Vragen van de leden Ellemeet (GroenLinks) en Asscher (PvdA) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over inclusiviteit in de podiumkunsten en de overige culturele sector (ingezonden 2 oktober 2019).

Antwoord van Minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 23 oktober 2019)

Vraag 1

Bent u bekend met het interview met Saartje Oldenburg van Het Nationale Theater in de Volkskrant over inclusiviteit in het theater?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Deelt u de mening dat het niet genoeg is om «te roepen dat iedereen welkom is», maar dat ook echt randvoorwaarden gecreëerd moeten worden? Zo ja, wat kan de overheid hiervoor doen en wat kunnen de culturele instellingen zelf? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2

Ja, het is heel belangrijk dat niet alleen geroepen wordt dat je welkom bent, maar dat iedereen zich ook daadwerkelijk welkom voelt én mee kan doen. Relatief kleine acties, zoals helder communiceren over toegankelijkheid van gebouwen en evenementen op websites en het trainen van personeel in het omgaan met mensen met een beperking, kunnen al grote impact hebben.

Het optimaliseren van praktische randvoorwaarden voor mensen met een beperking, zoals genoemd door Saartje Oldenburg, is een belangrijke opgave waar de culturele sector samen met gehandicaptenorganisaties aan werkt. Dit is bijvoorbeeld zichtbaar in het Themanetwerk Festivals en Evenementen2, het Actieplan Toegankelijkheid Poppodia, Evenementen & Festivals3 en de Agenda Inclusieve Podiumkunsten 2021–20244 die op 29 november wordt gepresenteerd. Het bewustzijn bij de culturele instellingen groeit zichtbaar, evenals het aantal initiatieven dat werk maakt van toegankelijkheid. Maar velen zijn zelf het wiel aan het uitvinden. De kracht zit in het samenbrengen en delen van de ervaringen. De overheid kan dit gesprek faciliteren en een netwerkende rol vervullen.

Vraag 3

Kunt u nader uiteenzetten hoe u de motie Asscher/Ellemeet heeft uitgevoerd die onder andere vraagt om te komen met oplossingen voor problemen voor mensen met een fysieke beperking die een concert bezoeken?5

Antwoord 3

In de Week van de Toegankelijkheid, op 10 oktober jl., heeft in TivoliVredenburg een door OCW geïnitieerde bijeenkomst over toegankelijkheid van popconcerten plaatsgevonden. Een vruchtbaar en inspirerend gesprek met een aantal afgevaardigden uit de popmuzieksector, gehandicaptenorganisaties en ervaringsdeskundigen. Centraal stond onder meer fysieke toegankelijkheid van popconcerten, de toegankelijkheid van de beleving (het aanbod) en toegankelijkheid van websites en kaartverkoop. Gezamenlijk zijn een aantal vervolgstappen geïnventariseerd, die bij vraag 4 worden toegelicht.

Vraag 4

Deelt u de mening dat een conferentie en het uitwisselen van best practices over dit onderwerp wellicht een goede stap is, maar dat er meer gedaan moet worden om te komen tot concrete oplossingen en randvoorwaarden? Zo ja, wat doet u verder om inclusiviteit te vergroten? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

De bijeenkomst van 10 oktober jl. heeft aangetoond wat de meerwaarde is van het faciliteren van een gelijkwaardig gesprek tussen partijen uit de cultuursector, gehandicaptenorganisaties en ervaringsdeskundigen. Naast OCW namen ook het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en British Council deel aan het gesprek. Ervaringen zijn gedeeld en gezamenlijke acties geïnventariseerd. Het gesprek heeft geleid tot drie vervolgstappen. Een daarvan is verder verkennen hoe bestaande initiatieven elkaar kunnen versterken. OCW zal dit gesprek faciliteren en ook de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) bij dit gesprek betrekken. British Council heeft toegezegd een aantal gidsen van hun partner «Attitude is Everything» in het Nederlands te vertalen en daarmee muziekprofessionals (podia, festivals, bands, artiesten en promotors) te helpen om hun evenementen toegankelijker te maken. Daarnaast zal ik in 2020 een onderzoek laten uitvoeren om de toegankelijkheid van de cultuursector in kaart te brengen. De opzet en omvang van dit onderzoek zal met de verschillende gesprekspartners worden afgestemd.

Vraag 5

Hoe denkt de Minister de nieuwe culturele code diversiteit en inclusie structureel te ondersteunen?

Antwoord 5

Tot en met 2020 ontvangt het Actieplan Cultuur en Creatief Inclusief subsidie voor promotie en implementatie van de nieuwe Code Diversiteit en Inclusie. De code is van de sector zelf. Het onderschrijven van de code is voor alle aanvragers voor de basisinfrastructuur een voorwaarde om in aanmerking te komen voor subsidie. Over de toepassing van de code ga ik periodiek met instellingen in gesprek, volgens het principe: pas toe en leg uit.

Vraag 6

Hoeveel middelen heeft de rijksoverheid beschikbaar gesteld voor het ondersteunen en aanmoedigen van inclusiviteit in de culturele sector? Zijn dit structurele middelen of is het incidenteel geld?

