Vragen van het lid Van Wijngaarden (VVD) aan de Minister voor Rechtsbescherming over het artikel «Tbs'ers uit frustratie ontsnapt» (ingezonden 17 oktober 2019).

Antwoord van Minister Dekker (Rechtsbescherming) (ontvangen 18 december 2019). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 681.

Vraag 1

Bent u bekend met artikel «Tbs’ers uit frustratie ontsnapt»?1

Antwoord 1

Ja, ik heb kennisgenomen van het bericht.

Vraag 2

Herkent u zich in dit artikel en in de signalen over personeelstekorten en personeelsverloop in de forensische zorg in bredere zin?

Antwoord 2

Ja. Ik herken deze signalen. Op de huidige arbeidsmarkt is sprake van een tekort aan goed geschoold specialistisch personeel. Dit was dan ook een van de redenen waarom ik in juli 2018 met de sector de Meerjarenovereenkomst Forensische Zorg heb getekend.2 Een speciaal daarvoor opgerichte Taskforce geeft uitvoering aan de afspraken die zijn gemaakt. Zo wordt met een gerichte arbeidsmarktcampagne ingezet op het aantrekken van gekwalificeerd personeel en wordt (zij-)instroom van nieuwe medewerkers naar de forensische zorg bevorderd. Dit moet bijdragen aan het terugdringen van het aantal openstaande vacatures en ervoor zorgen dat er meer goed opgeleid, ervaren personeel werkzaam is en blijft in de forensische zorg.

Op 18 oktober 2019 heb ik uw Kamer de eerste tussenrapportage van de Taskforce aangeboden. Hierin wordt ook ingegaan op de voortgang van de arbeidsmarktaanpak.3

Vraag 3

Wat is de aard en omvang van deze personeelstekorten?

Antwoord 3

Ik heb geen zicht op de precieze omvang van de personeelstekorten. Het gaat in de forensische zorg overwegend om particuliere organisaties, waardoor er geen centraal overzicht van openstaande vacatures bestaat. Uit het onderzoek dat Andersson Elffers Felix (AEF) heeft gedaan naar de kwaliteit en veiligheid in de forensische zorg blijkt dat er begin 2018 een tekort was aan goed opgeleide, ervaren mensen die in de forensische zorg willen werken.4 Dat gold voor psychiaters, psychologen, verpleegkundigen en agogen. Sectorbreed bleek een groter tekort aan VOV’ers (verpleegkundig, opvoedkundig en verzorgend personeel, waaronder sociotherapeuten en agogisch medewerkers), dan aan psychiaters en psychologen.

Vraag 4

Welk deel van de vacatures staat naar uw oordeel te lang open of is moeilijk vervulbaar?

Antwoord 4

Vacatures voor psychiaters, sociotherapeuten en agogen staan veelal doorlopend open. Dit betekent dat er wel vacatures worden opgevuld, maar dat er tegelijkertijd ook weer nieuwe vacatures ontstaan. Daarnaast zijn ook psychologen moeilijk te vinden.

Vraag 5

Hoe verhoudt het personeelsverloop in de forensische zorg tot het verloop in de rest van de zorg?

Antwoord 5

Er zijn op sectoraal niveau geen cijfers beschikbaar over verloop en zijn daarom niet uit te splitsen. Het is in ieder geval bekend dat ook in de reguliere zorg sprake is van personeelstekorten vanwege krapte op de arbeidsmarkt.

Vraag 6 en 7

Welke implicaties hebben de personeelstekorten voor de veiligheid en effectiviteit van de behandeling van mensen met een forensische zorgvraag?

Welke aanpak en maatregelen staat u voor om zowel in te spelen op een krappere arbeidsmarkt als te voorkomen dat krapte aan personeel ten koste gaat van het terugdringen van recidive?

Antwoord 6 en 7

In de brief bij de Meerjarenovereenkomst Forensische Zorg liet ik uw Kamer weten te zorgen voor financiële ruimte bij FPA’s en FPK’s om de druk op het verplegend en behandelend personeel te verlichten. Met deze middelen kunnen aanbieders personeel opleiden en nieuw personeel aannemen. Het ministerie heeft hiervoor 28,5 miljoen euro beschikbaar gesteld. Hiermee heeft de sector ruimte om de kwaliteit en veiligheid in de forensische zorg weer op peil te brengen.

Daarnaast ontwikkelt de Taskforce samen met de sector een arbeidsmarktcampagne forensische zorg. De drie programmalijnen in deze aanpak focussen op werving van nieuwe medewerkers en behoud en ontwikkeling van huidige medewerkers. De aanpak wordt voor het einde van dit jaar gelanceerd. Verder ontwikkelt de Taskforce een opleidingsprogramma met daarin alle basiskennis voor de forensische zorgprofessional. Hierin wordt specifiek aandacht besteed aan risicogestuurd werken.

Vraag 8

Deelt u de opvatting dat het overplaatsen van mensen naar een zwaarder alternatief, dan wel minder zwaar forensisch, dan wel civiel regime zo soepel en snel als mogelijk moet verlopen? Zo ja, hoe verloopt dit nu en welke verbetermogelijkheden ziet u hier?

Antwoord 8

Die mening deel ik zeker. Om dit nog beter te laten verlopen wordt vanuit de Taskforce het gebruik van trajectindicaties ingevoerd. Trajectindicaties geven richting aan het gehele traject van de patiënt in de forensische zorg, zodat niet bij iedere vorm van zorg een nieuwe indicatie geschreven moet worden. Dit zal leiden tot vermindering van administratieve lasten. Daarnaast is continuïteit van zorg een belangrijk aandachtspunt. Recent hebben zorgaanbieders en zorgverzekeraars duidelijke afspraken gemaakt over plaatsing op beveiligde reguliere bedden en werkt de zorgsector met een norm aan een levensloopfunctie en betere beschikbaarheid van beveiligde zorg. Deze personen worden nauwlettend gevolgd door een aangewezen zorgverlener (de «zorgregisseur») die ervoor zorgt dat zij de juiste zorg krijgen. Tot slot wordt er zowel vanuit de Taskforce als het programma forensische zorg ingezet op verbetering van de informatieoverdracht in de keten.

Vraag 9

Bent u bereid deze vragen nog voor het debat over het melden van zware incidenten en het verlenen van verloven door tbs-klinieken te beantwoorden?

Antwoord 9

Ja.


X Noot
2

Kamerstuk 33 628, nr. 34

X Noot
3

Kamerstuk 33 628, nr. 66

X Noot
4

Kamerstuk 33 628, nr. 32

Naar boven