Vragen van het lid Popken (PVV) aan de Staatssecretaris van Defensie over het falend munitiebeleid (ingezonden 19 augustus 2019).

Antwoord van Staatssecretaris Visser (Defensie) (ontvangen 11 september 2019).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Het duurt jaren voor Defensie bestelde munitie in huis heeft?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Schaamt u zich niet dat de aanschaf van munitie zoveel tijd in beslag neemt, terwijl u wel in staat bent om in een handomdraai Turkse dienstplicht af te kopen en geld uit te geven aan diversiteitswaanzin en klimaathysterie? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2

Er zijn goede en verklaarbare redenen voor de doorlooptijd van munitieprojecten zoals levertijden van leveranciers, zorgvuldigheid en overwegingen van spreiding (Kamerstuk 27 830, nr. 265).

Vraag 3

Bent u bekend met het feit dat Nederland in het verleden een betrouwbare en snel werkende munitie-industrie had?

Antwoord 3

Het is mij bekend dat in Nederland in het verleden munitieproducenten gevestigd waren.

Vraag 4

Bent u bekend met het feit dat de Nederlandse munitie-industrie om zeep is geholpen doordat de VVD en uw linkse vrienden meer heil zagen in buitenlandse munitiefabrikanten die tot de dag van vandaag onze militairen ziek maken met onveilige munitie (bijvoorbeeld door munitie met verarmd uranium)?

Antwoord 4

Nee. Het in deze vraag geschetste beeld en de elementen waaruit dit beeld is opgebouwd herken ik niet. Defensie heeft als uitgangspunt dat materieel veilig moet zijn ongeacht of dit uit binnen- of buitenland afkomstig is.

Vraag 5

Bent u bereid de Europese aanbestedingsregeling in de burn pit te gooien en in constructief overleg te treden met de werkscheppende Nederlandse defensie-industrie voor een snelle levering van veilige munitie? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5

Voor elk verwervingstraject maakt Defensie een afweging voor de meest passende verwervingsstrategie, waarbij het uitgangspunt is om het beste product voor de beste prijs te verwerven. Zie hiervoor tevens de Defensie Industrie Strategie (Kamerstuk 31 125, nr. 92). Daarnaast bespreekt Defensie ook regelmatig de toekomstige behoeften aan materieel met de Stichting Nederlandse Industrie voor Defensie en Veiligheid (NIDV). Bedrijven kunnen altijd interesse tonen in aanbestedingen die op de daartoe bestemde kanalen worden gepubliceerd.

Vraag 6

Kunt u bovenstaande vragen apart beantwoorden, ook indien samenhang bestaat tussen de vragen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 6

Ja.

Naar boven