Antwoord 6

In de brief «Cultuur in een Open Samenleving» heb ik benadrukt dat cultuur van en voor iedereen is. Het Rijk wil hiervoor in de periode 2021–2024 met de andere overheden werken aan een programma cultuurparticipatie. Hiervoor is € 5,08 miljoen per jaar beschikbaar in de periode 2021–2024.

Vooruitlopend op de nieuwe periode zijn er de volgende maatregelen:

  • Vanaf 2019 een structurele investering in de toegankelijkheid van cultuur voor kinderen en jongeren uit gezinnen met armoede via het Jeugdfonds Sport & Cultuur. € 350.000 per jaar.

  • Extra investering in de Brede Regeling Combinatiefuncties. € 1,0 miljoen per jaar. Hiermee kunnen 50 extra cultuurcoaches in het hele land worden ingezet. Zij stimuleren (talent)ontwikkeling van jongeren op en rond scholen, cultuurdeelname in de wijk en leggen lokaal verbindingen tussen cultuur en onderwijs, sport, welzijn en zorg.

  • Een investering in de verbinding tussen cultuur en het sociale domein. € 1,0 miljoen per jaar. Dit bedrag is voor de helft bestemd voor het vergroten van de toegankelijkheid van cultuur in het kader van het VN-verdrag inzake rechten van personen met een handicap dat Nederland heeft geratificeerd. Het Fonds voor Cultuurparticipatie ontwikkelt hiervoor een regeling, deze wordt eind van dit jaar gepubliceerd.

  • Een investering in goede voorbeelden om de toegankelijkheid te vergroten, ook via het Fonds voor Cultuurparticipatie. € 500.000 per jaar.

OCW financiert daarnaast een aantal initiatieven vanuit de sector, waarin brancheverenigingen en instellingen samenwerken:

  • Het Actieplan Cultuur en Creatief Inclusief, € 800.000 voor de jaren 2017–2020.

  • Theater Inclusief 2018–2021. Dit stimuleringsprogramma wordt medegefinancierd door het Ministerie van OCW, het VSB Fonds en het Bank Giro Loterij Fonds. Hier is € 240.000 per jaar mee gemoeid.

Vraag 7

Is bekend hoeveel middelen door beurzen of fondsen die niet door de overheid zijn gefinancierd worden gebruikt voor het bevorderen van inclusiviteit in de culturele sector? Zo ja, hoeveel is dat? Zo nee, kunt u een schatting maken?

Antwoord 7

Een overzicht van geoormerkte cijfers van de geldstromen van private fondsen is mij niet bekend. De meest recente gegevens over wat er uit particuliere middelen geschonken wordt aan cultuur zijn de cijfers uit 2017 (over 2015) van Geven in Nederland, zie tabel 36:

Totaal giften aan cultuur in 2015: € 511 miljoen, waarvan:

  • Fondsen (opbrengst vermogen): € 64 miljoen

  • Bedrijven (giften en sponsoring): € 219 miljoen

  • Kansspelen: € 59 miljoen

Een deel van deze giften zal specifiek besteed worden aan «inclusie», maar dat is niet uit dit onderzoek te halen.

Vraag 8

Deel u de mening dat naast programmatische aanpassingen vaak ook bouwkundige aanpassingen nodig zijn voor mensen met een beperking? Zo ja, hoe kunt u, samen met collega’s van de ministeries van VWS en BZK en gemeenten, borgen dat dit gebeurt?

Antwoord 8

De verantwoordelijkheid voor toegankelijkheid ligt primair bij de eigenaar van een gebouw of locatie; dit zal in veel gevallen de gemeente zijn. Dit is in de eerste plaats via wetgeving geregeld (Wet gelijke behandeling en Bouwbesluit), alsook in het Actieplan Toegankelijkheid Bouw. In dit plan zijn afspraken gemaakt met partijen over het geleidelijk toegankelijk maken van de gebouwde omgeving. Het Actieplan toegankelijkheid bouw is een doorlopend proces, de acties daaruit worden op dit moment uitgevoerd en waar nodig worden tussendoor nieuwe afspraken gemaakt in het overleg met de betrokken partijen. Op 12 juni 2019 heeft de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in een Kamerbrief aangekondigd naar aanleiding van een tweetal in het kader van het actieplan uitgevoerde onderzoeken voornemens te zijn tot een aanpassing van de bouwregelgeving, deze wijziging zal via de voorhangprocedure aan uw Kamer worden voorgelegd.7 Eind dit jaar zal de Minister van BZK u middels een Kamerbrief op de hoogte stellen van de voortgang van de acties uit het actieplan. Verder worden in samenwerking met andere ministeries, waaronder VWS en BZK, en bestuurlijke partners, waaronder VNG en VNO NCW met MKB, in het kader van het programma «Onbeperkt Meedoen» actieprogramma’s opgesteld en uitgevoerd. Hierin is zowel aandacht voor toegankelijkheid van cultuur, podia als openbare gebouwen. De toegankelijkheid van gebouwen zal ook meegenomen worden in het onderzoek over toegankelijkheid van de cultuursector dat ik in 2020 laat uitvoeren.

Vraag 9

Kunt u deze vragen beantwoorden voor het wetgevingsoverleg cultuur van 18 november 2019?

Antwoord 9

Ja.

Naar boven