Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister voor Rechtsbescherming over een wettelijke regeling voor zaakstoedeling (ingezonden 12 december 2019).

Antwoord van Minister Dekker (Rechtsbescherming) (ontvangen 20 januari 2020) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 1254.

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel «Wettelijk geregelde zaakstoedeling. Een zware bevalling» in het Nederlands Juristenblad van 29 november 2019?1

Antwoord 1

Ja, dat ben ik.

Vraag 2

Deelt u de mening dat het niet goed en transparant regelen van de zaakstoedeling de schijn van misbruik kan wekken?

Antwoord 2

Ik deel de mening dat het niet goed en transparant regelen van de zaakstoedeling de schijn van belangenverstrengeling kan wekken. Daarom vind ik het belangrijk dat de Rechtspraak een code zaakstoedeling hanteert waarin uitgangspunten zijn opgenomen voor een transparante toedeling van zaken.

Vraag 3

Waarom is het de Rechtspraak niet gelukt om aan de belofte te voldoen dat dit jaar de Code zaakstoedeling gepubliceerd en ingevoerd zou zijn?

Antwoord 3

De Code zaakstoedeling was in de loop van 2019 gereed. Zij houdt onder meer in dat de naam van de rechter aan wie de zaak is toebedeeld, tijdig aan partijen bekend wordt gemaakt. Recente ontwikkelingen, waaronder ook de moord op advocaat en rechter-plaatsvervanger Derk Wiersum, hebben geleid tot een debat over de vraag of een rechter vanwege veiligheidsrisico’s soms anoniem zou moeten kunnen blijven. Dit debat heeft ertoe geleid dat het proces vertraging heeft opgelopen.

Vraag 4

Wanneer kunnen we de publicatie en het invoeren van de Code zaakstoedeling alsnog verwachten?

Antwoord 4

De Code zaakstoedeling zal naar verwachting in februari 2020 op rechtspraak.nl bekend worden gemaakt. Met de Code als uitgangspunt leggen de verschillende gerechten vervolgens hun zaakstoedelingsregelingen neer in de bestuursreglementen (artikel 20, eerste lid, aanhef en onder c, Wet op de rechterlijke organisatie (Wet RO)). Na de voorgeschreven instemming door de Raad voor de rechtspraak (artikel 21a, eerste lid, Wet RO) worden de reglementen in de Staatscourant gepubliceerd (artikel 21a, derde lid, Wet RO). Dit traject van implementatie van de Code zal naar verwachting uiterlijk medio 2020 zijn afgerond.

Vraag 5

Bent u bekend met de uitspraak van het Europese Hof voor de Rechten van Mens (EHRM) aangaande Miracle Europe KFT t. Hongarije, van 12 januari 2012, nr. 5774/13?

Antwoord 5

Ja, dat ben ik. Ik beraad mij, met het oog op deze uitspraak, op de eventuele noodzaak tot wettelijke verankering van de door de Rechtspraak ontwikkelde Code.

Vraag 6

Kunt u zo snel mogelijk met de Raad voor de rechtspraak in overleg treden over hoe de flexpool van rechters een plek krijgt in die Code zaakstoedeling en de Kamer toelichten hoe daarin rekening wordt gehouden met de bovenstaande uitspraak van het EHRM?2

Antwoord 6

De Raad voor de rechtspraak heeft mij laten weten dat de uitgangspunten van de Code zaakstoedeling ook worden toegepast bij de toedeling van zaken aan rechters die deel uitmaken van de flexpool om achterstanden weg te werken. Zaken worden in beginsel aselect aan de rechters van de flexpool toebedeeld. Het is niet nodig de Code aan te passen aan het bestaan van deze flexpool.


X Noot
1

Nederlands Juristenblad, 29 november 2019, Wettelijk geregelde zaakstoedeling. Een zware bevalling (47, p. 3097–3098)

Naar boven