, 5

Naar aanleiding van mijn toezegging in het debat van 24 mei 2018 heb ik het thema toegankelijkheid van speelplekken onder de aandacht van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) gebracht.

De VNG werkt in het kader van de implementatie van het VN-verdrag handicap aan een extra impuls voor gemeentelijke initiatieven die onbeperkte deelname van inwoners met een beperking bevorderen. Zoals ik u in de eerste voortgangsrapportage over het programma Onbeperkt meedoen heb laten weten, organiseert de VNG daarbij onder meer thematische leernetwerken. Zo werkt de Speeltuinbende nu met enkele gemeenten aan een Handreiking Samen Spelen voor gemeenten. Speelplekken wordt daarbij overigens breder bekeken dan alleen speeltuinen. Ook voor andere speelplekken, zoals een plein met een voetbalveldje, is van belang dat het thema toegankelijkheid op de kaart staat.

Daarnaast ben ik met verschillende partijen, waaronder de – in een televisie-uitzending – gekozen Minister van Gehandicaptenzaken Rick Brink, in gesprek over de manier waarop we de aandacht voor samen spelen verder kunnen versterken. Uiteraard ben ik bereid de Kamer nader te informeren als daaruit relevante ontwikkelingen voortkomen. Dat zal ik waar nodig en mogelijk meenemen in de volgende voortgangsrapportage over het programma «Onbeperkt meedoen» die voor de zomer van 2020 zal worden uitgebracht.


X Noot
1

Algemeen Dagblad, 12 oktober 2019, «Gehandicapt kind moet ook mee kunnen spelen». https://www.ad.nl/opinie/gehandicapt-kind-moet-ook-mee-kunnen-spelen~a6dd5bba/?referrer=https://www.google.com/

X Noot
2

Kamerstuk 24 170, nr. 178

Naar boven