Vragen van de leden Hijink en Marijnissen (beiden SP) aan de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport over de berichtgeving dat het sterftecijfer door het coronavirus
hoger is dan eerder gemeld (ingezonden 6 april 2020).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 15 april
2020).
Vraag 1
Hoe oordeelt u over de berichtgeving dat de sterfte in Nederland door het coronavirus
twee keer hoger is dan tot nu toe is gemeld?1 2
Antwoord 1
Ik betreur de overlijdens als gevolg van COVID-19. Het totaal aantal is groter dan
de RIVM cijfers die het RIVM publiceert, dat leggen we ook uit bij de publicatie van
die cijfers. Deze bevatten immers alléén de overlijdens waarvan zekerheid is dat deze
het gevolg zijn van COVID-19.
Vraag 2, 3, 4, 5
Vindt u het wenselijk dat de cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
nodig zijn voor een completer beeld van de gevolgen van het coronavirus?
Hoe kan het dat het CBS en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)
niet eerder samen tot een accurater sterftecijfer zijn gekomen?
Zijn de cijfers van het aantal personen waarbij sprake is van een vermoedelijke besmetting
reeds beschikbaar, waarover het het RIVM eerder stelde dat deze naast de cijfers over
daadwerkelijk geteste coronabesmettingen ook gegeven zouden worden? Zo nee, waarom
niet?
Geldt de meldingsplicht niet voor mensen die overlijden, waarbij het vermoeden is
dat zij, thuis of in het verpleeghuis aan het coronavirus zijn overleden, aangezien
in de Wet publieke gezondheid staat dat een meldingsplicht geldt voor zorgverleners
aan de GGD bij zowel vastgestelde als vermoedelijke gevallen van besmetting van type-A
ziekten zoals het coronavirus?
Antwoord 2, 3, 4, 5
Voor de beantwoording van deze vragen verwijs ik u naar de beantwoording van de Kamervragen
van de Kamerleden Hijink (SP) en Marijnissen (SP) over de berichtgeving dat het sterftecijfer
door het coronavirus hoger is dan eerder gemeld (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar
2019–2020, nr. 2381, Kamerstuk 25 295, nr. 219) die op 7 april jl. naar uw Kamer zijn gegaan.
Vraag 6, 7
Erkent u dat een accuraat sterftecijfers essentieel is voor een goed inzicht in de
coronacrisis en het kunnen formuleren van de juiste maatregelen? Wat gaat u doen om
te zorgen dat de sterftecijfers vanaf nu accurater zijn?
Wat gaat u doen nu blijkt dat de sterftecijfers veel hoger zijn? Gaat u uw beleid
aanpassen, nu blijkt dat de sterftecijfers veel hoger liggen? Zo ja, hoe dan? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 6, 7
Voor de effectiviteit van de ingezette maatregelen kijken we naar de belasting op
de zorg en naar de bescherming van onze kwetsbaren. Daarbij zijn sterftecijfers, maar
vooral de trend daarin, van groot belang. Daarnaast is het ook van belang waar deze
verhoogde sterfte voorkomt en hoe we deze kunnen voorkomen.
We zien goede vorderingen bij de belasting van de zorg, maar het beschermen van onze
kwetsbaren vergt extra inspanning. Daar blijven we de komende periode versterkt op
inzetten.
Vraag 8, 9
Deelt u de mening dat juist ouderen die in het verpleeghuis of thuis wonen getest
moeten worden als zij gezondheidsklachten hebben? Zo ja, gaat u hiervoor zorgen? Zo
nee, waarom niet?
Erkent u dat het vaker testen in de ouderenzorg en thuiszorg essentieel is om zorgverleners
veilig hun werk te kunnen laten doen door zich te beschermen tegen besmetting?
Antwoord 8, 9
Voor een toelichting op (de verruiming van) het testbeleid verwijs ik u naar mijn
Kamerbrief van 7 april jl.3
Vraag 10
Wilt u deze vragen beantwoorden voor het aankomende debat over de ontwikkelingen met
betrekking tot het coronavirus? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 10
Ik heb u de beantwoording zo snel mogelijk doen toekomen, binnen de ruimte die er
in deze periode is.