Vragen van de leden Kuiken en Moorlag (beiden PvdA) aan de Minister van Justitie en Veiligheid en de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over de verzending van drugs via brievenpost (ingezonden 19 februari 2019).

Mededeling van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 15 maart 2019).

Vraag 1

Kent u het bericht «Deze ondernemer krijgt ongevraagd cocaïne op de deurmat»1 en herinnert u zich uw antwoorden op de eerdere Kamervragen over het bericht dat criminelen misbruik maken van pakketbezorgers PostNL?2

Vraag 2

Heeft u enig inzicht hoeveel drugs er via brievenpost vanuit Nederland worden verzonden? Zo ja, om welke hoeveelheid gaat het naar schatting? Zo nee, waarom heeft u dit inzicht niet? Acht u het een probleem dat het bestuderen waard is?

Vraag 3

Kent u meer berichten van Nederlandse ondernemers of particulieren waarvan de adresgegevens klaarblijkelijk misbruikt worden voor het verzenden van drugs? Zo ja, wat is de aard en de omvang van die berichten? Zo nee, kunt u dit laten onderzoeken?

Vraag 4

Is het Postinterventieteam ook actief op het gebied van brievenpost? Zo ja, wat zijn de resultaten daarvan? Zo nee, waarom niet? Acht u interventies met betrekking tot brievenpost wel gewenst en hoe gaat u hier dan voor zorgen?

Vraag 5

Hoe kunnen bona fide Nederlandse ondernemers of particulieren voorkomen dat zij onterecht worden aangezien voor drugscrimineel? Wat kunt u daaraan doen?

Mededeling

Hierbij bericht ik u, mede namens de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat dat de schriftelijke vragen van de leden Kuiken en Moorlag (beiden PvdA) over de verzending van drugs via brievenpost (ingezonden 19 februari) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie ontvangen is.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


X Noot
2

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 1233

Naar boven