Vragen van de leden Dik-Faber, Voordewind (beiden ChristenUnie) en Van der Staaij (SGP) aan de Minister voor Medische zorg over de dreiging van een boete voor het Israël Producten Centrum (ingezonden 15 juli 2020).

Mededeling van Minister Van Ark (Medische Zorg) (ontvangen 3 augustus 2020).

Vraag 1

Is het u bekend dat de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA) op vrijdag 10 juli het Israel Producten Centrum heeft bezocht om tot handhaving over te gaan voor het etiketteren van wijnen uit Judea en Samaria, naar aanleiding van de interpretatieve mededeling van 12 november 2015?1

Vraag 2

Waarom heeft deze interpretatieve mededeling alleen betrekking op Israël en wordt deze niet gehandhaafd op Turkije vanwege de bezetting van Noord-Cyprus, Marokko voor de bezetting en annexatie van de Westelijke Sahara en andere gebieden zoals Tibet en de Krim?

Vraag 3

Is hierbij geen sprake van discriminatie en speciale veroordelende maatregelen tegen Israël?

Vraag 4

Vindt u conform de motie van 14 november 2019 dat u een dergelijke etikettering alleen voor àlle bezette gebieden moet laten gelden, of anders helemaal niet?2

Vraag 5

Heeft de Kamer niet meerdere malen uitgesproken dat zij erop tegen is om Israël anders te behandelen in de organen van de Verenigde Naties, zie onder andere de motie van Kees van der Staaij van 2 november 2017?3

Vraag 6

Wat is hiervan het resultaat, gezien bijvoorbeeld de vijf resoluties tegen Israël in de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties in juni 2020 waar Nederland drie keer meestemde in de veroordeling?

Vraag 7

Waarom gaat de NVWA in juli 2020 over tot handhaving van een maatregel uit 2015?

Vraag 8

Is het u bekend dat zowel de zittende premiers van het Verenigd Koninkrijk als van Duitsland hebben uitgesproken dat BDS-activiteiten (Boycott, Divestment and Sanctions) tegen Israël antisemitisch zijn en daarom verboden?

Vraag 9

Is het u bekend dat de interpretatieve maatregel van de NVVA over het besluit van de Europese Unie met betrekking tot etikettering veel verder gaat dan de uitspraak van het Europese Hof van 12 November 2019, betreffende de voorschriften voor etikettering? Is het u bekend dat het Israel Producten Centrum zijn etikettering heeft aangepast en nu op de wijnen vermeldt: «gemaakt in een Israëlisch dorp in Judea en Samaria» en dat de NVVA heeft gezegd dat dit niet voldoende is?

Vraag 10

Met welke wet is deze vermelding in strijd?

Vraag 11

Erkent u dat Duitsland een geheel ander beleid voert ten aanzien van etikettering? Waarom volgt Nederland niet de zelfde uitvoering van de richtlijn? Waarom is bij het uitvoeren van een Europese maatregel geen eensluidend beleid?

Mededeling

De vragen van de Kamerleden Dik-Faber (CU), Voordewind (CU) en Van der Staaij (SGP) over de dreiging van een boete voor het Israël Producten Centrum (2020Z14061) kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord.

Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de Kamervragen doen toekomen.


X Noot
1

Interpretatieve mededeling inzake de vermelding van de oorsprong van goederen uit de sinds juni 1967 door Israël bezette gebieden (2015/C 375/05)

X Noot
2

Kamerstuk 35 300-V nr. 36

X Noot
3

Kamerstuk 34 775 nr. 44

Naar boven