Vragen van de leden Wilders, Fritsma en Emiel vanDijk (allen PVV) aan de Ministers
van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
over kosten van OCW-voorzieningen voor allochtonen (ingezonden 19 juli 2019).
Mededeling van Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid), mede namens de
Ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, voor Basis- en Voortgezet Onderwijs
en Media, Minister van Economische Zaken en Klimaat, van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport, voor Medische Zorg, van Defensie, van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
van Infrastructuur en Waterstaat en van Financiën en de Staatssecretarissen van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid, van Defensie, van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van Financiën en van Infrastructuur en Waterstaat
(ontvangen 9 september 2019).
Vraag 1
Herinnert u zich de antwoorden van uw ambtsvoorganger op de Kamervragen van het lid
Fritsma van tien jaar geleden, 17 juli 20091, over de kosten die voortvloeien uit de aanwezigheid van (niet-westerse) allochtonen
in Nederland? Bent u bereid deze vragen nu wel van een gedegen inhoudelijk en financieel
antwoord te voorzien?
Vraag 2
Kunt u aangeven welk deel van al het onderwijs wordt aangewend voor (niet-westerse)
allochtonen, gelet op het aandeel van deze groep in de (jeugdige) bevolking van ons
land, en hoe deze groep is verdeeld over de diverse onderwijstypen?
Vraag 3
Kunt u aangeven wat de weerslag hiervan is in de kosten die hierdoor ten aanzien van
(niet-westerse) allochtonen worden gemaakt?
Vraag 4
In welke mate worden extra kosten voor allochtone leerlingen gemaakt in de sfeer van
bijvoorbeeld het tegengaan van spijbelen en schooluitval (gelet op oververtegenwoordiging
hierin van allochtone leerlingen)? En hoe hoog zijn deze kosten?
Vraag 5
In welke mate worden kosten op het gebied van cultuur, media, kinderopvang en emancipatie
gemaakt voor (niet-westerse) allochtonen, gelet op het aandeel van deze groep in de
bevolking en de specifieke karakteristieken die deze groep kent ten aanzien van bijvoorbeeld
emancipatie?
Vraag 6
Hoe verhouden bedoelde kosten zich tot de opbrengsten die bedoelde groep oplevert
op het terrein van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap?
Vraag 7
Welke gegevens heeft u betrokken bij de bepaling van het aandeel van niet-westerse
allochtonen in de bevolking en de oververtegenwoordiging van deze groep in zaken als
schooluitval?
Vraag 8
Kunt u de kosten uitsplitsen naar: dit jaar, de afgelopen vijf jaar en (geprognosticeerd)
het komende jaar en de komende vijf jaar?
Vraag 9
Indien de hier gevraagde kosten niet exact zijn vast te stellen: wat is hier de reden
van en kunt u in ieder geval een reële schatting maken? Zo nee, waarom niet?
Mededeling
Hierbij deel ik u mede dat de beantwoording van de Kamervragen van de leden Wilders,
Fritsma en Emiel van Dijk (allen PVV) over de kosten van personen met een (westerse
of niet-westerse) migratieachtergrond op verschillende beleidsterreinen (2019Z15278) niet binnen de gestelde termijn van drie weken mogelijk is. De afstemming ten behoeve
van de beantwoording van de vragen kost meer tijd. Ik zal u zo spoedig mogelijk de
antwoorden op de Kamervragen doen toekomen.
Deze uitstelbrief verzend ik mede namens de Ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, van Economische Zaken en Klimaat, van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport, voor Medische Zorg en Sport, van Defensie, van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van Infrastructuur en Waterstaat en van
Financiën en de Staatsecretarissen van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van Defensie,
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
van Financiën en van Infrastructuur en Waterstaat.
X Noot
1Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2008–2009, nr. 3692