Vragen van het lid RemcoDijkstra (VVD) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat
over het bericht «Die helm komt er, overal» (ingezonden 2 januari 2019).
Antwoord van Minister Van Nieuwenhuizen Wijbenga (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen
18 januari 2019).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Die helm komt er, overal»?1
Vraag 2
Bent u op de hoogte, dat de gemeente Amsterdam vanaf 8 april 2019 de meeste fietspaden
binnen de Ring tot verboden terrein voor snorfietsen maakt?
Antwoord 2
Ik weet dat Amsterdam voornemens is om gebruik te gaan maken van de mogelijkheid die
het reglement verkeersregels en verkeerstekens biedt sinds 1 juli vorig jaar, namelijk
om op drukke fietspaden de snorfietsen naar de rijbaan te verplaatsen en op die plekken
een helm te verplichten.
Vraag 3
In hoeverre strookt dat met de benodigde zorgvuldigheid om de snorfiets naar de rijbaan
te verplaatsen?
Antwoord 3
Het is aan de wegbeheerder om alle verkeersbesluiten zorgvuldig te onderbouwen. De
rechter kan desgevraagd, conform de standaardprocedures die daarvoor gelden, toetsen
of die onderbouwing voldoende is.
Vraag 4
Wanneer volgt de evaluatie van de eerste resultaten in Amsterdam? Is het realistisch,
dat vanwege een gevaar voor de verkeersveiligheid, het experiment van de snorfiets
in Amsterdam, zoals nu is vastgelegd in de ministeriële algemene maatregel van bestuur,
wordt teruggedraaid?
Antwoord 4
Ik heb in de antwoorden op het schriftelijk overleg over het ontwerpbesluit (kamerstuk
29 398, nr. 571) aangegeven dat ik besloten heb om bij de invoering de wegbeheerder te vragen de
effecten op verkeersveiligheid zorgvuldig te monitoren. De Kamer heeft een motie met
een verzoek om hier eerst nader onderzoek te doen (Kamerstuk 29 398, nr. 488) verworpen. Als uit die monitoring blijkt dat ongewenste neveneffecten op de verkeersveiligheid
optreden, dan is dat voor mij een belangrijke reden om mijn besluitvorming te heroverwegen,
zoals ik ook al eerder aan uw Kamer heb aangegeven.
Vraag 5
Kent u andere steden die hetzelfde nastreven? Deelt u de mening dat willekeur in beleid
tussen steden vermeden moet worden?
Antwoord 5
Elke wegbeheerder moet zelf besluiten of en hoe hij gebruik wil maken van verkeersbesluiten
om de verkeersveiligheid en doorstroming te optimaliseren. Dit soort besluiten zijn
gedecentraliseerd, zodat elke wegbeheerder zelf maatwerk kan verrichten en kan bezien
of hij bij drukte op het fietspad van het verkeersbesluit gebruik wil maken.
De kaders zijn nationaal vastgesteld. Ik ben derhalve van mening dat er daarmee geen
willekeur in beleid tussen steden kan optreden. Daarover heb ik ook in de toelichting
van het besluit een motivatie opgenomen (zie staatsblad jaargang 2018, nr. 184).
Vraag 6
In hoeverre kan luchtkwaliteit een argument zijn om snorfietsen te verplaatsen naar
de rijbaan? Deelt u de mening dat deze verplaatsing alleen toegestaan is vanwege verkeersveiligheidsaspecten?
Wat onderneemt de stad Amsterdam om opgevoerde snorfietsen die te hard rijden van
de weg af te krijgen?
Antwoord 6
Zoals in de toelichting van het besluit staat verwoord moet de drukte op de fietspaden
en de daarmee gepaard gaande onveiligheid de reden zijn om dit besluit te nemen. Vanzelfsprekend
kan deze verplaatsing ook andere effecten hebben, bijvoorbeeld op de luchtkwaliteit
of geluidsoverlast, maar de onderbouwing van dit verkeersbesluit kan alleen gegeven
worden vanuit het oogpunt van de drukte op de fietspaden.
De gemeente Amsterdam geeft met betrekking tot handhaving aan: «Dat is een bevoegdheid
van de politie (niet van de gemeentelijke handhavers/BOA's). In het Handhavingsplan
Verkeershandhavingsteam 2015 van de nationale Politie, Eenheid Amsterdam, is vastgelegd
dat er veel aandacht wordt besteed aan snor- en bromfietsdelicten (tenminste 20% van
de capaciteit) zoals snelheidsovertredingen, door rood rijden en het onrechtmatig
gebruik van de smartphone (afleiding in het verkeer). De gemeentelijke handhaving
met betrekking tot brom- en snorfietsen is sinds enkele jaren gericht op het rijden
in parken en voetgangersgebieden (verboden voor snor- en bromfietsen), parkeren door
snor- en bromfietsen op plaatsen waar dat is verboden en op het rijden op fietspaden
waar dat niet mag (vooralsnog alleen bromfietsen). Na verplaatsing van de snorfiets
naar de rijbaan hebben de gemeentelijke handhavers aanvullend (zoals geregeld in de
AMvB) als nieuwe bevoegdheid om op plaats op de weg en op helmplicht van snorfietsers
te handhaven.»
X Noot
1Het Parool, 18 december 2018