Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister voor Rechtsbescherming over het bericht dat juridische hulp aan lage inkomens in gevaar is door problemen bij het Juridisch Loket (ingezonden 13 januari 2020).

Antwoord van Minister Dekker (Rechtsbescherming) (ontvangen 2 maart 2020) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 1591.

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht dat juridische hulp aan lage inkomens in gevaar is door problemen bij het Juridisch Loket?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Klopt het dat inmiddels 80% van alle medewerkers van het Juridisch Loket, inclusief de ondernemingsraad, het vertrouwen in de bestuurder heeft opgezegd? Welke consequenties heeft dit volgens u?

Antwoord 2

Of het in de berichtgeving van de Volkskrant genoemde percentage juist is, is mij niet bekend. Ik heb wel van de Raad van Toezicht van het Juridisch Loket begrepen dat er spanningen zijn binnen het Juridisch Loket. De Raad van Toezicht heeft hierop gereageerd door een onderzoek in te stellen. Dit onderzoek is eind januari 2020 afgerond. Dit is een interne kwestie. De Raad van Toezicht is de aangewezen partij om naar bevind van zaken te handelen en zij heeft mij laten weten dit te doen.

Vraag 3

Was u al eerder op de hoogte van de situatie zoals deze in het bericht is beschreven en de onvrede die kennelijk bestaat over de bezuinigingen en het mismanagement? Hoe verhoudt zich dit tot uw voortgangsrapportage gericht aan de Kamer van 19 december jl. waarin u aangeeft dat het Juridisch Loket werkt aan een toekomstvisie op de eigen organisatie?2

Antwoord 3

In het najaar van 2019 heb ik het signaal gekregen dat er spanningen zijn binnen het Juridisch Loket.

In mijn plannen voor de stelselherziening van gesubsidieerde rechtsbijstand speelt het Juridisch Loket een belangrijke rol. Bij de vormgeving en de uitwerking van mijn plannen is het Juridisch Loket nauw betrokken. We investeren momenteel veel in de eerste lijn en in de toekomst van het Juridisch Loket in lijn met de plannen van de stelselherziening van gesubsidieerde rechtsbijstand. Hierbij is continu aandacht voor de uitvoerbaarheid van de plannen. De Raad van Toezicht heeft mij gemeld dat de plannen die we samen met het Juridisch Loket ontwikkelen door deze kwestie niet in het gedrang komen. De constructieve houding van en samenwerking met het Juridisch Loket geven mij in dit opzicht voldoende vertrouwen.

Vraag 4 en 5

In hoeverre schat u in dat deze situatie een gevaar vormt voor de dienstverlening aan rechtzoekenden? Kunt u die dienstverlenging garanderen?

Heeft u al acties ondernomen of gaat u nog acties ondernemen om deze situatie te herstellen? Zo ja, welke dan?

Antwoord 4 en 5

De continuïteit van de dienstverlening aan rechtzoekenden staat voorop. Het goede werk van de professionals van het Juridisch Loket aan rechtzoekenden vindt daarom ook ongehinderd doorgang. Ik blijf de ontwikkelingen binnen het Juridisch Loket goed volgen, maar benadruk dat dit allereerst een interne zaak is, waarbij de Raad van Toezicht de eerste is om naar bevind van zaken te handelen.

Vraag 6

Hoe is de subsidierelatie op dit moment geregeld tussen het Ministerie van Justitie en Veiligheid, de Raad voor Rechtsbijstand en het Juridisch Loket? Hoe verhoudt die relatie zich tot de taken en bevoegdheden van de huidige Raad van Toezicht van het Juridisch Loket? Wat vindt u van de rol die de verantwoordelijk toezichthouder tot nu toe heeft gespeeld in deze kwestie?

Antwoord 6

Het ministerie heeft in goed overleg met alle betrokken partijen vanaf 1 januari 2020 (tijdelijk tot en met 2024) de rechtstreekse subsidierelatie met het Juridisch Loket overgenomen van de Raad voor Rechtsbijstand. De Raad voor Rechtsbijstand wordt hiermee voor de duur van de transitieperiode van de stelselherziening van gesubsidieerde rechtsbijstand ontlast.

De taken en bevoegdheden van de Raad van Toezicht blijven onverminderd van kracht zoals bij de oprichting van het Juridisch Loket is vastgelegd.

Ik volg de ontwikkelingen binnen het Juridisch Loket goed. Het optreden (tot heden) van de Raad van Toezicht, als gezegd de eerst aangewezene om in deze interne kwestie naar bevind van zaken te handelen, maakt dat ik vertrouw op een goede afhandeling in deze.

Vraag 7 en 8

Wat vindt u van de klacht dat uw voorgenomen stelselherziening gesubsidieerde rechtsbijstand onuitvoerbaar wordt geacht en niet met medewerkers van het Juridisch Loket zou zijn afgestemd? Hoe kan dat, juist nu het Juridisch Loket een belangrijke rol zou moeten gaan spelen in de nieuwe plannen?

Heeft dit bericht gevolgen voor uw voorgenomen herziening stelsel gesubsidieerde rechtsbijstand? Zo ja, welke dan?

Antwoord 7 en 8

Ik verwijs hiervoor naar de beantwoording van vraag 3.

Vraag 9

Wat kunt en gaat u doen om orde op zaken te stellen?

Antwoord 9

Zoals ik bij de beantwoording van vraag 4 en 5 heb aangegeven, blijf ik de ontwikkelingen binnen het Juridisch Loket goed volgen, maar benadruk ik dat dit allereerst een interne zaak is, waarbij de Raad van Toezicht de eerste is om naar bevind van zaken te handelen.

Vraag 10

Wat vindt u van de oproep vanuit de FNV om een onafhankelijk onderzoek in te stellen?3

Antwoord 10

Zoals ik bij de beantwoording van vraag 2 heb aangegeven, is er reeds een onderzoek uitgevoerd naar deze interne kwestie. Het instellen van een apart onderzoek vanuit het ministerie is (nu) niet aan de orde.

Naar boven