Vragen van het lid Van Raak (SP) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de afhandeling van de zaak van een agent die door zijn eigen collega’s ten onrechte werd gearresteerd (ingezonden 19 juni 2020).

Mededeling van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 10 juli 2020).

Vraag 1

Hoe kan het dat het oordeel van het Openbaar Ministerie zonder consequenties blijft doordat een interne adviescommissie van de politie anders beslist?1

Vraag 2

Zijn er meer gevallen bekend van waar dit is gebeurd? Zo ja, hoeveel zijn dat er?

Vraag 3

Deelt u de mening dat dit wel erg lijkt op «de slager keurt zijn eigen vlees»?

Vraag 4

Hoe kan het dat op het maken van excuses werd teruggekomen? Hoe beoordeelt u dit?

Vraag 5

Wat vindt u van het gangbare grapje onder agenten dat de integriteit ophoudt bij schaal 9 en de bijnaam «De gouden gang» voor de kantoren van de Amsterdamse korpsleiding? Deelt u de mening dat dit de kloof tussen werkvloer en top nog eens pijnlijk blootlegt?

Vraag 6

Hoe staat het met de getroffen maatregelen zoals aangegeven in antwoorden op eerdere Kamervragen over deze zaak? Waarom duurt het volgens u zo lang voordat deze effect sorteren?2

Mededeling

Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Van Raak (SP), van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de afhandeling van de zaak van een agent die door zijn eigen collega’s ten onrechte werd gearresteerd (ingezonden 19 juni 2020) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


X Noot
1

NRC, 17 juni 2020, «Anis Raiss: «Ik zie mijn zaak als een geschenk aan de politie»«, https://www.nrc.nl/nieuws/2020/06/17/anis-raiss-ik-zie-mijn-zaak-als-een-geschenk-aan-de-politie-a4003204

X Noot
2

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr. 3464

Naar boven